Recht van de Europese Unie
Hoorcollege 1 – Inleiding Interne Markt
De interne markt: wat en waarom?
Wat is de interne markt?
o Art. 26 lid 2 VWEU
Waarden en beginselen van de interne markt
o Art. lid 3 VEU
Waarom hebben we een interne markt?
o Artt. 1 en 3 lid 1 VEU
Waaruit bestaat de interne markt?
Vrij verkeer van goederen: art. / 35/ VWEU
Vrij verkeer van personen
o Werknemers: art. 45 VWEU
o Zelfstandigen: art. 49 VWEU
Vrij verkeer van diensten: art. 56-62 VWEU
Vrij verkeer van kapitaal: art. 63-65 VWEU
Uniburgerschap: artt. 20 en 21 VWEU
Een systeem van onvervalste mededinging: artt. 101-109 VWEU en Protocol 27
Positieve en negatieve integratie
Negatieve integratie: de verboden in het Verdrag
o De Verdragen vertellen de lidstaten door middel van de verboden wat ze niet
mogen doen
o Focus op nationale regelgeving die het functioneren van de interne markt
belemmert
o geen harmonisatie? De verboden in de Verdragen vormen het
beoordelingskader van de nationale regels
Positieve integratie (= Harmonisatie): Europese secundaire wetgeving
o Nationale regelgeving wordt vervangen door uniforme EU-standaarden
o Focus op EU-standaarden die het functioneren van de interne markt bevorderen
o Harmonisatie? De Europese secundaire wetgeving vormt het
beoordelingskader van nationale regels
Het effect van harmonisatie
Harmonisatie op EU niveau probeert belemmeringen weg te nemen
Dat kan in elk rechtsgebied terugkomen voorbeelden:
o Strafrecht: Europees aanhoudingsbevel
o Ondernemingsrecht: Het begrip Flex BV komt voort uit wederzijdse erkenning
rechtspersonen
o Fiscaal recht: Europese Richtlijn Bestrijding Belastingontwijking
o Privaatrecht: Brussel II-bis over de erkenning en de tenuitvoerlegging van
beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid
Constitutionalisering van de Verdragen
Wat is nodig om Europese integratie daadwerkelijk te doen slagen?
Context: het falen van het internationaal recht in de voorafgaande decennia om oorlog te
voorkomen
De methode van het Hof van Justitie: integratie door recht constitutionalisering van de
Verdragen
o Autonomie
, o Rechtstreekse werking
o Voorrang
Essentieel: de zogenaamde prejudiciëlevraagprocedure art. 267 VWEU
o Indien een vraag te dien aanzien wordt opgeworpen door een rechterlijke
instantie van een der lidstaten, kan deze instantie, indien zij een beslissing op dit
punt noodzakelijk acht voor het wijzen van haar vonnis, het Hof verzoeken over
deze vraag een uitspraak te doen
Van Gend en Loos – Autonomie van het EU-recht
Het [EEG-]verdrag is meer dan een overeenkomst welke slechts wederzijdse
verplichtingen tussen de verdragssluitende mogendheden schept
Dat de Gemeenschap in het volkenrecht een nieuwe rechtsorde vormt ten bate waarvan
de Staten, zij het op een beperkt terrein, hun soevereiniteit hebben begrensd en
waarbinnen niet slechts deze Lidstaten, maar ook hun onderdanen gerechtigd zijn
Dat het gemeenschapsrecht derhalve, evenzeer als het, onafhankelijk van de wetgeving
der lidstaten, ten laste van particulieren verplichtingen in het leven roept, ook geëigend
is rechten te scheppen welke zij uit eigen hoofde kunne geldig maken
o Monisme en dualisme zijn irrelevant voor de inroepbaarheid van het Unierecht
in de lidstaten (= autonomie)
o Waarom is dit zo?
Dat de waakzaamheid der belanghebbenden op de verzekering van hun
rechten een doelmatige controle verschaft, die zich paart aan het toezich
dat de artikelen [258 en 259 VWEU] aan de Commissie en de lidstaten
opdragen
o Wat betekent rechtstreekse werking praktisch gezien?
Een bepaling van Unierecht kan door een individu worden ingeroepen
voor de nationale rechter
Autonomie en rechtstreekse werking
o Welke bepalingen kunnen individuen inroepen?
Voldoende duidelijkheid
Onvoorwaardelijkheid
o Tegen wie kan de bepaling worden ingeroepen?
Verticaal: tegen de staat
Horizontaal: tegen een ander individu
Costa/ENEL – Autonomie en voorrang
Dat het Verdragsrecht, dat uit een autonome bron voortvloeit, op grond van zijn
bijzonder karakter niet door enig voorschrift van nationaal recht opzij kan worden gezet
Het verdragsrecht, dat uit een autonome bron voortvloeit, op grond van zijn bijzonder
karakter niet door enig voorschrift van nationaal recht opzij kan worden gezet, zonder
zijn gemeenschapsrechtelijk karakter te verliezen en zonder dat de rechtsgrond van de
gemeenschap zelf daardoor wordt aangetast
Dat latere eenzijdige afgekondigde wettelijke voorschriften, die tegen het stelsel van de
Gemeenschap ingaan, iedere werking ontberen
Wat betekent dit? De voorrang voor het Unierecht is absoluut
o Bovendien: lidstaten hebben een plicht tot loyaliteit (art. 4 lid 3 VEU)
Bevoegdheidsverdeling
Attributie
o Art. 4 lid 1 VEU: de EU heeft alleen de bevoegdheden die de lidstaten aan haar
hebben toegekend
o Art. 5 lid 1 en 2 VEU: de Eu handelt slecht binnen de grenzen van haar
bevoegdheden om de daarin bepaalde doelstellingen te verwezenlijken
, o Dat vertaalt zich in drie soorten bevoegdheden
Exclusieve bevoegdheden (art. 3 VWEU)
Gedeelde bevoegdheden (art. 4 VWEU)
Ondersteunende bevoegdheden (art. 6 VWEU)
Rechtsgrondslag:
o De verboden in de Verdragen kunnen meteen worden toegepast op de
maatregelen van lidstaten
o Maar voor positieve integratie is nadere wetgeving van de EU nodig binnen de
grenzen van de bevoegdheidsverdeling
o Secundaire wetgeving vereist een specifieke rechtsgrondslag in de Verdragen
Een rechtsgrondslag is een bepaling die voorschrijft:
Welke nadere maatregelen de EU mag nemen inhoud + doel
Welke procedure hiervoor gebruikt moeten worden
Voorbeeld: art. 114 VWEU of 192 VWEU
Cassis de Dijon
o Kernvragen negatieve integratie
o Is er een beperking in de vrijheid van de interne markt?
