Samenvatting over alles wat belangrijk is voor het tentamen privaat en publiek recht. Het complete boek is samengevat op hoofdstuk 6 na. Zelf met deze samenvatting een 7,2 gehaald.
Hoofdstuk 1 terreinverkenning
1.2 functies van het recht
Normatieve functie rechtsnormen zoals moord, diefstal, verkrachting, terroristische
aanval en discriminatie. De meeste rechtsnormen veranderen niet.
Geschil oplossende functie de rechterlijke macht die bij uitsluiting oordeelt of iemand
moet worden gestraft en zo ja, op welke wijze en met behulp van welke procedure.
Additionele functie functie van het recht: als partijen vergeten zijn op een bepaald punt
afspraken te maken, geeft het recht aan welke regel geldt tenzij er wel afspraken zijn
gemaakt dan gaan die afspraken voor.
Instrumentele functie dingen die je niet aan mensen zelf kunt overlaten zoals de
wetgeving op de weg. De wetgever hakt de knoop door.
1.3 Nederlands recht heeft vier rechtsbronnen
1. De wet
2. Het verdrag
3. De jurisprudentie
4. De gewoonte
1.3.1 de wet
Burgerlijk wetboek
Boek 1 personen en familierecht
Boek 2 rechtspersonen
Boek 3 vermogensrecht in het algemeen
Boek 4 erfrecht
Boek 5 zakelijke rechten
Boek 6 algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Boek 7 bijzondere overeenkomsten
Boek 8 verkeersmiddelen en vervoer
Boek 9 internationaal privaatrecht
Ondernemingsrecht
Regelt alles wat ondernemingen en bedrijven betreft (boek 2)
Een paar losse wetten horen hierbij
(Handelsnaamwet, handelsregisterwet, faillissementswet)
Burgerlijk procesrecht
Als iemand een privaatrechtelijk geschil met een ander heeft moet de burger zelf naar de
rechter stappen om zijn gelijk te krijgen, er is geen onafhankelijk derde persoon.
Strafrecht
Staat bezit monopolie positie. Alleen het OM kan tot vervolging van strafbare feiten
overgaan. Dit kun je allemaal vinden in het wetboek van strafrecht, strafvordering en een
aantal losse wetten zoals de opium wet, wet op economische delicten en de wapens en de
wet wapens en munitie.
,Staatsrecht
Regelt ruwweg gesproken de wijze waarop het Nederlandse staat belet wordt vormgegeven
en de invloed die burgers daarop kunnen uitoefenen.
Grondwet
Basisregels van ons staatsbestel staan hierin opgesomd. In de grondwet staat regelmatig dat
de wetgever een bepaalde materie nader moet regelen bij de wet. De wetten die op grond
van een dergelijke opdracht tot stand komen noemen we organieke wetten.
Voorbeelden wet op raad van state, kieswet en wet op rechterlijke organisatie.
Bestuursrecht
Awb algemene wet bestuursrecht
Betrekking tot de mogelijkheden die de overheid heeft om regulerend op te treden ten
aanzien van de maatschappij toenemende staats interventie nachtwakerstaat en sociale
verzorgingsstaat
Overheid trekt zicht terug privatisering en deregulering
Voorbeelden bestuur wetten Awb, natuurbeschermingswet, de wet maatschappelijke
ondersteuning, de drank en horeca wet en de werkloosheidswet.
Wetgevers
Wetten komen niet alleen uit Den Haag
Er zijn twee wetgevers: centraal niveau en decentraal niveau.
Nationale wetgever centraal niveau
Regering en staten generaal (eerste en tweede kamer)
Decentrale wetgevers
Provinciaal en gemeentelijk niveau. Je noemt het geen wet maar een verordening
Deze treden met name op in bestuursrecht en strafrecht.
Andere instanties
Sociaal- economische raad SER, op grond van de wet kunnen bedrijfsorganisaties
verordeningen tot stand brengen.
Waterschap kan bijvoorbeeld ook regels uitvaardigen dit noem je dan keuren.
