Samenvatting NSCA’s Essentials of Personal Training
Hoofdstuk 4, 5, 6, 8, 9, 10, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 23
H8 ‘Exercise Psychology for the Personal Trainer’
Psychische voordelen van bewegen:
Stress vermindering: een geschatte 7,3% in Amerika heeft stress op korte of lange termijn d.m.v.
beweging kan dit worden verminderd. Uit onderzoek is gebleken dat fysieke activiteit wel degelijk een
positieve invloed heeft op de mentale gezondheid, motivatie en welzijn.
Grote componenten van het stress-systeem zijn;
- sympatisch systeem zorgt voor een onmiddellijke reactie op gevaar/bedreiging door een shot adrenaline te
geven.
- hypothalamus-hypofyse-bijnieras (HPN-as) zorgt voor ‘brandstof’ om op langere termijn vol te kunnen
houden, via de productie van het hormoon cortisol (vergelijkbaar met adrenaline). Het kan je lichaam ook
blokkeren, dat je opeens niks meer kan (verstijft). Langdurige cortisol levels zijn niet goed, dan blijf je onder
spanning.
- ons brein bestuurt ons stresssysteem via onderlinge interactie met stresshormonen, neurotransmitters,
neuropeptiden, immuun cellen en cytokines.
We onderscheiden 2 vormen van stress:
1. Trait anxiety stress op lange termijn. Dit is de stress
die ontstaat als een persoon een situatie als gevaarlijk
beschouwt.
2. State anxiety stress op korte termijn. Dit wordt
veroorzaakt door het vecht- of vlucht systeem
(sympatische zenuwstelsel). Het is een gevoel van
angst en bedreiging. Het verhoogt vooral de hartslag,
bloeddruk en het cortisol gehalte.
Antidepressieve werking door inspanning
De antidepressieve werking komt op gang door
lichaamsbeweging. Hierbij wordt de aanmaak van belangrijke
neurotransmitters (serotine en norepinefrine) gestimuleerd.
Dopamine speelt ook een belangrijke rol. Dit stofje verminderd
depressie en leert motorische vaardigheden.
Invloed op beweeggedrag en cognitie
Door te sporten worden zuurstof en voedingstoffen versneld
aangeleverd in de bloedsomloop, dit heeft een positieve werking
op het brein. Uit onderzoek bleek dat fysiek fitte mannen en
vrouwen cognitief beter scoorden op de volgende aspecten;
beter geheugen, analytisch denken, plannen, focus, concentratie
en beslissen. Maar de genetische factor speelt ook mee tot het
bepalen van stress of succes. Zo zijn er bijvoorbeeld personen die geen progressie boeken wanneer zij heel hard
, trainen, door genetische factoren. Dit heeft een negatieve invloed op de motivatie. Bovendien blijkt dat door te
sporten de kans op Alzheimer en dementie verlaagd wordt.
Motivatie
Amotivatie: geen enkele motivatie aanwezig om doelgedrag te laten zien
Gecontroleerde motivatie; extrinsieke motivatie
- Externe regulatie: doelgedrag wordt getoond door een externe stimulus (vrienden, familie,
personal trainer)
- Introjected regulatie: doelgedrag wordt getoond om bijv. schuldgevoelens te vermijden
Autonome motivatie; intrinsieke motivatie
- Identificatie regulatie: doelgedrag wordt getoond omdat er voordelen voor het individu zelf aan
vast zitten (ik voel me beter, ik val af… enz)
- Intrinsieke regulatie: doelgedrag wordt getoond vanwege de inherente waarde die eraan wordt
gehecht (je doet het omdat het in je genen zit, automatisch)
Zelf
determinatie theorie
Algemene motivatie theorie die ervan uitgaat dat elke mens over innerlijke drijfveren beschikt om zijn eigen
interesses en uitdagingen na te streven. Elk mens heeft 3 basisbehoeften
1. Behoefte aan autonomie (zelf keuzes kunnen maken),
2. Behoefte om zich competent te voelen (dat je iets kan),
3. Behoefte aan verbondenheid (met groep of individu).
Doelen stellen
Het stellen van bepaalde doelen kan op verschillende manieren, bv. op lange of korte termijn. Lange termijn
doelen hebben vaak meerdere korte termijn doelstellingen. Doelen moeten Specifiek Meetbaar Acceptabel
Realistisch en Tijdgebonden zijn (SMART). Een voordeel bij het stellen van doelen is dat de motivatie toeneemt.
Dit noemt men de strategische benadering. Want doelen die haalbaar zijn leiden tot succes. Ook al zijn de doelen
maar op korte termijn en ‘kleine successen’, toch zorgt dit voor een goed gevoel en vertrouwen in het grotere
doel.
- Feedback (knowledge of the result): dit is het wel of niet behalen van de korte termijn doelstellingen
Een doel moet wel uitdagend zijn, deze zal een slagingskans hebben van 50%. Het principe van individualiteit
geldt; ieder mens is anders dus daarom ook verschillende doelstellingen.