Orthopedagogiek en externaliserende
gedragsproblematiek
Week College 1
Files
Notes 25 oktober
Aantekeningen
Wat is orthopedagogiek
ortho: recht, juist, goed
pedagogiek: opvoeding
Bij niet normatief verlopend opvoedingsproces of dreiging daartoe, kan de hulp van een orthopedagoog worden
ingeschakeld
Wat is opvoeden?
Van Dale: grootbrengen, lichamelijke en geestelijk vormen (handeling alleen bij opvoeder)
Prof. Kok (1987)
Wederzijdse beïnvloeding van opvoeder en kind
Dynamisch proces:
Kind ontwikkelt zich vanuit innerlijke drang
Opvoeder speelt in op de opvoedingsbehoefte
Orthopedagogiek: (niet alleen bestuderen, maar ook handelen)
Breed, divers, veel raakvlakken met andere disciplines
Wetenschap van bijzondere of specifieke opvoeding en het in de ontwikkeling belemmerde kind
Gericht op opvoedingsproblemen
Voorkomen en terugdringen van problemen: ontwikkeling op gang brengen: herstel gewone leven
Onderscheiding orthopedagogiek:
Pedagogiek
leer van de opvoeding
Orthopedagogiek: speciale opvoeding, aangepast aan het kind
Ontwikkelingspsychologie
(problemen bij) ontwikkeling (ook sociale ontwikkeling) bezien vanuit het kind
Orthopedagogiek: problemen zien vanuit perspectief van opvoedingsdynamiek
Medische wetenschap
Problemen als ziektes en stoornissen
Orthopedagogiek: problemen zien vanuit opvoedingsdynamiek
Orthopedagogiek en externaliserende gedragsproblematiek 1
, Problematische opvoedingssituatie
Problematische opvoedingssituatie (Ter Horst, 1980)
Situatie tussen opvoeders en kind, die perspectiefloos is, hulp van buitenaf is nodig om weer perspectief te
bieden
Opvoeding als middel om tot positieve ontwikkelingsuitkomsten te komen
Goodness of fit (Thomas & Chess, 1977)
Afstemming tussen omgeving en individuele kind kenmerken (mate waarin omgeving en kind zijn afgestemd op
elkaar)
Optimalisering vd eisen en verwachtingen van omgeving aan temperament kind
Orthopedagogiek: werken op maat
Empirisch-analytische benadering
Systematische en methodische manier van kennisvermeerdering (De Groot, 1961)
Evidence-based
Orthopedagogiek als discipline
📎 Orthopedagogiek is een handelingswetenschap die met haar kennis het handelen van opvoeders en
hulpverleners moet ondersteunen
Empirische wetenschap:
Theorievorming ter verklaring van problemen/beschrijving van stagnerende factoren
→ Praktijk moet zelf vertaalslag maken (top-down)
Praktische wetenschap:
Naast kennis ook kunde, er moeten vaardigheden ontwikkeld worden (bijv. gesprekstechnieken)
→ Praktijk moet aanpak kunnen verantwoorden (bottom-up) (moet ook evidence-based zijn)
Wat is externaliserende gedragsproblematiek?
Antisociaal gedrag: opstandig, dwars, uitdagend, prikkelbaar, agressief etc.
Omgeving vindt dit onwenselijk, storend, schadelijk
Dit gedrag is normaal onderdeel van ontwikkeling (voor jezelf opkomen bijv.)
Soms sprake van stoornis (DSM-V classificatie)
Oppositioneel opstandige gedragsstoornis (ODD)
Patroon waarbij kids vaak boze stemmingen hebben, wraakzuchtig, zodanig dat omgeving erstress van krijgt
of leidt tot verstoring sociale leven of academische vorming op school
Norm overschrijdende gedragsstoornis (CD)
Vergrote trap van ODD: kind regelmatig basale rechten van anderen overschrijdt of dat er sprake is van
grootschalige overtreding van maatschappelijke regels/wetten: agressie, schade toebrengen, diefstal etc.
Orthopedagogiek en externaliserende gedragsproblematiek 2
, Theoretische kaders - omgeving
Bronfenbrenners ecologisch systeem theorie:
Probleemsituatie kan alleen begrepen worden in context van omgeving van het kind
Microsysteem: onmiddelijke omgeving (ouders, broers, vrienden, opa en oma etc.)
Mesosysteem: alle microsystemen samen (verbindingen tussen microsystemen, relatie tussen die personen
onderling: relatie tussen ouders bijv.)
Exosysteem: indirecte invloeden (bijv. zorgstelsel, schoolsystemen)
Macrosysteem: culturele invloeden (politiek, economie, normen en waarden (wat verwacht het land van
kinderen))
Chronosysteem: tijd, historische gebeurtenissen
Social leertheorie (Bandura (psycholoog), 1977)
Operante conditionering (Skinner):
De kans op gedrag neemt toe na positieve bekrachtiging (beloning) → kind steelt iets uit supermarkt, volgt geen
straf, maar beloning (bv. gratis blikje red bull) → kans dat kind het nog een keer doet neemt toe
Observationeel leren:
Imitatie & observationele bekrachtiging (kinderen leren door te kijken naar gedrag van anderen) (kids kunnen zien
dat andere kids beloond worden voor ongepast gedrag → nemen het over)
📎 Geef het goede voorbeeld
Theoretische kaders - kindfactoren
Temperament (aard kind) belangrijke voorspeller gedragsproblemen → irriteerbaarheid, laag zelfcontrole etc.
Persoonlijkheid → big Five personality Traits
Extraversie: mate waarin iemand gericht is op sociale contacten (extravert vs. introvert)
Welwillendheid: mate waarin iemand empathie heeft (gevoelig is voor gevoelens en wensen van anderen)
Consciëntieusheid (nauwgezetheid): mate waarin je zelfcontrole hebt, planmatig werkt (studenten zijn meer dan
gemiddeld consciëntieus)
Emotionele stabiliteit: zelfvertrouwen en stressbestendigheid
Openheid/vindingrijkheid: hoe nieuwsgrierig en creatief iemand is, open staan voor ervaring
📎 Lage welwillendheid (1) en nauwgezetheid (2) zijn vooral gerelateerd aan externaliserend gedrag (Jones,
Miller&Lynam, 2011)
Gecombineerde effecten van opvoeden en persoonlijkheid (Prinzie et al., 2003)
Onderzoek (liep over meerdere jaren → 7 meetmomenten, 600 kids, 4-20 jaar oud)
Zowel disfunctioneel ouderschap als persoonlijkheid zijn gerelateerd aan antisociaal gedrag
Groen vierkant - hoog welwillend
Orthopedagogiek en externaliserende gedragsproblematiek 3