100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Volledige samenvatting van 'Een beknopte geschiedenis van Nederland' €7,49
In winkelwagen

Samenvatting

Volledige samenvatting van 'Een beknopte geschiedenis van Nederland'

 14 keer bekeken  0 keer verkocht

Een volledige samenvatting van het boek 'een beknopte geschiedenis van Nederland

Voorbeeld 4 van de 41  pagina's

  • Nee
  • Onbekend
  • 21 juni 2022
  • 41
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (33)
avatar-seller
fmwolbers
Samenvatting ‘Een beknopte geschiedenis van Nederland’


Week 1

Van moeras naar handelssteden : de Nederlandse geschiedenis tot 1384

Prehistorie: geen centraal gezag  veel onderlinge strijd, makkelijk in te nemen

Oudheid: vestiging van het Romeinse gezag:
- oorlogen van Julius Ceasar: 58-51 v chr. Bello Gallico
 meer contact met de Romeinen
Centrale gezag van de Romeinen hield wel op bij de limes (natuurlijke grenzen, rivieren)
9 N. Chr. : slag bij het Teutenburgerwoud: Germanen winnen van de Romeinen
28: de Friesen rebelleerden tegen de Romeinen
69: Opstand van de Bataven tegen de Romeinen

Romeinse invloeden:
- steden en limes: militaire en economische functie
- verschriftelijking en communicatie: verspreiding van het Latijn
- religie: er komen Romeinse tempels in de plaats van Heidense vereringplaatsen

In het noorden is de grond te nat voor veel veeteelt en akkerbouw  handel.
Veel handel lijdt vaak tot een bepaalde muntslag.

Inwas van nieuwe groepen: belangrijkste groep waren de Franken. Zij trekken langzamerhand op
naar het Noorden. Worden tegengehouden door de Friezen.
Na het verslaan van de Friezen  Heel huidig Nederland is Karolingisch.

Friezen waren niet christelijk. In de tijd dat er veel missionarissen zijn. Pas na KDG worden alle
Friezen gekerstend.

Noormannen/Vikingen:
- invallen vanaf het begin van de 9e eeuw
- aanleg defensieve structuren (ringburgwallen) en in leen geven van gebieden aan Vikingen
- Vikingen werden soms ingeschakeld door de karolingers.

Frankische Nederlanden:
- vanaf 6e eeuw meer nederzettingen
- veel vrije boeren, niet over feodalisme. Vooral in het noorden.
- sociale diffrentiatie: koninlijke clan, aristocratie, vrijen, half- en onvrijen
- grondbezit grotendeels in handen van de koning, kroondomeinen (fisci) kenden grotere complexen
(villae) , geestelijke instellingen en lokale heren

Karolingische pagi (=bestuursgebieden) zijn nog steeds terug te zien. Graafschappen, met
ambtenaren maar zijn stellen zich op als vorst. Zij hebben gebied in leen en mogen belasting innnen
etc.

Christendom:
- Utrecht als missiepost. Dagobert sticht hier een kerk.

,- Friezen veroveren Utrecht nog een aantal keer maar uiteindelijk blijft het Christelijk. Vanuit hier
worden de Nederlanden gekerstend. Onder Karolingen.
Belangrijke zendelingen: Willibrord (friezenmissionaris), Bonifatius (Saksen missionaris); komen uit
Engeland. Bisschoppen moeten de wildernis in om te bekeren. Vanuit Engeland spreken ze een
verwante taal dus kan in Nederlanden makkelijker bekeren.

De Merovingische en Karolingische periode

Terugtrekken van de Romeinen  Duitse en Scandinavische migranten naar de lage landen.
Geen hele stammen, maar kleine afsplitsingen.
Veel Merovingische stammen, zij voelden zich verbonden vanwege een gedeelde voorouder maar
waren heel gedecentraliseerd.

Alle verschillende groepen mengen zich; etnogenese. Hadden een taal die op elkaar leek dus konden
wel met elkaar communiceren. Er ontstaat een mengvorm van verschillende taal en culturen.
Gedeelde cultuur en gebruiksvoorwerpen spreidden zich over noordwest Europa uit.
Geen echte stammen, maar losse groepen met een overkoepelende taal en cultuur.

Vanaf de 7e en 8e eeuw is er bevolkingsgroei.
Dorestadt was het centrum van de handel. Lag op een strategische plek, goed voor handel via zee en
doorvoeren naar Europese binnenland.

Onder de Merovingen begon zich dus een samenhangend Frankisch koningschap te vormen.
5e eeuw: Clovis bekeerd zich tot het katholicisme  christelijke dynastie.
- 630: Utrecht veroverd; eerste stap in verovering Lage Landen
- grote bekeringsmissies, maar de Saksen en Friezen verzette zich sterk. Hierin waren niet de
Frankische monniken belangrijk, maar de Engelse.
- uiteindelijk ging de bekering en daarmee gepaard gaande overheersing met militaire druk.
Utrecht werd springplank voor de verdere kerstening van Europa.
- Onder Karel Martel, Merovingische hofmeier, kwam heel Friesland onder Merovingisch
invloedssfeer.

In 751 grepen de Hofmeiers de macht van de Merovingen en stichtten de Karolingische dynastie.
Onder KDG in 768 zou het Frankische rijk heel ver uitgroeien.
- 800:, KDG door de Paus gekroond tot keizer van het Heilige Roomse Rijk.
- Nederland lag aan een onbelangrijke uithoek van het land en kreeg dus minder mee van de
Karolingische renaissance, maar het kon nog wel steeds profiteren van de stabiliteit die het grote rijk
bood.
Alleen onder de heerschappij van KDG was het een echt goed georganiseerd rijk, na zijn dood werd
het rijk voornamelijk verscheurd door dynastieke problemen.
- KDG had zijn rijk verdeeld in ‘pagi’ , niet erfelijke graafschappen. Zijn dienaren werden vaak beloond
voor hun diensten met een gebied wat ze in bruikleen kregen.
- hij had ook ‘missi dominici’ ; ambtenaren die het hele land doorrezen en alle zaken in de gaten
hielden  goeie grip op het hele rijk.

Na de dood van Karel de Grote , 814, erfde Lodewijk de Vrome het rijk, hij was de enige wetmatige
zoon. Na zijn dood werd het rijk onder zijn drie zonen verdeeld. Ook tijdens zijn leven waren er al
veel conflicten.
 verdrag van Verdun 843.
Nederland viel eerst grotendeels onder het Midden Frankische rijk, later onder Lotharingen. Beide
bleken geen stabiele regio.
- veel invallen van Vikingen, vanaf 810. Zij wouden niet perse veroveren, voornamelijk plunderen.

,- onderlinge conflicten tussen Frankische koningen ondermijnde de verdedigen + onbelangrijke
uithoek van het rijk.
Eind 9e eeuw komt er een einde aan de invallen van de Vikingen.

De Nederlanden bleven vooral een uithoek van het Duitse Koninkrijk, het was een heel versplinterd
rijk en dit was geen interessante uithoek.

Nederland bleef grotendeels tot 1648 of zelfs tot 1794 bij het Heilige Roomse Rijk horen. Maar de
fragmentatie die was ontstaan zou heel zichtbaar blijven tot de komst van de Bourgondiërs in de 14 e
eeuw.

Bisschoppen, steden en landsuitbreiding

c. 850

geen effectief centraal gezag  lappendeken aan lokale machthebbers en rechtsgebieden.
Meer hiërarchische samenleving. Meer in het zuiden dan in het noorden, in het noorden was de adel
zwakker en de landbouw minder ontwikkeld.

Keizers, koningen en graven deden pogingen om meer controle te krijgen over lokale heren die het
van grotere machthebbers in ruil voor militaire of financiële steun.
Lage adel had het in bruikleen van hoge adel maar was niet altijd loyaal.

Keizers stelden bisschoppen aan als wereldlijke heersers in hun gebieden.
Celibaat  bisdommen waren niet erfelijk  keizer behield macht door opvolger aan te kunnen
stellen.

1024: bisschop van Utrecht ontvangt wereldlijke macht van de keizer.
Krijgt een heel groot gebied onder zijn hoede. Wel dunbevolkt gebied.

Macht van de Bisschop van Luik was groter.
Strategischere positie, tussen Frankrijk en Duitsland in.

1122: Concordaat van Worms: bisschoppen worden door de Paus aangesteld ipv door de keizer.
geestelijke maatstaven kregen prioriteit.
 zowel keizer als bisschop kon geen autonome koers meer varen  meer conflict.

