Samenvatting Ontwikkeling deel 2
,Hoorcollege Core Knowledge, Neuroconstructivisme en
Hersenontwikkeling
Core Knowledge
Constructivisme gaat tegen core knowledge in. Constructivisme: een kind is geen passieve
opslurper van informatie, maar gebruikt zintuigen en motoriek om actief de omgeving te
exploreren en zo eigen kennis te construeren.
APGAR-score gaat over wat een baby kan bij geboorte:
, - Appearance (Is de baby roze en gezond of blauw door ademnood)
- Pulse (Baby’s horen hoge hartslag te hebben, zo niet dan is dat niet goed)
- Grimace (Reactie op prikkels, huilen bij geboorte)
- Activity (Spierspanning)
- Respiration (Regelmatige ademhaling)
Reflexen:
- Rooting reflex
Bij over de wang strelen gaat de mond open voor voedingsinname
- Moro reflex
Bij vallen gaan de armen omhoog, stamt van apen babys
die zich vasthouden aan de vacht, is nu nutteloos dus
gaat ook vrij snel weer weg bij de mens
- Palmer grasp
Stevig vastpakken met vuist, hier ook vanuit aapachtig
vastpakken aan vacht van moeder
Habituatie - Dishabituatie
Met dit paradigma kan bepaald worden of een baby onderscheid
kan maken, de afhankelijke maat is bijv. fixatietijd, hartslag,
kijktijd. Dit paradigma kan gebruikt worden om te kijken of baby’s
het verschil kunnen zien tussen bijv. emoties, auditief, etc.
Nieuwe technieken: EEG, fMRI, eye-tracking
Baby’s worden geboren met vier basissystemen van kennis:
1. Objecten - 3 principes van aangeboren kennis:
1. Continuïteit
Een object beweegt van een locatie naar de
andere volgens een continu pad en kan niet op
twee plaatsen tegelijk zijn. Continuity violation en
solidity violation
2. Cohesie
Objecten hebben grenzen en hun onderdelen
blijven als een geheel bij elkaar. Connectedness
violation en boundedness violation
3. Contact
Een object moet contact maken met een ander object om het in beweging te
krijgen. Action on contact violation en no action at a distance violation
2. Personen
Baby’s weten dat sociaal gedrag doelgericht,
efficiënt (wijzen naar iets), voorspelbaar en
wederzijds (hoi terug zeggen) is. Oogcontact
en imitatie zijn hierbij belangrijk,
spiegelneuronen.
Studie: Pasgeborenen kijken langer naar
foto’s waar ze direct worden aangekeken en draaien hun hoofd vaker naar de foto