Rangorde tussen wetgevende organen
1. Hoog boven laag
2. Bijzonder boven algemeen
3. Jongere regels gaan boven oudere regels
Wet in formele zin
Wet is in stand gekomen door regering en Staten-Generaal. Alles van deze wetgever wordt
met uitsluiting van alle andere daden van wetgeving, een wet in formele zin genoemd.
Wet in materiele zin
Geschreven door een wetgever, is voor onbepaalde tijd. (alle verordeningen van provincie
en gemeente) Een wet in de materiele zin richt zich tot iedereen.
,1.3.2 verdrag
Een afspraak, een overeenkomst, gesloten door twee of meer staten
Twee staten bilateraal verdrag
Bij meer dan twee staten multilateraal verdrag (zoals de EU)
1.3.3 jurisprudentie (rechtsbron)
Jurisprudentie is rechtspraak
Vonnis/ arrest
Vonnis door rechtbank gegeven
Arrest door gerechtshof en hoge raad gegeven
Deze zijn vooral actief in het privaat recht, ondernemingsrecht en strafrecht.
Bij andere terreinen worden het uitspraken genoemd.
Interpretatiemethoden (hulpmiddelen rechter)
1. Grammaticale interpretatiemethode Bij de uitleg van een woord knoopt de
rechter aan bij de betekenis die het heeft in het alledaagse spraakgebruik.
2. De wetshistorische interpretatiemethode de rechter beroept zich bij dit
hulpmiddel op een passage uit de parlementaire geschiedenis. Over iedere wet
wordt in de eerste en tweede kamer beraadslaagd.
3. De anticiperende interpretatiemethode Bij het formuleren van zijn regel baseert
de rechter zich in dit geval op toekomstig recht (bijna zeker dat wetsvoorstel een wet
wordt)
4. De rechtsvergelijkende interpretatiemethode De rechter wijst naar een
buitenlands rechtstelsel waarin de betreffende materie ook is geregeld.
5. De systematische interpretatiemethode wetsartikelen staan nooit op zichzelf.
Altijd onderdeel van een groter geheel zoals een wet. De rechter legt via een woord
of zinsnede uit aan de hand van de regeling waarvan de bepaling uitmaakt.
6. De theologische interpretatiemethode de rechter doet een beroep op de
bedoeling die een wetgever met de regeling heeft gehad.
7. Precedenten interpretatiemethode bij uitleg van onduidelijke bewoordingen in
een wet verwijzen naar eerdere uitspraken van rechters waarbij het al is uitgelegd.
8. Interpretatie naar redelijkheid en billijkheid een beroep op redelijkheid en
billijkheid nader ingevuld.
Redeneerwijzen
Een bepaalde manier van denken om tot een bepaalde uitspraak te komen
a- contraredenering rechter gaat ervan uit dat een bepaalde rechtsregel niet van
toepassing is.
Redenering naar analogie de rechter stelt zich op het standpunt dat een bepaalde kwestie
(die niet wettelijk is geregeld) zoveel lijkt op een kwestie waarin de wet wel voorziet, dat die
laatste regel van toepassing is.
, 1.3.4 gewoonte
Gewoonte recht moet aan twee regels voldoen
1. Vaste verdragslijn
2. Rechtsplicht
1.4 onderscheid tussen recht
1.4.1 onderscheid tussen materieel en formeelrecht
Materieel recht betrekking op wat wel en niet mag (rechten en plichten)
Formeel recht regels die men moet volgen om het materiele recht te effectueren
1.4.2 dwingend en aanvullend recht
Dwingend recht recht waarvan burgers niet mogen afwijken
Aanvullend recht partijen kunnen afwijken van wat er in de wet staat (beide partijen
moeten daarmee akkoord gaan)
1.4.3 objectief en subjectief recht
Objectief recht geldend recht, het geheel van regels dat uit alle al eerdergenoemde
rechtsbronnen voortvloeit.
Subjectief recht een recht dat een individu in concreto bezit omdat het objectief recht dit
met zoveel woorden zegt.
1.4.4 privaat en publiek recht
Privaat recht burgerlijk recht (personen, familie en vermogensrecht)
publiekrecht staatrecht, bestuur (proces)recht, straf(proces)recht
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lvdlinde. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.