Vlaanderen was oppermachtig in 1100. Had 2x zo veel ridders als de koning van Frankrijk, die zijn
heer was.
Effectief militair bestuur door burggraven aan te stellen en vanuit een centrum te bestuur. Handel en
verstedelijking werden gestimuleerd.
Er was een gespecialiseerde economie. Gebruik het armere gebied ten noorden van de steden als
motor van de verstedelijking.

Rond 1000 was Nederland heel dunbevolkt. Friesland was iets dichterbevolkt, kleine steden en veel
handel maar er waren ook hele delen onbevolkt.

In de 10e eeuw begon de handel te herleven: goed voor nederzettingen aan de rivier.
Betere ploegen, drieslagstelsel.

Eind 10e eeuw kwamen de eerste initiatieven om stukken grond droog te leggen.
- in Vlaanderen meer gestructureerd.

, - opkomst wolindustrie in Vlaanderen  snelle toename van bevolking, meer welvaart  vraag naar
voedselproductie steeg  intensivering van de landbouw
Veenlanden waren meest vruchtbaar, werden dus het eerst ontgonnen.
- abdijen en kloosters zouden een grote rol spelen in de ontginning van land.
Grootschalige ontginning begon in de 11 e eeuw.
- burgers gingen zelf land ontginnen, toen de graaf van Holland hierna wilde inlijven kregen ze hele
royale voorwaarden  ontstaan van een vrije boerenklasse. Graven bouwden zo een loyaal netwerk
op.
- door oxidatie naar aanleiding van de ontginningen begon de bodem elk jaar verder te dalen 
Nederlands grondgebied kwam onder zeeniveau te liggen
- er waren meer rampen door het weer  zeeland spoelde weg + door overstromingen ontstonden
het IJsselmeer en de Waddenzee.
- elke generatie ontwikkelde weer betere technieken en samenwerkingsverbanden

c. 1000; In de Nederlanden waren er een aantal steden, maar allemaal heel klein, met maximaal 5000
inwoners.
- grote Vlaamse steden: Gent, Brugge en Ieperen. Voornamelijk lakenhandel, veel internationale
handel.
- Ook veel grote steden in Noord Italië, daar voornamelijk financiële markten. Handel met Arabische
levant  luxegoederen
- in NL waren er veel meer kleine steden : macht was heel verdeeld.
- door komst van de bakoven konden bakstenen gemaakt worden  verandering van kerkbouw.

Ook verstelijking in het Noorden: bisschoppen en hertogen gingen kleine dorpjes stadsrechten geven
om de eigen positie te verbeteren.
 nieuwe normen: door de stadsrechten kwam er meer vrijheid en zelfstandigheid, langzamerhand
verdwenen de feodale banden.
- steden werden gezien als bastions van vrijheid.
- hervormingsbewegingen zoals de norbertijnen of cisterciënzers.
- vooral ontstond er ongelijkheid: stadsbestuur werd gekozen uit de Patriciërs. Creëerde ongenoegen
bij lagere bevolkingsklassen: steden als broeinest van politieke spanningen

Noordelijk Nederland was al vrij van feodale structuren.
In 13e eeuw brokkelden ze ook in het zuiden steeds meer af, want landarbeiders trokken naar de
steden
- Friesland stond bekend om zijn vrijheid, geen buitenlandse machthebbers, wisten heel lang alle
aanvallen af slaan. Dit had wel een bepaalde wetteloosheid tot gevolg. Geen centraal bestuur.
- in het zuiden was er een sterker centraal gezag, ook lokale waterschappen konden daardoor
machtiger worden.
Aanhoudende wateroverlast maakte samenwerking noodzakelijk.
 in de 13e eeuw werden er veel waterschappen opgericht, vaak met steun van de graaf.
Binnen deze waterschappen hadden ook lokale machthebbers veel invloed.

Opkomst van steden in de 13e eeuw veranderde de politieke machtsevenwicht binnen Nederland.
- stadsrechten werden deels uit strategisch oogpunt geschonken, zo werd de lokale elite aan zich
gebonden
Met stadsrechten mocht men rechtspreken, tol heffen, markten houden.
- voornamelijk succes bij steden in het Westen, vanwege goeie connectie met waterwegen.
- in Vlaamse steden was veel conflict tussen het stadsbestuur en de gildes, die steeds machtiger
werden
- in de 14e eeuw worden stadsrechten vastgelegd per wet.
- men ging zich steeds meer verenigen in vertegenwoordigende lichamen.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper fmwolbers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 51662 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd