Per hoofdstuk en werkgroep een volledige samenvatting van het boek gemaakt met daarbij ook de aantekeningen van de hoorcolleges. Heb hier zelf een 7.5 mee gehaald. Het is een beschrijvende samenvatting van dit vak waarmee je een goed cijfer kan halen.
Inleiding in de rechtswetenschappen samenvatting tentamen: 28 oktober, alleen open vragen
Rrtc:
1. Rechtsvraag
2. Rechtsregel (artikel)
3. Toepassing
4. Conclusie
Hoofdstuk 1
Wat is recht?
Positieve recht= het recht dat in een land op een bepaald moment geldt.
Het eerste antwoord op de vraag: wat is recht? Is dat het recht te kennen is uit concrete gevallen,
hiermee wordt bedoeld dat de oplossing van een concreet juridisch probleem (= een casus) een
aanknopingspunt biedt om vast te stellen wat het geldende recht is en hoe het zijn uitwerking heeft
op het leven van mensen.
Juridisch dogmatiek= kijken naar hoe het recht als systeem van regels in elkaar steekt.
Dit is de makkelijkste manier om te kijken hoe het recht werkt.
1. De studie van het geldende recht
2. De casuïstiek= het geheel van juridische casus
3. De ordening van het recht door tekstanalystische methoden
Centrale stelling van dit boek: het recht kan uitsluitend worden gekend in de context van de
omstandigheden waarin het functioneert. (De mens moet handelen naar de eisen van de
omstandigheden (Aristoteles)) = contextualisme. Hiermee worden 2 dingen bedoeld:
1. Bij begrip van het recht is het nodig aandacht te besteden aan de omstandigheden
waaronder het recht tot stand is gekomen. Zo wordt de oorspronkelijke context duidelijk
gemaakt om het beter te begrijpen.
2. Bij begrip van het recht is het nodig aandacht te besteden aan de actuele omstandigheden
van de huidige casus waar men mee bezig is.
Multidisciplinariteit= als rechtswetenschap met andere wetenschappen verbonden wordt, dienen die
andere wetenschappen als hulpwetenschappen, waarvan de resultaten in en door het recht worden
gebruikt.
Interdisciplinariteit= wetenschappelijke verbondenheid en samenwerking van disciplines van
verschillende wetenschappen met rechtswetenschap. Ze hebben dan ook verschillende
fundamentele overeenkomsten.
Door alleen rechtsdogmatiek te gebruiken bij het bestuderen van het recht zonder aandacht te geven
aan de context, zal het recht voor velen ongrijpbaar zijn. Om rechtsdogmatiek te contextualiseren
hebben we taal nodig, dit is immers het medium en het instrument van het recht.
De taal van het recht is echter een kunstmatige taal. Dit wil zeggen dat woorden die wij menen te
kennen, soms in een rechtboek een hele andere betekenis hebben. Een voorbeeld hiervan: vraag een
surfer of hij een binnenschipper is en hij zal nee zeggen. Wij vinden in de algemene Nederlandse taal
namelijk dat een binnenschipper een schipper is die op een boot op de binnenwateren vaart. Echter
staat in het rechtboek dat een surfer ook als een binnenschipper wordt gezien en zich dus ook aan de
regels voor een binnenschipper moet houden. ‘Kijk maar, er staat niet wat er staat’.
Een belangrijk doel van de taal van het recht= om antwoord te geven op maatschappelijke
problemen, het reguleren en beheersen van de maatschappelijke werkelijkheid.
Strafrecht= het uiterste redmiddel.
- Casuïstische rechtsvinding= een geval waarbij de betekenis van een juridisch relevant begrip
volledig wordt bepaald door de omstandigheden van het geval.
- Regelgeleide rechtsvinding= rechtsvinding aan de hand van scherpe, vaststaande regels, die
minder gericht is op de context van het geval en meer op de toepassing en ontwikkeling van
algemene regels.
,Bij casuïstische rechtsvinding ligt de focus meer op de vraag: wat is een rechtvaardige oplossing? Dus
meer op het geval in kwestie en aandacht voor wat daar rechtvaardig zou zijn. Elk geval is
verschillend-> meer verscheidenheid.
Bij regelgeleide rechtsvinding ligt de focus meer op de vraag: welke regel moet worden toegepast?
Zo wordt het recht voorspelbaar en zo wordt eenheid van het rechtssysteem gewaarborgd. Dit
draagt vooral bij tot de ontwikkeling van het recht als systeem.
Recht zorgt voor een ordelijk systeem, meer rechtvaardigheid en het zorgt ook voor een efficiënte
samenleving.
Open texture: de consequentie van zowel eigenschappen van de taal als eigenschappen van de
wereld waarin wij leven. De wet kan anders geïnterpreteerd worden door open texture. De
toepassing van een begrip is vaak onbepaald-> open texture ligt dus aan de situatie. Begrippen zijn
vaak onduidelijk en onbepaald en hoe deze worden geïnterpreteerd ligt aan de omstandigheden,
waar de casus zich in bevindt. De wetgever maakt de regels vaak zonder zich een volledig beeld te
kunnen vormen van alle gevallen waar een rechter mee te maken kan hebben.