o Is dit toegestaan?
Hoorcollege 2 – Het vrije verkeer van goederen
Wat zijn goederen?
Zijn hooggewaarde Italiaanse kunstwerken goederen?
o Ja, want ‘op geld waardeerbaar en als zodanig voorwerp van handelstransacties’
Zaak Italiaanse kunst
o Alles met ‘tastbare fysieke eigenschappen’
Zaak Jägerskiöld
Dus ook: afval, menselijke stoffelijke overschotten en elektriciteit
o Elektriciteit Meterkast-arrest
De Europese douaneunie
Interne dimensie
o Afschaffing van alle in- en uitvoerrechten en alle heffingen van gelijke werking
(art. 28 en 30 VWEU)
o Geldt ook voor goederen afkomstig uit derde landen (artikel 28 lid 2 en 29
VWEU)
o Benelux is het voorbeeld geweest voor de Europese douaneunie ze lijken veel
op elkaar en gaan niet de belastingtarieven vereffenen
Externe dimensie: met zijn allen hebben we een soort buitenmuur protectionisme
o Gemeenschappelijk douanetarief: artikel 31 VWEU
o Gemeenschappelijk handelsbeleid: artikel 207 VWEU
Art. 30 VWEU
Wat is een ‘in- of uitvoerrecht’ of ‘heffing van gelijke werking’?
o Alle belasting of verkapte belasting die wordt geheven op het overschrijden van
een grens
o het blote feit dat iets een grens overschrijdt leidt tot een heffing in een
bepaalde belastingcategorie om te vereffenen
o In- of uitvoerrecht: iets de grens over voeren kost gewoonweg geld
, o Heffing van gelijke werking: een heffing die niet expliciet zegt “iets komt de grens
over dus betaal geld”, maar dingen die er erg op lijken bijv. controle van een
vrachtwagen tegen een vergoeding
Kenmerken van het artikel:
o Absoluut verbod
Vindt de controle plaats omdat het nodig is of is er sprake van een
verkapte heffing om dingen duurder te maken, vanuit het oogpunt van
het protectionisme van het land waar iets binnenkomt?
o Geen ‘benedengrens’ (geen: de minimis-regel)
o Geen uitzonderingen
o Vooral iets uit het verleden
Art. 110 VWEU: binnenlandse belastingen
Reikwijdte van art. 110 VWEU waar gaat dit artikel over?
o Binnenlandse belasting onderscheid met artikel 30 VWEU
Outokumpu: lidstaten willen het zo makkelijk mogelijk maken
Hoe is buitenlandse stroom opgewekt? grijze stroom =
middentarief, want dit is het makkelijkste
Energie is dus een goed en niet een dienst
Levert een licht protectionistisch systeem op (Hof)
Als een belasting niet onderdeel is van het belastingsysteem dat
coherent en objectief aan het werk is, dan maakt het een
onderscheid en dat is verboden onder artikel 110 VWEU
o Alleen van toepassing op indirecte belastingen heffingen op producten (bijv.
BTW en accijns)
Wat verbiedt artikel 110 VWEU?
o Alinea 1: verbod op discriminerende belastingen
Gelijksoortige producten
Algemeen verbod op direct discriminatie (Outokumpu)
Verbod op indirecte discriminatie, tenzij objectief gerechtvaardigd
(Humblot)
o Alinea 2: verbod op ‘beschermende’ belastingen) protectionisme
Producten die niet gelijksoortig zijn, maar wel met elkaar concurreren
Wanneer concurreren producten met elkaar?
Productkarakteristieken en productieprocessen
Consumentenvoorkeuren
Protectionisme kan al een ‘smoking gun’ zijn
In praktijk vaak lastig vast te stellen Commissie vs VK
Uitgangspunt: alle belasting differentieert tussen producten dit is toegestaan mits
buitenlandse producenten niet worden benadeeld
Artikel 34 VWEU
“Kwantitatieve invoerbeperkingen en alle maatregelen van gelijke werking zijn tussen de
lidstaten verboden”
o Kwantitatieve invoerbeperkingen = quota = verboden onder artikel 34
o Maar: rechtvaardigen in artikel 36 VWEU
o Wat is een maatregel van gelijke werking (MGW)?
Zaak Dassonville (r.o. 5 en 6): het is een regel die waarschijnlijk
voortkomt uit consumentenbescherming is in een ander land legaal
iets op de markt gebracht wat je wil importeren dan mogen daar niet nog
maatregelen aan worden gehangen die het handelsverkeer belemmeren
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper leontiencombee. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.