Psychologie van arbeid en gezondheid
S. K
Deeltentamen 2
Samenvatting
Cursuscode: PB0214
Tekstboek: Schaufeli, W., & Bakker, A. (Eds.) (2020). Psychologie van arbeid en
gezondheid (vierde geheel herziene druk). Bohn Stafleu van Loghum.
Deze samenvatting is geschreven voor deeltentamen 2 van de cursus Psychologie van arbeid
en gezondheid. Het bevat de relevante hoofdstukken uit het tekstboek, relevante informatie
en opdrachten uit Yourlearn en de artikelen. Kortom, alle stof voor het tentamen.
,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 7 Counseling, coaching, en online-interventiemethoden................................................................4
Youlearn.........................................................................................................................................................12
Hoofdstuk 8 arbeidsre-ïntegratie en arbeidsrerehabilitatie...........................................................................13
Youlearn.............................................................................................................................................................22
Artikel IGLOO: An integrated framework for sustainable return to work in workers with common mental
disorders (Nielsen et al)............................................................................................................................... 23
Youlearn.............................................................................................................................................................25
Hoofdstuk 9 Werk- en organisatiegerichte interventies................................................................................28
Youlearn.........................................................................................................................................................34
Hoofdstuk 10 Positieve interventies om welbevinden op de werkvloer te verhogen.....................................35
10.1 Inleiding............................................................................................................................................... 35
Youlearn.........................................................................................................................................................40
Hoofdstuk 23 Succesvol ouder worden en duurzame inzetbaarheid op het werk..........................................41
Artikel: Succesvol ouder worden op het werk (De Lange et al)......................................................................48
Artikel: Succesvol ouder worden op het werk? Positief psychologische perspectieven op zelfmanagement op
het werk (De Lange et al)............................................................................................................................. 50
Youlearn: Duurzame inzetbaarheid en succesvol ouder worden (Interview – video) (6.1)................................55
Artikel Lichaamsbeweging als remedie tegen werkgerelateerde vermoeidheid (De Vries).............................59
Artikel stimuleer gezondheid, welzijn en duurzame inzetbaarheid van uw medewerkers. Toolkit (Rantala et
al)................................................................................................................................................................ 63
Youlearn Video Leefstijl en duurzame inzetbaarheid (de Lange)..................................................................64
Hoofdstuk 26 Leiderschap en gezondheid op het werk.................................................................................64
Youlearn.........................................................................................................................................................67
Youlearn.........................................................................................................................................................68
Youlearn Interviewfragment leiderschapsstijlen in relatie tot succesvol ouder worden (de Lange)...........69
Hoofdstuk 22 Diversiteit op het werk........................................................................................................... 70
Youlearn.........................................................................................................................................................74
Artikel Naar effectief diversiteitsbeleid: het bouwen van bruggen tussen wetenschap en praktijk (Ellemers et
al)................................................................................................................................................................ 75
Youlearn.........................................................................................................................................................79
Hoofdstuk 24 Pesten op het werk................................................................................................................. 81
Artikel De donkere kant van online werken: naar een definitie en een emotiereactiemodel van cyberpesten
op de werkplek (Vranjes et al)...................................................................................................................... 85
2
, Youlearn.........................................................................................................................................................89
