100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Zelfstudie opdrachten Forensische Psychiatrie €7,49
In winkelwagen

Overig

Zelfstudie opdrachten Forensische Psychiatrie

 140 keer bekeken  18 keer verkocht

Uitgebreide uitwerkingen van de zelfstudie opdrachten van schooljaar . Alle antwoorden zijn gebaseerd op de hoorcolleges en het boek.

Voorbeeld 2 van de 37  pagina's

  • 21 mei 2022
  • 37
  • 2021/2022
  • Overig
  • Onbekend
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (8)
avatar-seller
veerledriessen1
Zelfstudieopdrachten forensische psychiatrie

Vragen hoofdstuk 1

1. In Tabel 1-4 staan psychische functies en gerelateerde psychiatrische symptomen. Bekijk het
interview in de onderstaande clip en beschrijf wat je opvalt aan het denken qua vorm en inhoud. Hoe
is het gesteld met de stemming en het ziektebesef bij deze man? Vind je dat deze man moet worden
opgenomen op een psychiatrische afdeling? En als hij dat niet vrijwillig wil, moet het dan onder
dwang?
https://www.youtube.com/watch?v=ZB28gfSmz1Y

Meneer is neerslachtig en somber en komt angstig over.
Hij heeft vrijwel geen ziektebesef. Hij geeft wel aan “het klinkt misschien dom” maar hij gelooft wel
in zijn eigen ideeën. Er is sprake van een gestoord realiteitsbesef, hallucinaties en waan. Gezien het
feit dat meneer er over na heeft gedacht zichzelf wat aan te doen en een mes en honkbal knuppel heeft
om zichzelf te verdedigen, lijkt gedwongen opname op een psychiatrische afdeling proportioneel.

2. Op blz. 28 staat dat de definitie van de grens tussen een psychiatrische ziekte en gezondheid
gekleurd wordt door tijd en plaats.
Zou je bijvoorbeeld iets kunnen zeggen over de cultureel verschillende perceptie van pedofilie over de
tijd? (dit staat niet in dit hoofdstuk)

Pedofilie werd vroeger in sommige landen niet als strafbaar gezien, maar als een seksuele geaardheid.
Het werd toen en daar dus niet als een psychiatrische ziekte gezien.

3. Waarom gaat het in de psychiatrie voornamelijk om ‘descriptieve’ classificaties?

Descriptieve classificatie gaat om het beschrijven van symptomen. In de psychiatrie zijn de
beschrijving van het syndroom, de oorzaken, het ziekteproces en de prognose van het ziektebeeld niet
met zekerheid vast te stellen. De huidige psychiatrische classificatiesystemen berusten dan ook
grotendeels op syndroomdiagnoses (diagnose is alleen beschrijvend en geeft geen informatie over de
redenen en mechanismen van het ontstaan)

4. In de psychiatrie hanteert men (tegenwoordig) een categoriaal classificatiesysteem. Men hanteert
criteria vastgelegd in de ‘Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders’ (DSM-5) of de
‘International Statistical Classification of Diseases and Related Health Problems’ (ICD-11).

Wat is het voordeel van het gebruik van deze classificatiesystemen? Noem ook tenminste twee
potentiële nadelen.

Voordeel: het is duidelijk wat er met een psychiatrische classificatie wordt bedoeld en de
tussenbeoordelaarsbetrouwbaarheid is veel groter dan vroeger (doordat de classificaties grotendeels
descriptief van aard zijn en gebruik maken van veelal expliciete criteria die in onderzoeken zijn
gevalideerd.

Nadelen: oneigenlijk gebruik van classificatiesystemen als een soort diagnostische bijbel.
De illusie is ontstaan dat iedereen wel een psychiatrische stoornis kan stellen, door even aan te kruisen
aan welke criteria volgens de DSM de betrokkene voldoet. Het vaststellen van een echte
psychiatrische structuurdiagnose vereist echter grote kennis van de psychiatrie, veel ervaring met de

, verschillende stoornissen en communicatieve competentie om een werkbare relatie aan te gaan met de
mogelijk psychiatrisch gestoorde betrokkene en door te dringen in diens innerlijke belevingswereld.

De classificatie volgens de DSM heeft een veel te zware betekenis gekregen doordat deze bepalend is
geworden voor de beslissing of de psychiatrische zorg door de zorgverzekeraar vergoedt wordt.

5. Op blz. 40 staat dat “Naast een eventueel aanwezige stoornis kunnen ook contextuele factoren
medebepalend zijn bij het gedrag van betrokkene.” Iemand met ‘ADHD’ kan afhankelijk van de
omstandigheden meer of minder last hebben van zijn concentratieprobleem. Kan je hier zelf een
voorbeeld bij bedenken?

Een omgeving waarin vrijwel geen afleiding is, zal er voor zorgen dat de concentratieproblemen die
gepaard gaan met ADHD minder naar voren zullen komen. Een erg onrustige omgeving daarentegen
zullen ervoor zorgen dat de concentratieproblemen een grotere rol zullen spelen.


Vragen hoofdstuk 18

1. Wat wordt op blz. 247 bedoeld met de uitspraak “De aandacht verschoof enigszins van daad naar
dader.”?

Er werd niet langer meer alleen gekeken naar de misdaad die begaan was, maar er werd ook gekeken
naar de dader als individu met zijn eigenschappen en levensomstandigheden.

2. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een ‘juridisch stoornisconcept’ en een ‘gedragskundig
stoornisconcept’. Waarom is dit onderscheid van belang?

Met het juridisch stoornisconcept wordt uitgedrukt dat de vaststelling ervan aan de rechter is. De
gedragskundige adviseert slechts. Ook is de formulering zo ruim mogelijk, hetgeen met name voor
tbs-oplegging bedoeld is, om geen hoge drempel op te werpen in het geval de bescherming van de
samenleving dit vereist.

3. Waarom staat in ons strafrechtssysteem de onafhankelijkheid van de deskundige minder onder druk
dan in de Angelo-Amerikaanse jurisdicties?

In het Angelo-Amerikaanse systeem wordt de expert ingehuurd door een van de partijen. De partij die
de deskundige inhuurt zal trachten een voor de partij gunstig rapport te krijgen. In Nederland is de
rechter onderzoeker en beslisser, in het Angelo-Amerikaanse systeem is de rechter meer een soort
scheidsrechter.

4. Voor de Wet Verplichte GGZ en het strafrecht zijn verschillen in stoornissen die relevant zijn. Kan
je een stoornis noemen waarvoor dit geldt?

Nieuwe terminologie: De psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening of verstandelijk
handicap

5. Hoe komt de indicatie voor een pJ rapportage tot stand?
Door advies van het NIFP en de Boog

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper veerledriessen1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,49  18x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd