Belangrijkste info
College 1 – school als pedagogische context
Generieke vaardigheden: intelligentie, executieve functies (brede vaardigheden).
- Grotendeels aangeboren; evolutionaire relevantie: gezichten herkennen, luisteren, praten.
Specifieke vaardigheden: taal, lezen, spellen, begrijpend lezen, rekenen.
- Grotendeels aangeleerd; de vaardigheid heeft een specifieke toepasbaarheid.
- Generieke vaardigheden toepassen om specifieke vaardigheden aan te leren.
Geboortemaandeffect: de maand waarin je bent geboren bepaald de positie van een kind in de klas.
- Oudere leerlingen (ma-apr-mei) hebben zich cognitief al verder kunnen ontwikkelen dan de
jongere kinderen (okt-nov-dec), wat de oudere kinderen een voorsprong geeft.
Jongere kinderen minder zelfvertrouwen, standaard te hoog gegrepen, minder
ontwikkeld en/of kunnen onderschat worden door de docent.
Blijven zitten (doubleren): geen verschil tussen leerlingen die wel/niet blijven zitten. Korte termijn
werkt het, op lange termijn niet. Nadelen zijn groter dan de voordelen.
- Slecht presteren en gedragen op school komt voort uit diverse risicofactoren in het kind en in
de omgeving, die niet worden aangepakt door te blijven zitten.
- Remediërende aanpak nodig, gericht op het wegnemen van risicofactoren of versterken
protectieve factoren.
Versnellen: jong starten, klas overslaan (meest ingrijpend), sneller door de stof gaan of vakken op
een hoger niveau volgen (plusklas).
- Positief effect op schoolprestaties (academische uitdaging & betere prestaties).
- Nauwelijks effect op sociaalemotionele ontwikkeling.
- Alleen effectief voor leerlingen met aangetoonde academische, sociale & emotionele
volwassenheid.
, College 2 – zorg op school 1
Wet passend onderwijs: regulier onderwijs moet een passende plek bieden aan leerlingen met
ondersteuningsbehoeften. Model die nu op ons zorgcontinuüm is gebasseerd;
Response to Instruction model (Vaughn & Vuchs, 2003): Niet meer kindgericht kijken naar
problematiek, maar naar het aanpassen van de omgeving. Als dat niet blijkt te werken wordt er
gekeken naar problematiek bij het kind. Leerlingen worden pas als kinderen met leerproblemen
gezien als zij dramatisch achterblijven qua leerstof op hun klasgenoten.
Passend onderwijs: mooi idee, niet effectief.
- Terugdringen leerlingen naar speciaal onderwijs niet verminderd.
Cognitieve belastingstheorie (Harris et al., 2017) over werkgeheugen: als we een taak willen
uitvoeren vraagt dat inspanning van het werkgeheugen (alle kennis die je op 1 moment hebt om iets
te doen), daarna is het overbelast. Als je tijdens het schrijven van een tekst over elk woord moet
nadenken is het moeilijk om te bedenken waar je over schrijft. Automatische vaardigheden nodig.
Kinderen moeten eerst een voorbeeld krijgen & daarna begeleid inoefenen (schrijfvaardigheid)
- Worked examples: geen geheugencapaciteit nodig om te denken aan oplossingen.
- Expertise reversal: wanneer een oplossingsstrategie is verworven, ervaring opdoen door het
toepassen op zo veel mogelijk nieuwe problemen om specifieke kennis in
langetermijngeheugen te verzamelen.