Artikel: Inzichten in pesten op de werkplek: psychosociale drijfveren en effectieve interventies (Escartin et
al.)............................................................................................................................................................... 91
Youlearn.........................................................................................................................................................93
Hoofdstuk 17 Technologie, gezondheid en welbevinden...............................................................................93
Artikel: De invloed van technologische vernieuwingen op de kwaliteit van werk en welzijn: een
systematische literatuurstudie (Plomp et al)................................................................................................96
Youlearn.........................................................................................................................................................99
Hoofdstuk 25 Baanonzekerheid.................................................................................................................. 100
Youlearn.......................................................................................................................................................104
Artikel De vergelijking van werklozen en baanonzekeren naar welzijn en gezondheid: een systematisch
literatuuroverzicht (Schopf et al)................................................................................................................ 106
Youlearn.......................................................................................................................................................109
Hoofdstuk 11 Onderzoek binnen de psychologie van arbeid en gezondheid................................................110
Youlearn.......................................................................................................................................................116
Youlearn.......................................................................................................................................................119
Hoofdstuk 12 Interventieonderzoek in organisaties....................................................................................121
Youlearn.......................................................................................................................................................129
Artikel Richtlijnen voor goede praktijken voor positieve psychologisch interventie onderzoekontwerp +
Youlearn (Van Zyl et al).............................................................................................................................. 130
3
,Hoofdstuk 7 Counseling, coaching, en online-
interventiemethoden
7.1 Inleiding
Steeds vaker faciliteren organisaties in het realiseren van ontwikkelingswensen van hun
medewerkers. De markt voor trainingen en individuele begeleiding in de vorm van coaching blijven
jaarlijks groeien. Er zijn ook medewerkers die aan hun persoonlijke en professionele ontwikkeling
willen werken, omdat zij tegen grenzen van het eigen kunnen, stress en burn-out aanlopen. Van de
Nederlanders ervaart 17% burn-out klachten, 10% voldoet niet aan de psychische eisen van het werk
en 50% verwaarloost familieactiviteiten vanwege werk. Om medewerkers te faciliteren in
ontwikkelingswensen, functioneren en geluk kan een werkgever overwegen om werk-of taak
aanpassingen door te voeren, scholing aan te bieden of een individuele interventie (coaching en
counseling) te verzorgen.
7.2 Interventies op basis van zwaarte casuïstiek en inzet begeleidingsprofessional
Interventievormen worden afgezet tegen twee dimensies.
zwaarte van de casuïstiek
mate van tijdsinvestering van de begeleidingsprofessional
Dit schema laat zien dat de rol van de begeleidingsprofessional verschilt per zwaarte van de
casuïstiek. Een zwaardere casuïstiek vraagt om meer inzet van de professional. Bij ernstige casuïstiek
of bij een psychische stoornis waarbij kortdurende begeleiding niet voldoende is, is het nodig door te
verwijzen naar een therapeut voor psychotherapie.
Counseling is kortdurende individuele psychosociale begeleiding voor mensen die emotionele of
sociale problemen hebben of dreigen te krijgen. Dit wordt bijvoorbeeld ingezet bij rouwverwerking
en begeleiding naar werkhervatting.
Coaching wordt ingezet bij een ontwikkelingswens waarbij geen manifeste problematiek is. Denk
hierbij aan persoonlijke effectiviteit willen vergroten en vaardigheden opdoen. Coaching is het
creatieve proces waarbij de cliënt als partner wordt geïnspireerd en uitgedaagd om tot maximale
persoonlijke en professionele potentieel te komen (ICFer wordt naar een doel toegewerkt).
Binnen counseling en coaching is een belangrijke rol weggelegd voor de begeleidingsdeskundigen
waardoor deze interventievormen vrij arbeidsintensief en daarmee relatief kostbaar zijn. E-coaching
en e-counseling zijn daarom gewenste vormen.
7.2 Herkomst en werkende ingrediënten
Wetenschappelijk onderzoek naar counseling en coaching staat nog in de kinderschoenen. Wel
weten we dat de meest gebruikte methoden en technieken te herleiden zijn naar psychotherapie.
4
,Psychotherapie is een behandelingsvorm voor mensen met psychosociale problemen en/of
psychiatrische stoornissen.
De bekendste psychotherapie vormen:
o Gedragstherapie: gericht op het veranderen en aanpassen van ongezond gedrag
o Cognitieve therapie: gericht op het veranderen en aanpassen van disfunctionele gedachten
o Psychodynamische therapie: gericht op het zichtbaar maken van onbewuste gedachten en
vergeten ervaringen
o Schematherapie: gericht op het achterhalen en aanpassen van de oorsprong van bepaalde
gedragspatronen
o Interpersoonlijke therapie: gericht op het begrijpen en veranderen van ongezonde interacties
met anderen
o Cliëntgerichte therapie: gericht op inzicht en vergroten van de persoonlijke kracht van de
cliënt
o Oplossingsgerichte therapie: gericht op sterke kanten en hulpbronnen van de cliënt
o Acceptance and commitment therapy (ACT): waarbij de context en waarden van cliënt
centraal staan
Als het gaat om welke interventie het beste resultaat oplevert gaan onderzoekers uit van twee
benaderingswijzen die fundamenteel van elkaar verschillen:
o Specifieke factoren: gaat ervan uit dat de effectiviteit van de therapie wordt bepaald door de
aanwezigheid van specifieke factoren. Bv schematherapie richt zich op gedragspatronen die
door de cliënt vanuit het verleden ontwikkeld zijn en nu disfunctioneel zijn; dit schema wordt
uitgedaagd. Wanneer het schema is uitgedaagd en daardoor minder sterk aanwezig is, is dat
bepalend voor het succes van de therapie. Samenvattend wordt de doelstelling (gebaseerd
op specifieke factoren) van een therapie gebruikt om achteraf te bepalen in welke mate de
therapie succesvol was. Op deze manier kunnen therapieën die van elkaar verschillen wat
betreft opzet, focus en de uitvoering toch even succesvol zijn in het behalen van de eigen
doelstellingen.
o Generieke factoren (dodo-effect Wampold-dodo Alice in Wonderland): therapie is vooral
effectief dankzij factoren die in vrijwel elke therapievorm terugkomen, generieke factoren.
De benadering benadrukt dat zolang een therapie bepaalde generieke factoren bevat, het
niet uitmaakt welke vorm van therapie je kiest. De therapieën zijn onderling inwisselbaar. De
generieke factoren die onderscheiden worden zijn:
o Motivatie en hoop: zonder de wil om te leren, de wil om te groeien, de hoop en
verwachting dat verandering mogelijk is, zal therapie niet van de grond komen
o Therapeutische relatie: empathische therapeut nodig die de therapie vormgeeft,
consistent aanwezig is en gedurende het proces steun geeft
o Therapeutische ingrediënten: alle ingrediënten die gezond gedrag bewerkstelligen en
de cliënt laten ervaren dat zijn klachten te duiden zijn vanuit een bepaald kader en
dat eraan gewerkt kan worden
Succes van de therapie is afhankelijk van de therapeutische relatie en de kenmerken van de patiënt
en therapeut. Een goede band tussen de therapeut en cliënt, gemotiveerde cliënten en een
empathische therapeut lijken het verschil te maken. Een precieze therapie lijkt niet heel veel uit te
maken.
7.4 Counseling als interventie
7.4.1 Definitie en kenmerken
Counseling wordt vooral ingezet voor medewerkers met negatieve gevoelens, moeheid, gebrek aan
energie, spanningsklachten, hoofdpijn of lusteloosheid. Het is gestoeld op het medisch model. Dit
model gaat ervanuit dat er sprake is van disfunctioneren dat verholpen kan worden.
5
,Klachtenreductie is een belangrijke onderdeel. De definitie van counseling bevat 4 belangrijke
kernwoorden:
o Kortdurend
o Individueel
o Psychosociaal
o Begeleiding
Counseling is een kortdurende vorm van individuele psychosociale begeleiding.
Kortdurend
Meestal 1 tot 8 sessies die een uur tot 1,5 uur duren. Bij dusdanige complexe problematiek wordt de
cliënt doorverwezen richting therapie.
Individueel
Het betreft een 1 op 1 begeleidingsrelatie binnen een veilige en afgebakende omgeving. Er wordt
geen informatie verschaft aan anderen. De werkgever mag hier ook niet naar vragen.
Psychosociaal
Hiermee wordt de aard van de begeleiding bedoeld, een wisselwerking tussen het psychische en
sociale. Psychisch functioneren heeft betrekking op iemands overtuigingen, gedachten en gevoelens.
Sociaal functioneren betreft iemands omgang met de wereld om zich heen, zoals andere mensen,
werk of instanties. Sommige counselingpraktijken werken niet enkel psychosociaal, maar werken
vanuit het biopsychosociale model; ook lichamelijke elementen worden meegenomen, zoals
slaaptekort, spanning en overmatige stressreacties. Hierbij wordt gebruik gemaakt van oefeningen
die de cliënt helpen de signalen van het lichaam beter te herkennen en te reguleren. Draagbare
sensoren kunnen ook nuttig zijn.
