Geschiedenis – Tijdvak 5
TV 5: Ontdekkers en Hervormers
Naam Tijdvak: De tijd van Ontdekkers en Hervormers
Jaartallen Tijvak: 1500 – 1600
Naam Periode: Vroegmoderne tijd
Noteer het volledige KA: Een veranderende mens- en wereldbeeld van de
renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling
PECS:
- Cultuur: De renaissance was de wedergeboorte van de Griekse en Romeinse cultuur.
Na de middeleeuwen greep men terug naar de klassieke cultuur, dit is terug te zien in
bijvoorbeeld de kunst en de architectuur.
Begrippen:
Renaissance: het betekent letterlijk ‘wedergeboorte’, dit houdt een nieuwe bloei van kunst en
cultuur in. In de Renaissance was men erg onder de indruk van de klassieke Oudheid, de
kenmerken van deze tijd (symmetrie, kunst, architectuur, etc.) kwam dan ook sterk terug in
het dagelijkse leven.
Wereldbeeld: Het wereldbeeld gaat over hoe de mensen dachten over de wereld waarin ze
leefden.
Humanisme: Humanisten waren geleerden die op basis van de oude geschriften van de
Grieken en de Romeinen om de wereld beter te begrijpen. Humanisten hadden een kritische
denkhouding en leefden als een universele mens.
Homo Universalis: Het betekent de universele mens, deze mensen waren nieuwsgierig en
wilden zichzelf niet beperken tot een gebied. Als universele mens moest je iets weten over
wiskunde, natuurkunde, kunst, filosofie, literatuur, etc. Kortom, je moest van alles verstand
hebben. Een goed voorbeeld van een universele humanist is Leonardo da Vinci.
Personen:
Giorgio Vasari (1511 – 1574): Hij was een kunsthistoricus en hij bedacht het begrip
renaissance.
Michelangelo (1475 – 1564): Michelangelo was een beroemde kunstenaar en
volgens Vasari de beste aller tijden. Hij schilderde niet alleen, maar kon ook
beeldhouwen en was architect. Dit maakte hem dan ook een Homo Universalis, hij
beoefende meerdere vakgebieden.
Desiderius Erasmus van Rotterdam (ca. 1469 – 1536): Hij was de grootste en
beroemdste humanist van zijn tijd. Erasmus wilde de katholieke kerk met behulp van
de humanistische methode hervormen. De manier van denken van Erasmus laat ook
de ontwikkeling van het nieuwe mens- en wereldbeeld zien.
Gebeurtenissen:
1450: De boekdrukkunst werd uitgevonden, voor deze uitvinding, werden boeken
nog met de hand overgeschreven, dit koste veel tijd en moeite. Toen de
boekdrukkunst uitgevonden werd, werden boeken toegankelijker voor de normale
burger, er kwamen veel meer kopieën van boeken.
, Geschiedenis – Tijdvak 5
1511: Dit is het jaar dat het werk Lof der Zotheid van Erasmus uit werd gebracht.
Hierin drijft Erasmus de spot met de dogmatisch denkende theologen en
machthebbers. Dit werk maakte Erasmus in een klap beroemt.
1516: Na jarenlange studie van de Griekse taal en met behulp van nieuwe methoden
van wetenschappelijke tekstkritiek publiceerde Erasmus in 1516 de vroegste Griekse
tekst van het Nieuwe Testament.
Leerdoelen:
Leg uit hoe de mens- en wereldbeelden van de Middeleeuwen en Renaissance van
elkaar verschilden:
Het mensbeeld van de middeleeuwen was heel religieus van aard; de mens is zondig
en geschapen uit het stof der aarde; zijn ziel is eeuwig, het leven is een
voorbereiding op het hiernamaals (memento mori); geïnspireerd door voornamelijk
Aristoteles en Plato.
Het mensbeeld van de Renaissance zag er anders uit: het was in toenemende mate
individualistisch georganiseerd; ook ging de mens langzaam geloven dat niet God
bepaalde wat de levenstaak was, maar dat je als mens zelf vrij was om te kiezen wat
je met je leven ging doen (carpe diem); de mens was er niet langer alleen voor God,
God had de mens ook voor de mens geschapen; het nieuwe ideaal werd de Homo
Universalis; deze mens is steeds vaker een leek in plaats van een gestelijke.
In de Middeleeuwen kenden mensen het geocentrische wereldbeeld: planeten
draaien om de aarde heen. In de Renaissance geloofde men in een heliocentrisch
wereldbeeld: de aarde draait om de zon, net als de andere planeten. In de
Middeleeuwen was het wereldbeeld gevormd door allerlei gegevens uit de bijbelse
en klassieke oudheid. In de Renaissance werd vooral veel op de klassieke Oudheid
gebaseerd, niet op de eventuele ontdekkingen die mensen in de Middeleeuwen
hadden gedaan. Ook gedroegen renaissancepausen zich als wereldlijke vorsten.
Geef aan hoe de klassieke gedachtegoed onder een breder publiek verspreid werd.
Geef daarnaast een concreet voorbeeld van klassieke ideeën die ook tijdens de
Renaissance navolging kregen:
Om meer mensen in contact te brengen met het klassieke gedachtegoed werden de
originele werken breed verspreid. Dit was vooral mogelijk dankzij de uitvinding van
de boekdrukkunst, die rond 1450 uitgevonden werd. De klassieke ideeën werden ook
door middel van scholen verspreid, religieuze teksten waren de belangrijkste
leermiddelen, lezen en zingen de belangrijkste doelen.
Leg uit wat de verschillen zijn tussen de Italiaanse en Noord-Europese humanisten:
De Italiaanse humanisten hebben zich vooral ingezet voor een herleving van de
seculiere ideeën uit de klassieke wereld. Voor veel Noord-Europese humanisten,
Erasmus voorop, werd gaandeweg een wedergeboorte van de idealen van de
vroegste christenen het belangrijkste doel. Zij wilden de katholieke kerk hervormen
door de vroegste christelijke geschriften te onderzoeken en deze in hun zuivere
oorsprong te publiceren.