Fonetiek en fonologie & onderzoek en behandeling van spraakstoornissen
Week 36: Introductie fonetiek, fonologie en spraakontwikkeling
Fonetiek: De studie van waarneembare taaltekens van het primaire taalsysteem (taal).
- Articulatorische fonetiek: De vorming van spraakklanken.
- Akoestische fonetiek: Natuurkundige kenmerken van spraak.
- Auditieve fonetiek: Waarneming en verwerking van spraakklanken door luisteraar.
Fonologie: Richt zich op de innerlijke vorm van taal, op de betekenisonderscheidende functie van
klanken (abstractere, cognitieve, psychologische en/of sociale aspecten van taal).
Spraakketen
Rietveld en Van Heuven (1997)
Beide sprekers moeten toegang hebben tot hetzelfde transmissiekaneel en dezelfde taalcode.
Pagina 1
,Fonetiek en fonologie & onderzoek en behandeling van spraakstoornissen
Levelt (1989)
Terband (2016)
Pagina 2
, Fonetiek en fonologie & onderzoek en behandeling van spraakstoornissen
Spraakstoornissen
1. Fonologische spraakstoornis:
- Onvolledige kennis van de uitspraakregels.
- Fonologische vereenvoudigingsprocessen.
- Persisterend.
- Afwijkend.
- Incompleet foneemrepertoire.
- Linguïstisch.
2. Spraakdyspraxie:
- Productie van willekeurige spraakklanken.
- Fonetische planning.
- Motorische programming.
3. Fonetische spraakstoornis:
- Productieprobleem: Goede vorming van klank lukt niet.
- Anatomische structuren.
4. Dysartrie:
- Neuromusculaire spraakdysfunctie.
- Tonus, sensomotoriek, coördinatie.
- Articulatie, resonantie, adem, etc.
Gehoor Geheugen
Waarnemen geluid Onthouden
Verwerken geluid (analyse en synthese) Betekenis toekennen
Identi ceren van fouten Opslaan
Feedback Oproepen
Zelfre ectie Reproduceren
Bewustzijn van luisteraar Combineren
Linguïstiek - Morfemen zijn opgebouwd uit fonemen die allofonen kunnen zijn.
- Morfeem: Kleinste betekenisonderscheidende taaleenheid waarmee vormveranderingen binnen
woorden bestudeerd worden (ge-voet-balt).
- Foneem: Kleinste betekenisonderscheidende klankvormelijke eenheid (geen betekenis).
* Klinker = Vocaal.
* Medeklinker = Consonant.
* Fonetisch symbool: /b/.
- Minimaal paar: Twee woorden hetzelfde, eén foneem verschil (baard vs paard).
- Allofoon: Uitspraakvariant van een foneem, genoteerd met een fonetisch symbool en geplaatst
tussen haken [r] [w].
- Syllaben: Grotere klankeenheden opgebouwd uit fonemen, lettergreep.
* Beklemtoonde vs Onbeklemtoonde: Meetbaar aan duur syllabe.
* S (strong) vs W (weak).
- Sonoriteit: Verdragendheid van het geluid (klinkers - liquidae (l&r) - nasalen of obstruenten).
Pagina 3
fifl
, Fonetiek en fonologie & onderzoek en behandeling van spraakstoornissen
Segmentele eigenschappen: De eigenschappen van klinkers en medeklinkers.
Prosodische verschijnselen: Eigenschappen in het spraakgeluid, los van klinkers en
medeklinkers.
Subglottaal systeem: Luchtpijp, borstbeen, longen, ribben, diafragma.
Glottaal systeem: Hyoïd, epiglottis, thyroïd, cricoïd, arytenoïden, luchtpijp, glottis, stemplooien.
Supraglottaal systeem: Het aanzetstuk/filter.
Mondholte, neusholte, farynx, palatum, alveolen, labia, lingua, velum & uvula, mandibula maxilla.
Pagina 4