Begeleiding
Counseling bestaat vooral uit gespreksvoering, waarbinnen de focus wordt gelegd op:
o Klachtenreductie
o intakegesprek waarin het probleem en de ernst van de klachten worden onderzocht
o starten met ontspanningsoefeningen waarna ruimte ontstaat om de aanleiding en de
in stand houding van de klachten te onderzoeken
o uitleg en voorlichting over de klachten
o vervolgens wordt er samen bekeken welke concrete acties er nodig zijn om de
klachten het hoofd te bieden
o Gesprekken
dit vindt plaats na de intake
sturen op het verkrijgen (dmv de juiste vragen, actief en empathisch luisteren) van
nieuwe inzichten voor de cliënt waarmee aan de slag kan worden gegaan
er wordt uitgebreid gesproken over gevoelens, ervaringen en wensen van de cliënt
o Oefeningen/huiswerk
oefeningen tijdens het gesprek en voor thuis als huiswerk
Einde behandeling
Door de inzichten en ontstane veranderingen in overtuigingen, gedachten, gevoelens en gedrag krijgt
de cliënt meer grip op de situatie. Dit komt het psychisch en het sociaal functioneren ten goede. Ook
wordt er gewerkt aan het bestendigen van de veranderde overtuigingen en het veranderde gedrag.
Richting het einde van de interventie wordt vaak een terugvalpreventieplan opgesteld.
7.4.2 De bakermat van counseling: cliëntgerichte therapie
6
,Vanuit de VS werd in Nederland counseling bekend in de jaren 60. In de VS werkte Carl Rogers als
behandelaar. Hij mocht zijn werk geen psychotherapie noemen, omdat hij de kwalificatie niet bezat.
Rogers noemden zijn behandelingen daarom counseling (raadgeven). Hij ontwikkelde een
interventievorm als basis voor zijn counseling; cliëntgerichte therapie. Bij de cliëntgerichte therapie
staat het inzicht van de cliënt zelf centraal; ieder mens weet zelf het beste wat er met hem aan de
hand is en wat goed voor hem is. De behandelaar begeleidt slechts en faciliteert de genezing door
zijn cliënt in zijn hele volledigheid te accepteren. Er wordt gesproken van cliënt en niet patiënt. Deze
behandelingswijze heeft positieve effecten op het gevoel van regie en de motivatie van de cliënt.
7.4.3 De basishouding van de counseler
3 basiselementen van de counseler:
o empathie: de mate waarin de counseler in staat is om zich te verplaatsen in de cliënt en
begrip toont voor de innerlijke staat van de cliënt. Dit gaat een stap verder dan het tonen van
sympathie (medeleven). Counseler laat zien dat hij de cliënt kan volgen en de gevoelens
normaal zijn. Empathie is medebepalend voor en het succes van een behandeling, omdat het
een essentieel onderdeel is van een effectieve therapeutische relatie.
o onvoorwaardelijke acceptatie: de counseler accepteert de cliënt met al zijn grilligheden. De
cliënt is vrij om zijn gevoelens en ervaringen te delen. De counseler luistert zonder oordeel.
o congruentie: de counseler doet zich niet voor als iemand anders en uit zijn gevoelens en
gedachten ten opzichte van de cliënt openlijk. Bij de cliëntgerichte therapie gaat men ervan
uit dat ongelukkige mensen incongruent zijn: ze stoppen hun innerlijke belevingswereld
(gedachten en gevoelens) weg of vinden dit onbelangrijk en gedragen zich zoals ze denken
dat ze zich moeten gedragen ipv hoe ze zich eigenlijk willen gedragen (verbaal en non-
verbaal). De meeste mensen die in counseling gaan zijn incongruent. De counseler helpt de
cliënt congruenter te worden door zelf een congruent rolmodel te zijn en moedigt eerlijkheid
en oprechtheid van de cliënt aan mbv onvoorwaardelijke acceptatie.
Geen gereguleerd beroep
Vanuit de overheid zijn er geen richtlijnen vastgesteld voor deze professie en de titel ‘counseler’
heeft geen wettelijke bescherming. Hierdoor kan iedereen zichzelf counseler noemen en zodanig aan
de slag gaan. Overigens geldt dit ook voor de titel psycholoog, therapeut en coach, deze zijn
eveneens niet beschermd. Om de kwaliteit van counseling te waarborgen, zijn er verschillende
beroepsvereniging van counselors die zich inzetten voor het vak, zoals de Nederlandse Associatie
voor Counseling, de Algemene Beroepsvereniging voor Counseling en de Landelijke Vereniging voor
Psychosociaal Werk. Elk van deze beroepsvereniging heeft een eigen competentieprofiel,
gedragscodes en beroepscodes waar de counseler zich aan dient te houden.
7.5 Coaching als interventie
7.5.1 Definities
Er bestaan veel definities voor coaching. Wij hanteren de definitie vanuit het ICF: coaching is het
creatief proces waarbij de cliënt als partner wordt geïnspireerd en uitgedaagd om tot zijn of haar
maximale persoonlijke en professionele potentieel te komen.
Het ICF is het grootste internationale beroepsorganisatie en heeft 11 competenties opgesteld die een
coach zou moeten bezitten. Bij deze competentie wordt het duidelijk dat partnerschap staat voor
een gelijkwaardigere relatie: de coach is niet de alwetende expert. Bij coaching is er geen
hiërarchische verhouding. Men spreekt over het potentieel van de persoon en niet over problemen.
Sommige coaches duiden hun cliënt aan als coachee.
7.5.2 Van probleemgericht naar ontwikkelingsgericht
In de jaren 60 kwam er een veranderende kijk op leiderschap, ontstonden er nieuwe theorieën over
organisatieontwikkeling en was er een bredere verspreiding van inzichten uit de psychologie. In de
7
, jaren 80 brak coaching op grote schaal door binnen het bedrijfsleven en werden de termen coaching
en coach veelvuldig gebruikt. Toen de tijd lag er nog nadruk op het medisch model: verminderen of
oplossen van problematisch gedrag. Hierdoor hing er een taboe rondom coaching. Tegenwoordig
wordt coaching ingezet als een preventieve en ontwikkelingsgerichte interventie. Het wordt nu
gezien als een kracht in plaats van een zwakte. Het begrip coachcultuur doet zijn intrede; een
organisatiecultuur waarbinnen het normaal is om coaching in te zetten bij de professionele
ontwikkeling van medewerkers.
Organisaties en thema 's
Tegenwoordig wordt coaching op alle niveaus binnen een organisatie aangeboden en coaching kent
specialisaties:
o executive coaching: gericht op leiderschapsontwikkeling
o performance coaching: gericht op prestatieverbetering
o loopbaancoaching: gericht op carrière- en loopbaanvraagstukken
o teamcoaching: gericht op het verbeteren van samenwerking binnen teams
o lifecoaching: gericht op persoonlijke ontwikkeling en groei
o lifestylecoaching: gericht op het realiseren van een gezonde levensstijl
Uit onderzoek blijkt dat de top 5 van coachvragen vooral werkgerelateerde thema ’s bevatten:
o werk-privébalans
o zelfontplooiing
o stress en burn-out
o samenwerken met collega’s of functioneren in een team
o loopbaan
Vooralsnog lijkt 2/3 van de coachtrajecten betaald door de werkgever. De Nederlandse overheid stelt
sinds 2019 op bescheiden schaal en voor specifieke doelgroepen subsidies beschikbaar voor
loopbaancoaching en lifestylecoaching.
7.5.3 effectief inzetten van werkgerelateerde coaching
De volgende elementen komen in de gehanteerde definities van coaching steeds terug:
o gestructureerd en doelgericht proces
o gericht op groei en ontplooiing van de cliënt
o gelijkwaardige relatie tussen coach en cliënt
o de cliënt bepaalt zijn eigen doelen
Studies gericht op coaching op de werkvloer laten zien dat coaching een positief effect heeft op de
volgende gebieden:
o versterken van de manier waarop iemand omgaat met problemen, stress en nare situaties;
coping technieken
o verbeteren van de manier waarop iemand streeft naar het behalen van doelen; doelgerichte
zelfsturing
o verbeteren van iemands houding tav werk; werkattitude
o vergroten van de motivatie
o leren van nieuwe vaardigheden
o verbeteren van prestaties op het werk
o vergroten van welzijn
Gebruik van methoden en technieken
8