Deel twee – Week 7
De huwelijkse voorwaarden volgen uit titel 1.8, het is wanneer je wilt afwijken van de wettelijke
gemeenschap. De mogelijkheid ertoe volgt uit 1:93 jo. 121.
De Indeling van het boek is als volgt:
- Afdeling 1: huwelijkse voorwaarden in het algemeen
- Afdeling 2 de verrekenbedingen
o Paragraaf 1 de algemene regels gegeven worden;
o Paragraaf 2 het periodieke
o Paragraaf 3 het finale.
Algemeen vermogensrecht (Boeken 3, 5 en 6 BW) is van toepassing indien er bijvoorbeeld
vernietiging wegens wilsgebreken is, zoals in HR 9 sept. 2006 (nr. 130); Vernietiging huw.vw.; in geval
van redelijkheid & billijkheid, art. 6:248; bij Natuurlijke verbintenis, art. 6:3-5; en
Ongerechtvaardigde verrijking, art. 6:212.
HR (130): Een man ging van kandidaats-notaris, notaris worden en zei daarom tegen zijn vrouw
‘gezien ik nu ondernemer word, is onder koude uitsluiting verstandiger’. Dit is natuurlijk omdat hij
meer gaat verdienen en mevrouw weet van niets. Er volgt jaren later een scheiding en mevrouw
beroept zich op dwaling van de notaris die dit heeft goedgekeurd, gezien zij van niets wist. Dit beroep
werd gehonoreerd.
Zorgplicht notaris HR 20 jan. 1989 (nr. 119) Groninger huwelijkse voorwaarden. Notaris: ik heb een
vermogende vrouw, kunnen we niet iets met die huwelijkse voorwaarden doen. Wijzigen naar
uitsluiting. Mevrouw geen idee waar het over ging. Is financieel bedonderd. Gaat om
beroepsaansprakelijkheid. Dit over de passerende notaris:
Bijzondere waarschuwingsplicht: ‘De functie van de notaris in het rechtsverkeer brengt immers mee
dat hij beroepshalve gehouden is naar vermogen te voorkomen dat misbruik wordt gemaakt van
juridische onkunde en feitelijk overwicht.’
Passerende notaris had moeten waarschuwen voor de gevolgen. Dit is nu opgenomen in de notaris
wet.
De definitie van de huwelijkse voorwaarden staat niet in de wet, maar is volgens de literatuur een
een overeenkomst tussen (aanstaande) echtgenoten waarbij zij de vermogensrechtelijke gevolgen
van hun huwelijk regelen. Dit kan voor of tijdens huwelijk (art. 1:114). Vraag is of huwelijkse
voorwaarden waar alleen bevestigd wordt dat de wettelijke regeling geldt, een huwelijkse
voorwaarden in materiële zin is.
In het huwelijks contract vallen ook de niet vermogensrechtelijke afspraken.
Het geregistreerd partnerschap (art. 1:80b) heeft de ‘partnerschapsvoorwaarden’, de 1.8 is hier van
overeenkomstige toepassing. Het komt namelijk op hetzelfde neer.
Een echtscheidingsconvenant is geen huwelijkse voorwaarde, het is een overeenkomst waarbij
echtgenoten de gevolgen van beoogde echtscheiding regelen (art. 1:100 lid 1).
De hoofdregels van de huwelijkse voorwaarden:
1. Het valt onder het beginsel van contractsvrijheid, er mag dus van alles in bepaald worden. Dit
verschilt van bijvoorbeeld het Duitse recht waar modellen bestaan waaruit gekozen moet
worden. Zo ontstond het verrekenbeding ver voor dat deze in de wet geplaatst werd. Zie
hiervoor de grenzen in 1:121
,2. Er mag geen strijd ontstaan met de wet, openbare orde en goede zeden (art. 1:121 lid 1 en 3:40
BW), een uitwerking hiervan is te vinden in art. 1:94 lid 4, waar gezegd wordt dat een
uitsluitingsclausule dwingt. Voorts mag er geen groter aandeel in schulden dan aandeel goederen
der gemeenschap verdeeld worden (art. 1:121 lid 2). Ook mag er geen afwijking regels van de
ouderlijk gezag plaatsvinden (dit zou überhaupt geen huwelijkse voorwaarden zijn) en
verkrijgingen door langstlevende echtgenoten (art. 1:121 lid 3), laatste is om grensvervaging
tussen huwelijksvermogensrecht en erfrecht tegen te gaan. Tenslotte mag er geen nihilbeding in
geregeld worden voor de alimentatie (art. 1:400 lid 2), het is wel toegestaan in een
echtscheidingsconvenant, zie hiervoor 1:158.
3. Redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 lid 2) hebben 1. aanvullende werking wanneer deze een
leemte vertonen, en 2. een beperkende werking: vb. HR 25 nov. 1988; Hilversumse Horeca (nr.
118) en HR 18 juni 2004; Gedrag der echtgenoten (nr. 128). Het heeft een tijd geduurd tot deze
geaccepteerd werden door de HR, omdat de notaris de akten opmaakt en deze capabel geacht
wordt.
Hilversumse horeca (…): een bepaling kan buiten toepassing blijven omdat de redelijk en
billijkheid het derogeert.
Gedrag der echtgenoten (128) hierbij speelt het onderling overeenstemmende gedrag van de
echtgenoten een rol. Hier bleven partijen zich gedragen alsof ze nog een gemeenschap hadden,
na het overstappen op huwelijkse voorwaarden.
4. De uitleg van een huwelijkse voorwaarde moet krachtens Haviltex en in samenhang met
DSM/Fox. Er wordt gezocht naar de gemeenschappelijke bedoeling van partijen, en indien deze
niet duidelijk volgt uit de huwelijkse voorwaarden en wat de partijen erover verklaren, dan gaan
we zoeken naar een geobjectiveerde uitleg, te weten wat zouden redelijk handelende partijen
met deze huwelijkse voorwaarden over het algemeen hebben bedoeld.
Wegens de onduidelijkheid hiervan wordt aangeraden een considerans op te nemen, dit is een
ratio waarom de huwelijkse voorwaarden gemaakt wordt voor het opstellen; en dat de
notarissen een bespreking moeten houden, een vragenlijst moeten opstellen, etc. om zo de
bedoeling later te kunnen achterhalen. Zie pagina 268
5. Eenheidsbeginsel, hetgeen inhoudt dat het huwelijksvermogensrecht gedurende het huwelijk
een eenheid is, behoudens veranderingen door het aangaan of wijzigen van huwelijkse
voorwaarden. Dit volgt uit 1:117 lid 2. Dit houdt in dat het niet kan wijzigen door een
opschortende voorwaarde (wel 1:120 lid 1) oid, maar is niet meer het
onveranderlijkheidsbeginsel zoals voorheen.
De inhoud van de huwelijkse voorwaarde is normaliter het afwijken van de reguliere regels der
wettelijke gemeenschap. De hoofdsystemen zijn ofwel het uitsluiten van iedere wettelijke
gemeenschap van goederen zonder verrekenbeding (koude uitsluiting), een tussensysteem waar
sprake is van een nadere beperkte gemeenschap van bepaalde goederen (hier is titel 1.7 ook van
toepassing) of een verrekenbeding. Laatste is obligatoir en niet goederenrechtelijk.
Huwelijkse voorwaarden kunnen voor het huwelijk, ook wel voorafgaand, of tijdens, ook wel
staande, gemaakt worden. Laatste houdt een beperking of verruiming van de gemeenschap in.
De vorm van de huwelijkse voorwaarden is bij notariële akte (1:115), op straffe van nietigheid. De
ratio is de belangen van derden en van de partijen jegens elkaar. Er zijn omzeilingen geprobeerd:
- Conversie in een enkel tussen partijen geldende regeling, dit is niet mogelijk volgens HR gedrag
der echtgenoten (128)
- Mondelinge overeenkomst ook nietig HR 27 juni 2003 (nr. 107); Zweedse vrouw. Partijen waren
voor huwelijk in overeenstemming dat ze in voorwaarden zouden trouwen, maar deze
voorovereenkomst moet volgens HR krachtens 6:226 ook aan de eis van notariële akte voldoen.
- Ook geen gebondenheid op grond van precontractuele redelijkheid en billijkheid
, Bij huwelijkse voorwaarde volgens volmacht art. 1:115 lid 2 is er een bijzonder vormvereiste: de
gehele akte van huwelijkse volwaarde moet in de volmacht zijn opgenomen. Dus als de huwelijkse
voorwaarde 5 kantjes beslaat, beslaat de volmacht er 6.
