Hoofdstuk 9: Vennootschapsbelasting
9.1 Inleiding
Vennootschapsbelasting is een directe belasting over de winst van lichamen (art. 1 Wet Vpb). Als een
aandeelhouder meer dan 5% van het geplaatste kapitaal bezit heeft hij een aanmerkelijk belang. De
inkomsten vallen dan in box 2. Wanneer een aandeelhouder minder dan 5% bezit, vallen de
inkomsten in box 3 (sparen en beleggen). Bij dividentuitkering wordt altijd een bedrag van 15%
dividentbelasting gerekend.
9.2 Subjectieve belastingplicht
Waar een lichaam is gevestigd, wordt naar de omstandigheden beoordeeld (art. 4 AWR). De
belangrijkste omstandigheden is de plaats waar de feitelijke leiding van het lichaam is gevestigd. In
art. 2 lid 1 Wet Vpb staan alle lichamen genoemd die belastingplichtig zijn mits ze gevestigd zijn in
Nederland. Een aantal van deze lichamen hebben een vrijstelling en zijn niet belastingplichtig. Deze
vrijstelling staan genoemd in art. 5 en 6 Wet Vpb.
9.3 Tarief
Als op de winst op dividend is al belasting betaald. Hierdoor wordt dit van de verschuldigde
vennootschapsbelasting afgehaald. Tot €245.000 betaal je 15% , hierboven geldt een percentage van
25%. Dit laatste bestaat uit een gedeelte van 15% (€36750) met daarbovenop het gedeelte boven de
€245.000 maal de gegeven 25%.
9.4 Object van heffing
Het belastbaar bedrag kan op twee manieren
berekend worden, namelijk door de
vermogensvergelijking vanuit de commerciële of
fiscale winst. Bij de vermogensvergelijking worden Figuur 8: Opbouw eigen vermogen en fiscaal vermogen
de fiscale vermogens als uitgangspunt genomen.
Wanneer het fiscaal vermogen is uitgerekend kan
het belastbare bedrag berekend worden. Hiervoor
wordt eerst de fiscale winst bepaald, vervolgens de
belastbare winst en tot slot het belastbare bedrag.
In art. 8 lid 1 Wet Vpb kun je de schakelbepalingen
vinden, deze bepalingen verklaren een aantal
artikelen uit de Wet IB die van toepassing zijn op
de Wet Vpb.
De verschuldigde vennootschapsbelasting zelf is,
net als de inkomstenbelasting die ondernemers/
natuurlijke personen verschuldigd zijn, geen
aftrekpost maar een onttrekking. Andere
onttrekkingen kunnen zijn: Winstuitdelingen,
ingehouden bronbelastingen en de in aanmerking
gekomen vennootschapsbelasting.
Figuur 9: Opbouw belastbaar bedrag voor de vennootschapsbelasting
Winstverschuiving tussen een moeder en dochtermaatschappij is een manier tot het manipuleren
van het belastbaar bedrag. Hierbij betaald de maatschappij die in het bezit is van het geld de
belasting en schijft dit daarna, belastingvrij, door naar de andere maatschappij. De betaalde
vennootschapsbelasting kan verwerkt worden in de boekhouding door middel van het kasstelsel en
het reserveringsstelsel. Het grootste verschil hier tussen is dat het kasstelsel geen posten op de
balans zet terwijl het reserveringsstelsel de posten ‘’te betalen vpb’’ en ‘’te vorderen vpb’’ wel op de
balans weergeeft.
20