Bestuurs(proces)recht
I (JUR-2BES1)
Werkcolleges 1-12
collegejaar 2021-2022.
Alle
colleges+aantekeningen.
,Werkcollege 1 Bestuursrecht I
Inspiratie voor essay: Vereniging voor bestuursrecht, vereniging administratief recht
Onderscheid bijzonder en algemeen bestuursrecht: wat is waar geregeld?
Het nemen van een besluit
- Bevoegdheid tot het nemen van een besluit
- Procedure voor het nemen van een besluit
- Inhoudelijke normen waaraan het besluit moet voldoen
Rechtsbescherming tegen een besluit Awb H 6,7,8
- Welke rechter bevoegd?
- Is er beroep in eerste en enige aanleg en zo nee, waar hoger beroep?
- Voorprocedure volgen alvorens beroep bij de bestuursrechter?
- Van toepassing zijnde procesregels bij de rechtbank/hoger beroep?
De bevoegdheid van een bestuursorgaan staan vaak in een bijzondere bestuurswet.
Daarin vind je de norm, gelede normstelling. Vaak meerdere regels nodig om 1
bevoegdheid terug te kunnen halen. Bijzonder bestuurswet raadpleeg je om te weten
waartoe ben ik als bestuursorgaan bevoegd? Awb: welke voorwaarden moeten zijn
voldaan wil je op een rechtmatige wijze besluit nemen?
Vraag 1
Stelling:
Voor het toepassingsbereik van de Algemene wet bestuursrecht is het besluitbegrip van
artikel 1:3, eerste lid, Awb belangrijker dan het begrip bestuursorgaan van artikel 1:1,
eerste lid, Awb.
Is deze stelling juist?
Deze stelling lijkt op het eerste oog niet juist, een besluit kan alleen genomen worden door een
bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1 lid 1 Awb. Een bestuursorgaan is dus belangrijker dan besluit.
Vraag wat betreft toepassingsbereik: als je het hebt over toepassingsbereik van Awb kom je al snel
bij het besluit begrip uit aangezien H3 en H4 volledig over het besluit gaat. De totstandkoming van
besluiten en rechtsbescherming tegen besluiten, dan zie je dat voor het besluitbegrip ook wel wat
hoort te zeggen. Je kunt wel bestuursorgaan hebben maar zonder besluit kom je ook niet bij het
bestuursorgaan uit.
A-orgaan is een orgaan van een rechtspersoon, B-orgaan alleen bij openbaar gezag eenzijdige
beïnvloeding van recht beïnvloeding van rechtssubjecten. B-orgaan begrip kom je mee in aanraking
als iemand een besluit neemt. Neem je geen besluit dan ben je geen bestuursorgaan. Dan zie je dus
dat de stelling zonder bestuursorgaan geen besluit, voor het b-orgaan niet opgaat. Een b-orgaan is
namelijk alleen een b-orgaan als hij een besluit neemt. (Dus B-orgaan: vaststellen rechtspositie
andere rechtssubjecten dit doe je door het nemen van besluiten). Je zou dus ook kunnen zeggen
dat een besluit nodig is om van een B-orgaan een orgaan te maken. Desondanks is geen van beide
belangrijker, ze zijn namelijk met elkaar verweven.
,Vraag 2
In de gemeente Wijchen zijn, zoals in iedere gemeente, bepalingen in de Algemene
Plaatselijke Verordening (APV, bijzonder bestuursrecht gebied) opgenomen inzake de
verkoop van waren met wagens, mobiele kramen, tafels e.d. Daartoe hanteert de APV het
instrument van de standplaatsvergunning. De relevante bepalingen van de APV luiden als
volgt:
Paragraaf 5.2.3 Standplaatsen
Artikel 5.2.3.1 Begripsomschrijving
1. In deze paragraaf wordt verstaan onder standplaats: het vanaf een vaste plaats op of
aan de weg of op een andere voor het publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen
plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of het anderszins
aanbieden van goederen of diensten, al dan niet gebruikmakend van fysieke middelen,
zoals een kraam, een wagen of een tafel.
2. Deze paragraaf is niet van toepassing op het innemen van een standplaats op de
gemeentelijke weekmarkt, als bedoeld in de Marktverordening.
Artikel 5.2.3.2 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden
1. Het is verboden zonder vergunning van het college van burgemeester en wethouders
een standplaats in te nemen of te hebben.
2. Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 *) kan de vergunning worden geweigerd:
a. indien voor het aanbod van de betreffende goederen reeds een of meer andere stand-
plaatsvergunningen zijn verleend en het verlenen van de aangevraagde vergunning een
over-concentratie van het aanbod van deze goederen zou opleveren;
b. indien de standplaats hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet voldoet
aan eisen van redelijke welstand;
c. vanwege strijd met een geldend bestemmingsplan;
Artikel 5.2.3.3 Toestemming rechthebbende
Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder
vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen.
Artikel 1.8 Algemene weigeringsgronden
Een krachtens deze verordening benodigde vergunning of ontheffing kan door het daartoe
bevoegde gezag worden geweigerd in het belang van:
a. de openbare orde;
b. de openbare veiligheid;
c. de volksgezondheid;
d. de bescherming van het milieu.
Als je leest standplaatsvergunning moet je dus meteen kunnen schakelen naar de vraag
wat is dit voor iets? In deze casus is het een beschikking.
A Geef aan welke hoofdstukken en/of delen daarvan van de Algemene wet bestuursrecht
van toepassing zijn op de verlening en eventuele weigering van de standplaatsvergunning.
- Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen (altijd van toepassing) heb je nodig om te weten wat
bepaalde begrippen betekenen
- Hoofdstuk 2 Verkeer tussen burgers en bestuursorganen zodra je met een bestuursorgaan
te maken hebt, in dit geval het college, je weet dat het een bestuursorgaan is door het
, bijzondere bestuurswet, in dit geval de APV. Je ziet dan in 5.2.3.2. dat het verboden is om
zonder vergunning van het college en standplaats te houden, dit is dan gelijk de bevoegdheid
- Hoofdstuk 3 Algemene bepalingen over besluiten (verlenen standplaatsvergunning is een
besluit), vaak ter voorbereiding van een besluit
- Hoofdstuk 4 Bijzondere bepalingen over besluiten, Titel 4.1 Beschikkingen (individueel
besluit).
Je herkent hieruit de gelaagde structuur van de Awb, voor 1 en dezelfde handeling moet je meerdere
artikelen raadplegen om te weten hoe en wat.
Art. 1:3 lid 2 definitie beschikking. Niet van algemene strekking met in begrip van afwijzing
aanvraag. Afwijzing van aanvraag wordt met een besluit gelijkgesteld. Heeft te maken met
rechtsgevolg wat er eigenlijk niet is. Dit doen we vanwege rechtsbescherming, omdat als er
geen besluit is je dan niet met de normen van de Awb in aanmerking komt, dus wil je toch
dat de Awb van toepassing is moet je toch een weg verzinnen en dat is hiermee gebeurd.
B Staan er in de gemeentelijke APV, naast de bepalingen van de Awb, ook relevante
bepalingen inzake het verlenen van de standplaatsvergunning?
Ja,
- artikel 5.2.3.1. lid 1. Je wilt namelijk wel weten of jij als bestuursorgaan bevoegd bent dus je
moet weten of het daadwerkelijk om een standplaats gaat. Als het niet het geval is kan je
namelijk niet een vergunning verlenen omdat je dan niet bevoegd bent. Art. 3:2 Awb
Zorgvuldige voorbereiding. Je moet als bestuursorgaan de nodige kennis omtrent de
relevante feiten vergaren. Of er sprake is van een standplaats is zeker wel een relevant feit
en dus moet het bestuursorgaan hier onderzoek naar doen.
- artikel 5.2.3.2. Standplaatsvergunning en weigeringsgronden, artikel 1.8 Algemene
weigeringsgronden.
Op de Wijchense Kasteellaan is een standplaatsvergunning verleend voor het periodiek
met een kraam verkopen van fruit e.d. Overbuurman Jansen stelt van deze kraam overlast
te ondervinden; bovendien vindt hij dat de kraam het monumentale aanzien van de
Kasteellaan schaadt. Hij dient tegen de verlening een bezwaarschrift in bij burgemeester
en wethouders, dat ongegrond wordt verklaard.
C Tegen deze ongegrondverklaring gaat Jansen in beroep bij de rechtbank Gelderland, op
grond van artikel 8:1 Awb, dat zegt dat "een belanghebbende kan tegen een besluit
beroep instellen bij de bestuursrechter". Wat wordt in artikel 8:1 Awb bedoeld met de
begrippen: besluit, belanghebbende en beroep?
In artikel 8.1 Awb wordt bedoeld met besluit: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan,
inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling, art. 1:3 Awb.
In artikel 8.1 Awb wordt bedoeld met belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een
besluit is betrokken. 1:2 lid 1 Awb