Dit is alle tentamenstof van inleiding rechten aan de VU jaar 1. het bevat alle hoofdstukken en paragrafen uit Recht In Context plus de nodige artikelen.
TENTAMENSTOF WEEK 1
RIC Hoofdstuk 2
Wat is recht? Recht is overal, maar daarbij hoort de vraag wanneer we te maken
hebben met een juridisch probleem. Waar liggen de grenzen van het recht? De
grenzen van het recht vallen niet precies samen met wat uit klassieke
rechtsbronnen kan worden afgeleid. De juridische redenering kan ook worden
weerlegt.
A
Het driehoekmodel van recht onderscheidt drie momenten in de context van
recht.
A. Het normatieve (juridische) moment: dit is het geheel
van regels en beginselen dat onder recht wordt verstaan.
Dit zijn vaak de normen van het menselijk gedrag. Dit is
dus de rechtmatige situatie.
B. Het ideële (filosofische) moment: dit is het geheel B C
van ideeën, opvattingen en waarden omtrent goed en kwaad, rechtvaardig
en onrechtvaardig. Dit zijn dus de rechtvaardigheidsidealen.
C. Het actuele (sociologische) moment: dit is het geheel van
maatschappelijke gebruiken en praktijken die uit het recht voortvloeien.
Hoe het recht dus in de praktijk in de samenleving wordt gebruikt.
Juridische begrippen zijn om drie redenen problematisch
1. Het zijn veelal vage begrippen. De betekenis kan vaak niet eenduidig
worden vastgesteld. Hierbij wordt ook onderscheidt gemaakt tussen twee
gevallen, die vaak wel samengaan.
Intensionele vaagheid: onduidelijkheid over wat de term precies betekend.
Extensionele vaagheid: onduidelijkheid over de gevallen waarop het
begrip slaat.
2. De begrippen hebben een open texture. Dit betekent dat de betekenis
van een juridisch begrip ter discussie staat. Het is afhankelijk van de
omstandigheden.
3. De toepassing van rechtsbegrippen kan ook problematisch zijn.
Mensen verschillen namelijk van mening over hoe een begrip gebruikt
wordt.
Het systeem van recht kan op verschillende, logische manieren worden
ingedeeld.
Objectief recht en subjectief recht
Het objectieve recht is de verzameling rechtsnormen. Dit is dus nauw verwant
aan het positieve recht, de rechtsnormen die hier en nu gelden. Subjectieve
rechten zijn de rechten die rechtssubjecten ontlenen aan de regels van het
objectieve recht. Oftewel subjectieve rechten zijn de rechten die wij krijgen door
alle regels en wetten die er bestaan.
Privaatrecht en publiekrecht
Privaatrecht is gericht op de rechtsverhoudingen tussen de burgers onderling,
dus tussen twee particulieren. Publiekrecht heeft betrekking op de overheid en de
zorg voor de algemene belangen.
,Het onderscheid tussen privaatrecht en publiekrecht komt neer op vier criteria
die hieronder in een tabel zijn uitgewerkt.
PRIVAATRECHT PUBLIEKRECHT
AARD VAN DE Tussen twee Er is een
BETROKKENEN PARTIJEN particulieren overheidsorgaan bij
In sommige gevallen wel betrokken
de overheid erbij
betrokken
AARD VAN HET TE Bescherming van Bescherming van
BESCHERMEN BELANG privé/particuliere algemene belangen
belangen
Uiteindelijk ook
algemeen belang omdat
het ervoor zorgt dat de
samenleving
functioneert
INITIATIEF TOT De burger neemt het De overheid neemt het
HANDHAVING VAN HET initiatief initiatief
RECHT
MIDDELEN TOT Mogelijkheid om bij de Strafvervolging,
RECHTSHANDHAVING rechter nakoming, bestuursdwang
ontbinding of
schadevergoeding te
eisen.
Internationaal privaatrecht bepaalt welke nationale regels er moeten worden
toegepast. Een andere naam hiervoor is het conflictenrecht.
Tot het publiekrecht behoort traditioneel het staatsrecht, bestuursrecht en
strafrecht. Het staatsrecht bevat de bevoegdheden en beperkingen van de
overheidsorganen. Het bestuursrecht betreft de relatie tussen bestuur en burger,
maar ook onderwijs en sociale zekerheid. Het strafrecht betreft de gevallen
waarin de overheid bij een schending van een wettelijke bepaling een sanctie kan
toepassen.
Formeel en materieel recht
Formeel recht heeft betrekking op de vorm en wijze waarop het recht wordt
gehandhaafd. Materieel recht heeft juist betrekking op de inhoudelijke
gedragsnormen, de echte ‘regels’ van wat wel en niet mag. Het is dus een
eenvoudig verschil: formeel recht heeft betrekking op procesrechtelijke regels, en
materieel recht op de inhoud van de rechten en plichten.
Dwingend en regelend recht
Dwingend recht wordt gevormd door de regels waarvan de burgers niet mogen
afwijken. Daarentegen mogen de burgers van het regelend of aanvullend recht
wel afwijken, mits zij eigen afspraken maken. Met de aanvullende regels beoogd
de wetgever duidelijkheid te scheppen en onenigheid te vermijden.
RIC Hoofstuk 11.4
Waaruit bestaat de rechterlijke macht? De rechterlijke macht wordt in
verschillende betekenissen gebruikt:
1. De zittende magistratuur: de rechter
, 2. De staande magistratuur: het Openbaar Ministerie
3. De schrijvende magistratuur: de griffiers
Echter zijn alleen de leden van de zittende magistratuur onafhankelijke
rechters, als in onderdeel van de rechterlijke macht in de zin van de trias
politica.
Het Nederlandse recht kent drie instanties: de eerste instantie is de
rechtbank, hierna kan je in hoger beroep gaan bij de tweede instantie. Dit is
het gerechtshof. Vervolgens is er nog een mogelijkheid tot cassatie bij de
Hoge Raad, de derde instantie.
De rechterlijke macht in Nederland wordt gevormd door de Hoge Raad, de vier
gerechtshoven en de elf rechtbanken. De Hoge Raad spreekt recht met drie
tot vijf raadsheren en kent drie kamers: de civiele kamer, de strafkamer en de
belastingkamer. De gerechtshoven spreken recht met drie raadsheren en
hebben dezelfde drie kamers. Tot slot spreken de rechtbanken recht met een
of drie rechters. Deze verschillende rechters zijn de politierechter, burgerlijke
rechter, voorzieningen rechter en kantonrechter.
In burgerlijke zaken is procesvertegenwoordiging (advocaat/adviseur)
verplicht. In strafrechtelijke zaken is het wel toegestaan om jezelf te
verdedigen zonder vertegenwoordiging. In bestuurszaken is rechtsbijstand
niet verplicht, maar gebeurt het wel zeer regelmatig.
Soeteman, A., ‘Interpretatiemethoden’ en ‘Enkele redeneervormen’
Rechtsvinding is in grote mate wetsinterpretatie. Traditioneel onderscheidt
men een aantal interpretatiemethoden:
Grammaticale interpretatie
De betekenis van een wettekst vaststellen door zo letterlijk mogelijk te
kijken naar wat er staat. Dus de spraakgebruikelijke betekenis.
Wetshistorische interpretatie
Dit gaat over hoe de wettekst tot stand is gekomen en hoe de wet is
geworden zoals die nu is. Ofwel de geschiedenis van hoe de wet tot
stand is gekomen.
Rechtshistorische interpretatie
Hierbij beroept de rechter zich op de betekenis van een wetsartikel uit
de rechtsgeschiedenis. Dus hoe hetzelfde recht in de
rechtsgeschiedenis voorkwam en werd toegepast.
Systematische interpretatie
Er wordt een beroep gedaan op het systeem en de samenhang van de
wet. Er wordt dus bijvoorbeeld gekeken naar andere bepalingen in
dezelfde wet. Is het ook van toepassing op dit artikel als je kijkt naar de
bredere zin van de wet.
Teleologische interpretatie
Hierbij wordt gekeken naar de achterliggende bedoeling van de wet,
naar het rechtvaardigheidsidee dat erachter zit. Men moet hier echter
terughoudend mee zijn in het strafrecht omdat het meer vrijheid geeft
bij de strafbepaling.
Interactionistische interpretatie
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jonnaruitenberg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.