Psychologie van arbeid en gezondheid (deel 2)
Hoofdstuk 7
Interventies op basis van zwaarte casuïstiek en inzet
begeleidingsprofessional
17% werknemers burn-out. Medewerkers faciliteren in ontwikkelwensen, functioneren en
geluk werk- of taakaanpassingen, bijv scholing of individuele interventie.
Counseling: kortdurende individuele psychosociale begeleiding voor mensen die in
emotionele of sociale problemen zijn geraakt of dreigen te raken.
geen gereguleerd beroep/wettelijke bescherming, wel beroepsverenigingen.
Coaching: creatieve proces waarbij client als partner wordt geïnspireerd en uitgedaagd om
tot zijn maximale persoonlijke en professionele potentieel te komen.
E-coaching en e-counseling is op afstand. Ook online programma’s en apps waarmee
medewerker zelfstandig aan de slag kan.
Herkomst en werkende ingrediënten
Meest gebruikte methoden en technieken zijn te herleiden naar psychotherapie:
behandelingsvorm voor mensen met psychosociale problemen en/of psychiatrische
stoornissen. Achterliggende theorieën:
- Gedragstherapie: veranderen ongezond gedrag
- Cognitieve therapie: veranderen van disfunctionele gedachten
- Psychodynamische therapie: onbewuste gedachten en vergeten ervaringen
- Schematherapie: achterhalen oorsprong van bepaalde gedragspatronen
- Interpersoonlijke therapie: begrijpen/veranderen ongezonde interacties met anderen
- Cliëntgerichte therapie: inzicht en vergroten van persoonlijke kracht
- Oplossingsgerichte therapie: sterke kanten en hulpbronnen van cliënt
- Acceptance and Commitment Therapy: context en waarden van client centraal
Twee benaderingswijzen voor keuze interventie:
Specifieke factoren: effectiviteit van therapie wordt bepaald door aanwezigheid factoren die
specifiek zijn voor desbetreffende therapie.
Generieke factoren: therapie is vooral effectief dankzij factoren die in vrijwel elke
therapievorm terugkomen (dodo-effect). 3 generieke factoren:
1. Motivatie en hoop; zonder wil om te leren en groeien zal therapie niet werken.
2. Therapeutische relatie: empathische therapeut, consistent aanwezig en steun.
3. Therapeutische ingrediënten: gezond gedrag bewerkstelligen.
Counseling als interventie
Counseling gaat uit van medisch model en klachtenreductie kan belangrijke component zijn.
4 kernwoorden:
- Kortdurend: in meeste gevallen tot 8 uur (1/1,5 uur per sessie).
- Individueel: één op één, vertrouwelijk, staat los van werkgever.
- Psychosociaal: wisselwerking tussen psychisch en sociaal functioneren, soms ook
biologische element.
, - Begeleiding: vooral gespreksvoering. Focus op klachtenreductie, bewustwording
probleem en onderzoeken van zichzelf dmv oefeningen.
o Klachtenreductie: probleem en ernst onderzocht, ontspanningsoefeningen, ruimte om
gezamenlijk te zoeken naar aanleiding van klachten. Uitleg en voorlichting (psycho-
educatie), dan concrete actiestappen.
o Gesprekken: vertellen over gevoelens, ervaringen en wensen.
o Oefeningen: ontleend aan technieken uit psychotherapieën.
Tegen het einde terugvalpreventieplan; stilstaan bij factoren die terugval kunnen
veroorzaken en nadenken over hoe je daarmee om kan gaan.
Cliëntgerichte therapie (Carl Rogers): inzicht in zelf staat centraal, ieder mens weet zelf het
beste wat er aan de hand is en wat goed is voor hem. Behandelaar moedigt cliënt aan mild
naar zichzelf te zijn en zichzelf te accepteren.
proactiever en gemotiveerder, eigen kracht.
3 basiselementen:
- Empathie: mate van verplaatsen in de cliënt en begrip tonen (meer dan sympathie).
- Onvoorwaardelijke acceptatie: cliënt is waardevol zoals hij is, luisteren zonder
oordeel.
- Congruentie: doet zich niet voor als iemand anders en uit gevoelens en gedachten
tov cliënt, rolmodel. Cliënt vaak incongruent, gedraagt zich zoals ze denken dat moet.
Coaching als interventie
International Coach Federation (ICF): grootste internationale beroepsorganisatie die
competenties heeft opgesteld voor een coach. Gelijkwaardige relatie centraal, geen adviezen
of bepalen wat goed is voor cliënt.
Jaren 80 vorige eeuw coaching werd veelvuldig gebruikt binnen bedrijfsleven. Taboe want
nadruk op medisch model, oplossen of verminderen problematisch gedrag.
Nu ‘coachcultuur’, het is normaal om coaching in te zetten bij professionele ontwikkeling.
Specialisaties:
- Executive coaching: leiderschapsontwikkeling
- Performance coaching: prestatieverbetering
- Loopbaancoaching: carrière- en loopbaanvraagstukken
- Teamcoaching: verbeteren samenwerking binnen teams
- Lifecoaching: persoonlijke ontwikkeling en groei
- Lifestylecoaching: realiseren gezonde levensstijl
Top 5 coachvragen vooral werkgerelateerd; werk-privébalans, zelfontplooiing, stress/burn-
out, samenwerken collega’s en loopbaan.
Sinds 2019 stelt overheid voor specifieke doelgroepen subsidies beschikbaar voor
loopbaancoaching en lifestylecoaching. 2/3 van trajecten betaald door werkgever.