Hoofdstuk 2
Bij het oplossen van een juridisch probleem wordt vaak niet alleen gekeken naar de rechten, wetten
en de argumenten uit rechtsbronnen, maar vaak ook naar de op dat moment geldende waarden en
normen uit de samenleving.
Rechtsbegrip bestaat uit 3 elementen: (met daarna uitleg rond het zebrapad)
- Rechtszekerheid= geheel van regels, beslissingen en beginselen dat gewoonlijk onder recht
wordt verstaan.
Verwijst naar het positieve recht als stabiel juridisch kader voor menselijke interacties: het
normatieve moment. Regels (wat is op dit moment het geldend recht?)
Voetgangersoversteekplaatsen
- Rechtvaardigheid= het geheel van ideeën, opvattingen en waarden dat als leidraad en
toetssteen fungeert voor het positieve recht.
Verwijst naar waarden, opvattingen en ideeën die het rechtssysteem informeren, voeden en
is kritische toetssteen van het positieve recht fungeren: het ideële moment. Ideeën (wat
wordt er nou bedoeld met de regels?)
Bescherming zwakkere verkeersdeelnemers
- Doelmatigheid= het geheel van maatschappelijke gebruiken en praktijken dat tot het
positieve recht heeft geleid en de maatschappelijke gebruiken en praktijken die uit het recht
voortvloeien
Verwijst naar de wisselwerking tussen het positieve recht en de wijze waarop mensen zich
feitelijk gedragen in de sociale werkelijkheid: het actuele moment. Gedrag (werkt deze regel
wel in de praktijk?)
Daadwerkelijke gedrag rond de zebrapaden
Strafrechtelijke beperkingen zijn niet terugwerkend: dus als een wet pas later ingevoerd wordt kan je
voor een eerdere fout niet gestraft worden.
Verschillende soorten recht: basisindeling:
- Objectief en subjectief
- Materieel en formeel
- Privaat en publiekrecht
- Dwingend en aanvullend recht
- Positief recht= het recht wat geld, wat is afgekondigd en wat in werking is getreden. (Komt
van een Latijns woord iets met staan)
Privaatrecht Publiekrecht
Aard van de betrokkene partij Regeling van de Betrekking op de organisatie
, rechtsverhoudingen tussen v.d. gemeenschap (staat) en de
burgers onderling zorg voor algemene belangen.
Bemoeienis overheid met het
maatschappelijke leven
Aard van het beschermen Bescherming privébelangen Bescherming algemene
belang belangen
Initiatief tot handhaving van Privaatregels over het Over het algemeen niet op
het recht algemene welzijn door burgers initiatief van burgers zelf
zelf gehandhaafd
De middelen tot Minder ingrijpend dan Alleen de overheid mag
rechtshandhaving publiekrecht. Mogelijkheid om optreden met strafvervolging
bij de rechter nakoming, of bestuursdwang
schadevergoeding of
ontbinding van een
rechtsverhouding te vorderen
Voorbeeld: De koop van een woning van - Staatsrecht:
de ene particuliere partij naar organisatie v.d. staat
de andere. - Bestuursrecht: relatie
Het kopen van bestuur en burger
kantoormeubelen door een - Strafrecht: bij
overheidsorgaan hoort wel bij schending wettelijke
het privaatrecht. bepalingen
Horen allemaal bij het
publiekrecht.
Binnen het privaatrecht:
- Vermogensrecht: zit op de geld waardeerbare rechten en plichten
o Het is overdraagbaar
o Niet dwingend voorgeschreven
- Niet-vermogensrecht: recht op naam, huwelijk, adoptie enz.
o Niet op geld waardeerbaar
o De rechten zijn niet overdraagbaar
o Niet mogelijkheid van afwijking
Internationaal privaatrecht: welke nationale regels moeten toegepast worden? Bv een Nederlandse
vrouw wil van een Turkse man scheiden-> welk rechtssysteem moet worden toegepast?
Internationaal publiekrecht: regels voor verhoudingen tussen staten onderling. Ook internationaal
geldende regels voor alle burgers t.o.v. hun overheid.
Formeelrecht: procesrecht heeft betrekking op de vorm, de wijze waarop recht wordt gehandhaafd.
‘Voor de rechters komen’ etc.
Materieelrecht: heeft betrekking op de inhoudelijke gedragsnormen. ‘Je mag niet stelen’ etc.
Publiekrecht:
- Materieel: welke gedragingen strafbare feiten opleveren en welke sancties daarop worden
toegepast.
- Formeel: hoe en door wie vervolging, berechting en executie van de uitspraak dienen plaats
te vinden en welke rechtsmiddelen hiervoor worden gebruikt.
Privaatrecht:
- Materieel: hoe moeten mensen zich tegenover elkaar gedragen? Heeft betrekking op de
inhoudelijke gedragsnormen.
- Formeel: waarop burgers richting, tegenover, naar elkaar hun rechten kunnen handhaven.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper judieelzer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €13,99. Je zit daarna nergens aan vast.