Evidence Based Practice (EBP)
Practice = handelen
Based = gebaseerd op
Evidence = overtuigend bewijs
Inleiding:
Als je op een bepaalde manier iemand behandelt wil je weten of je
behandeling ook ‘werkt’. Als je iets doet, beweert of adviseert moet je het
‘hard’ kunnen maken. Handelen op basis van bewezen, aangetoonde
werking. ‘Bewijs’ komt uit wetenschappelijke onderzoeken.
De ‘wetenschappelijk wereld’
Onderzoek doen: op basis van waarnemingen min of meer ware uitspraken
kunnen doen over de werkelijkheid
Blokbok
Wie in de gezondheidszorg werkt, handelt. Wie handelt., moet zijn
handelen ergens op baseren. Daarvoor zijn er verschillende bronnen:
kennis van wetenschappelijke theorieën en wetenschappelijk aangetoonde
en bewezen feiten, andere hooggeleerde en ervaren mensen om je heen
die als voorbeeld dienen enz. maar ook je niet systematische ongedane
zoals je intuïtie, eigen ervaring, je ‘gezonde verstand’, gewoonten,
toevallige gebeurtenissen, vooroordelen. wensen gemakzucht of
redenering op basis van bijvoorbeeld fysiologische kennis.
Quote:”Gezond verstand is niets meer dan een bewaarplaats van de
vooroordelen die je geest voor je achttiende heeft opgeslagen.”
EBP heeft te maken met gezond verstand, logisch redeneren, statistiek,
onderzoeksmethodologie, en het aanleren van een kritische
(=onderscheidende) houding.
De overtuigingskracht van een onderzoek (op volgorde van meer naar
minder overtuigend):
- Meta analyse of systematic review:
Bestaat uit het combineren van andere onderzoeken over hetzelfde
onderwerp. Men voert er opnieuw berekeningen over uit.
- Review:
Overzichtsartikel waarin de stand van zaken met betrekking tot
systematische (via strikt wetenschappelijke onderzoeksmethoden
vergaarde) kennis en minder systematische vergaarde kennis wordt
geïnventariseerd.
- Experimentele studie/interventiestudie -> randomized controlled trial:
Wordt in het boek ‘cijfers spreken’ behandeld als ‘echt experiment’. Met
meestal voor en nameting.
,- Observationele studie:
Wordt in het boek ‘cijfer spreken’ behandeld als ‘achteraf experiment’.
Hier wordt met observationeel bedoeld dat je als onderzoeker maar moet
afwachten wat je te zien krijgt, en dus niet zelf de variabelen kunt
manipuleren. Twee belangrijke varianten zijn het cohortonderzoek
(prospectief) en de zogeheten case control studie (retrospectief).
Voor een cohort onderzoek wordt een groep wat betreft het onderwerp van
het onderzoek gezonde mensen geselecteerd en gedurende een bepaalde
tijd gevolgd. Deze mensen moeten ‘at risk’ zijn, wat betekend dat ze in
principe de onderzochte ‘kwaal of ziekte’ of wat dan ook moeten krijgen.
In case control (ook wel patiënt control) studie kijk men daarentegen juist
terug, dus is zo’n onderzoek retrospectief.
- Case-report/casuïïstische mededeling:
De laatste categorie ‘onderzoeken’ betreft eigenlijk de beschrijving van
losse, eenmalige gevallen. Dat kan heel nuttig zijn, maar er causale
conclusies aan verbinden is erg ‘tricky’.
,Hoofdstuk 1
Onderzoek: Goed beginnen
Onderzoek is de doelgerichte activiteit om voor het helpen oplossen van
een onderkend probleem kennis op te doen die nieuw is.
Onderzoek wordt getoetst op, moet voldoen aan voorwaarden: objectief,
controleerbaar, herhaalbaar en systematisch.
Objectiviteit betekend dat je afziet van je eigen mening, oordelen,
vooroordelen, wensen en overtuigingen. je laat de werkelijkheid zelf
spreken en accepteert die zoals hij is.
Doelstelling is het waarom van het onderzoek, wat wil je bereiken
(verbeteren, inzicht krijgen, opstellen).
Probleemstelling is het wat van het onderzoek, wat moet je weten, de
vraag waar het onderzoek antwoord op moet geven.
De vraag moet concreet, scherp en ondubbelzinnig geformuleerd worden.
Voor de formulering van een probleemstelling gebruik je PICO.
P Problem (patient of population)
I Intervention
C Comparison
O Outcome
Voorbeeld:
Werkt,
gegeven een bepaald Probleem, een bepaalde Patienten of een bepaalde
Populatie (P),
een bepaalde ‘behandeling’ (I),
beter/anders/slechter dan een andere/gebruikelijke/geen behandeling (C),
voor het bereiken van een bepaald resultaat (O)?
Een onderzoeksproces heeft verschillende fases:
Fase 1: formuleren van de probleemstelling een onduidelijke vraag krijgt
nooit een duidelijk antwoord.
Fase 2: ontwikkelen van een onderzoeksopzet.
Fase 3: verwerven van gegevens.
Fase 4: verwerken van de gegevens.
Fase 5: interpreteren en conclusies trekken.
Fase 6: rapporteren.
Kwantitatief onderzoek: aard en betekenis van verschijnselen achterhalen,
hoeveel- en hoe groot- vragen, zoveel mogelijk in getallen en cijfers
, Kwalitatief onderzoek: interpreterend, gaat over ervaringen, welke
motieven hebben mensen voor hun gedrag, beantwoorden van wat-,
waarom- en hoe vragen
Een wetenschappelijk artikel bevat altijd de volgende
hoofdstukken/paragrafen:
- Titel (en auteurs)
- Samenvatting = abstract = summary
- Inleiding
- Gebruikte materialen en methoden
- Resultaten (waarbij ook getallen / uitkomsten zijn gegeven in tabel of
figuur)
- Discussie
- Soms conclusie