Artikel 1:121 en de notariële verplichting, brengt met zich mee dat een notaris een dienst moet
weigeren indien hij vermoedt dat wat er gevraagd wordt strijdig is met wat er volgens de wet geverfd
wordt, of wat er van een goed notaris verlangd wordt, zoals wanneer een benadeling van de
schuldeisers dreigt (actio pauliana). Een voorbeeld hiervan is wanneer er gehuwd is in gemeenschap
en nu naar uitsluiting wordt gegaan, waardoor 1:102 van toepassing raakt, er kan dan gekozen
worden dat alles wordt toebedeeld aan V en voor een lagere waarde en dat M alleen een vordering
wegens onderverdeling verkrijgt, opeisbaar over 10 jaar. Dit is vaak paualinieus (42 Fw en een artikel
in BW). Dit doet de huwelijkse voorwaarden vernietigen.
Tijdstip inwerkingtreding is bij voorgaand aan huwelijk gemaakt bij het tijdstip van voltrekking
huwelijk (117 lid 2). Een voorwaarde of tijdsbepaling is in beginsel ook niet toegestaan. De ratio
hiervan is dat het goederenstatuut van echtgenoten steeds duidelijk moet zijn met het oog op
belangen derden (Van de Water/Van Hemme, nr. 112.) Staande huwelijk geldt het op de dag
volgende op de dag verlijden van de akte, tenzij er een tijdsbepaling is opgenomen (1:120) maar dit
kan niet eerder dan de datum van indienen. De huwelijkse voorwaarde kan je zien als een tenzij uit
3:38 BW.
Van de Water/Van Hemme (112): Hier was afgesproken dat wanneer kinderen geboren zouden
worden de algehele gemeenschap van toepassing werd, en indien er geen kinderen kwamen, dan
zou een beperkte blijven. Langstlevende echtgenoot vocht dit aan, gezien er geen kinderen geboren
werden.
HR geeft de langstlevende echtgenoot gelijk en verklaart de huwelijkse voorwaarden nietig. De
sanctie is dus extern een nietigheid van geheel huwelijke voorwaarde, en intern een eventuele
conversie in een wel geldig obligatoir werkend beding (3:42). Zie hiervoor pagina 248 en 251
Voor schuldeisers is er een onderscheid voor wanneer de schulden zijn ontstaan:
- Voorhuwelijkse schulden: hier krijgt de schuldeiser alleen bescherming indien er sprake is van
een uitstel van betaling welke na het sluiten van het huwelijk, maar voor inschrijving geschiedt
- Tijdens het huwelijk ontstane schulden en voorhuwelijkse huwelijkse voorwaarden: zie artikel
117/120. Checken
- Tijdens het huwelijk ontstane schulden en staande huwelijk huwelijkse voorwaarden: voor het
ingaan is er sprake van 1:102, na het ingaan dat artikel.
Bekwaamheid en bevoegdheid tot maken van de huwelijkse voorwaarden: Iedereen kan in beginsel
huwen, maar huwen en huwelijkse voorwaarden kunnen niet gedaan worden door
handelingsonbekwamen. Wanneer er een geestelijke stoornis is, zijn de huwelijkse voorwaarden
vernietigbaar indien de wil heeft ontbroken (artikel 3:34 lid 2).
Er is hiervoor ook een onderzoek plicht voor de notaris. Bij voorhuwelijkse huwelijkse voorwaarden
en handelingsonbekwamen wegens lichamelijke of geestelijke toestand is er toestemming van de
kantonrechter nodig en geldt 1:117 jo. 1:38. Indien wegens drank- of drugsgebruik onder curatele is
er een toestemming van de curator nodig, krachtens 1:117 jo. 37. Bij huwelijkse voorwaarden
staande huwelijk en een echtgenoot die onder curatele staat, is er krachtens 1:118 toestemming van
de curator nodig. Deze toestemming moet in de akte van de huwelijkse voorwaarden en de sanctie is
nietigheid. Iedereen kan zich hierop beroepen, ook schuldeisers wie in de belangen worden
geschaad.
De conversie van een nietige tijdsbepaling of voorwaarde in huwelijkse voorwaarden, in een
obligatoire verreken-afspraak kan indien de strekking in zodanige mate beantwoordt aan die van een
obligatoir verrekenbeding dat aangenomen moet worden dat partijen het obligatoire verrekenbeding
zouden zijn overeengekomen.