Geen consensus over definitie coaching. Elementen die terugkomen:
- Gestructureerd en doelgericht proces
- Gericht op groei en ontplooiing van cliënt
, - Gelijkwaardige relatie
- Cliënt bepaalt eigen doelen
Coaching op werkvloer heeft positief effect op:
- Versterken manier waarop iemand omgaat met problemen, stress en nare situaties
- Verbeteren manier waarop iemand streeft naar behalen van doelen
- Verbeteren iemand houding ten aanzien van werk (werkattitude)
- Vergroten motivatie
- Leren nieuwe vaardigheden
- Verbeteren prestaties op het werk
- Vergroten welzijn
ICF onderscheidt volgende gespreksgerelateerde competenties:
- Creëren van relatie: veilige, ondersteunende omgeving creëren met wederzijds
respect en vertrouwen.
- Volledige aandacht: volledig bewust zijn en spontane relatie creëren met een open,
flexibel en zelfverzekerde communicatiestijl.
- Actief luisteren: volledig focussen op wat cliënt zegt om betekenis te begrijpen en
zelfexpressie van cliënt te ondersteunen.
- Effectieve vragen stellen: vragen stellen die informatie onthullen en bijdragen aan
coachrelatie en inzichten cliënt.
- Open communiceren: duidelijk communiceren, openlijk feedback geven en
respectvol taalgebruik.
Hulpmiddelen:
- Oefeningen om inzicht te vergroten, bewustzijn creëren of leerervaring opdoen.
- Registratieopdrachten, bijv dagboekje soms met reflectiecomponent.
- Vragenlijsten om bepaald psychologisch construct te meten.
- Assessments: tests als input voor coaching.
- Kennisdeling: externe informatie inzetten.
- Peers: kennis van derden als input voor coaching.
Looptijd coachingtraject gemiddeld 20 weken. Om de 2,5 weken een sessie van 80 minuten,
totaal gemiddeld 10 uur begeleiding. 3 fasen:
1. Voorfase/intake (klik-gesprek): werkafspraken en coachingcontract.
2. Hoofdfase: coachingsessies bijv adhv GROW-model:
a. Stap 1: doel
b. Stap 2: realiteit in kaart brengen
c. Stap 3: opties verkennen
d. Stap 4: actieplan uitwerken
3. Afrondingsfase: afsluiten en evalueren dmv bijv Coaching Monitor
Online-interventies
Twee dimensies: mate van digitalisering coach en mate van digitalisering cliënt. Vijf
categorieën.
, - Geen digitalisering: de cliënten komen fysiek bij elkaar in groepen waar ze informatie
uitwisselen en gezamenlijk werken aan het herstel.
- Digitalisering van de communicatie: er is de mogelijkheid tot online uitwisseling van
informatie en het online stellen van vragen.
- Digitalisering van de coach: een deel van de informatie die de trainers delen, wordt
via online modules beschikbaar gesteld en stellen de cliënt in staat dit vanuit huis te
volgen.
- Digitalisering van de cliënt: de cliënt heeft thuis de mogelijkheid om oefeningen te
doen en vragenlijsten in te vullen.
- Autonome e-coach: taken van coach worden overgenomen door autonoom ICT-
systeem, dataverzameling geautomatiseerd.
E-coaching: niet-hiërarchisch ontwikkelingspartnerschap waarbij het leer- en reflectieproces
zowel analoog als digitaal plaatsvindt en waarbij sprake is van fysieke afstand in de
communicatie.
steile leercurve door dichter op het ontwikkelingsproces van cliënt te zitten.
Digitale synchrone communicatie: videobellen en chat.
Digitale asynchrone communicatie: bijv e-mail, coach en cliënt niet tegelijkertijd aanwezig.
Kenmerken e-coaching via geschreven berichten:
Sociale anonimiteit: cliënt maakt zich minder zorgen over hoe hij over komt. Voor coach
geldt ook dat hij vrijer is online disinhibition effect. Bij F2F kans op sociaal wenselijk
gedrag en sociale inhibitie (onderdrukken emoties).
Asynchroniciteit: zelf het tempo en tijdstip bepalen wanneer hij contact opneemt met
coach. Positief effect zelfredzaamheid en zelfmanagement.
Schrijven: helpt met het structureren van gedachten en draagt bij aan cognitieve en
emotionele verwerking van gebeurtenissen. Leidt tot meer zelfinzicht, optimisme, gevoel
controle en eigenwaarde.
Inzetten van platform vaak goedkoper dan inzetten coach of counselor. Voorbeelden:
- Vaardighedenprogramma’s: kunnen lichte coachingtrajecten vervangen. Online module
met uitleg, filmpjes, oefeningen, opdrachten en soms virtueel rollenspel (GoodHabitz).
- Klachtenreductieprogramma’s: ingezet bij spanningsklachten, problemen met vitaliteit en
lichte psychosociale problemen. Zelfde opzet online module (Karify, Minddistrict).
therapeutische relatie ontbreekt, weinig onderzoek naar effectiviteit. Bij zwaardere
problematiek vaak wel e-coach of e-counseler.
belangrijk om naar ethische kwesties te kijken, digitaal bewaren van informatie en coninu
in de gaten gehouden via sensoren.
YouLearn
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat een aanzienlijk deel van het succes van de therapie
verklaard kan worden door de therapeutische relatie. Een goede band tussen de cliënt en
therapeut, een gemotiveerde cliënt en een empathische therapeut lijken hierbij het verschil
te maken.