Rechtsfilosofie hoorcollege 1
Recht & Moraal
Recht gaat over goed en kwaad, maar moraal gaat ook over goed en
kwaad wat is verschil tussen recht en moraal?
Rechtsnormen zijn morele normen, maar niet alle morele normen
zijn rechtsnormen (beleefdheidsnorm)
Moreel indifferente (adiafora) = zijn niet goed of kwaad (kopje koffie
drinken)
3 handelingen => Morele en immorele, juridisch geoorloofd en niet
geoorloofd, en waarbij kwaad en goed er niet toedoen.
Sommige morele normen zijn zo belangrijk, dat we de afdwinging
daarvan niet kunnen overlaten aan het vrije spel der
maatschappelijke krachten. Dus we betrekken de krachten van de
staat erbij om te waarborgen.
Het recht omvat de morele rechtsnormen die zo belangrijk worden
gevonden dat de staat ze moet waarborgen en afdwingen met
juridische sancties.
Er kunnen ook sociale sancties zijn, bijvoorbeeld je wordt genegeerd
door iemand omdat je beledigend bent. Je kan ook bekritiseerd
worden.
Aard en natuur (onveranderlijk) van het recht
Moraal kan veranderen. Iets wat vroeger immoreel was kan nu wel
moreel zijn en vice versa.
Recht en moraal kunnen veranderen
Recht en moraal zijn niks anders dan willekeur van de mens op een
bepaald tijdstip en plaats.
Of zijn er ook absolute beginselen van kwaad? Die gevonden worden
in de werkelijkheid, zoals Newton zijn natuurwetenschappen in de
werkelijkheid.
Zijn recht en moraal keur en willekeur, of zit er ook iets absoluuts in?
Belangrijke vraag
Bestaat rechtvaardigheid echt en moet je dit gaan zoeken en als
jurist toepassen?
Als recht willekeur is, voorbeeld met tentamens van de trap gooien.
Natuurrecht vs. rechtspositivisme moreel absolutisme vs. moreel
relativisme.
Beginselen die zo vanzelfsprekend zijn, dat we niet beseffen dat
we eruit gaan
Gelijkheid en democratie, fundamentele beginselen van ons recht en
ons moraal.
, Waarom wel ongelijkheid bij tentamens, maar bijvoorbeeld niet bij
sport?
We moeten op de schouders van de intellectuele reus staan = Alexis
de Tocqueville (schreef boek over democratie van amerika)
Niet alles wordt beter met de tijd. Het hedendaagse recht is niet
beter dan het romeinse recht. De filosofie is ook niet beter dan
vroeger. Het nieuwere overstijgt niet altijd het latere. Romeins recht
is net zo relevant als in de tijd dat het gemaakt werd.
Gelijkheid was niet grondbeginsel, maar hiërarchie. Geen
democratie, maar aristocratie. Bij Tocqueville. Hij wordt geboren
midden in de Franse revolutie. Hij hoort thuis het ene verhaal,
hiërarchie en aristocratie. Buiten hoort hij het tegenovergestelde.
Groot voordeel, want relatieve buitenstaander. Daarmee begrijp je
dingen beter dan iemand die in 1 bubbel leeft. Allochtonen hebben
meer inzicht in de in Nederland geldende beginselen dan de
autochtonen. Zo had Tocqueville dit ook. Iemand die in twee
werelden leeft begrijpt het beter dan degene die in 1 wereld leeft.
Vergelijkende wijs je komt uit buitenland en gaat de situatie in
twee landen vergelijken.
Antropologisch en archeologisch onderzoek en Tocqueville
De mens bestaat 200 duizend jaar. Tot heel kortgeleden, 5000 jaar
geleden, bestond dat leven uit een nomadisch leven. We trokken
rond als jagers en verzamelaars in groepen van maximaal 150
groepen. We hadden geen formele structuren zoals een staat en
gevangenissen. We hadden ook geen arbeidsverdeling, iedereen
deed ongeveer hetzelfde. de primitieve mens (dit mag niet meer,
want verstoot tegen de norm van de gelijkheid)
Grootste revolutie in de mensheid Leolitische revolutie = de mens
verruilt zijn eenvoudig bestaan als jager-verzamelaar in voor een
sedentair bestaan als boer. Voor het eerst ontstaan er dorpen en
rijkdommen. Er ontstaat een maatschappelijke hiërarchie en een
arbeidsverdeling. Van dorpen krijg je steden. Deze steden moeten
verdedigd worden, dus er ontstaat een leger. Er ontstaat een staat
en belastingen. Vanzelf volgt ook de schrift, dus ook volgt de
literatuur. De georganiseerde religie ontstaat. De hogere
beschaving vroeger, nu heet dit de complexe beschaving i.v.m. in
strijd zijn met gelijkheidsbeginsel.
Eerste punt: je moet je er heel goed van bewust zijn dat je twee
soorten traditionele samenlevingen hebt. Eenvoudige en complexe
samenlevingen.
Tweede punt: complexe samenleving is in de afgelopen 5000 jaar de
dominante type samenleving geweest.
, Ondanks al die toegegeven veranderlijkheid van recht en moraal
lijken deze traditionele samenlevingen sterk op elkaar. Ook recht en
moraal, het algemeen menselijk patroon.
Volgens Tocqueville is aristocratie = de dominante samenleving van
de afgelopen 5000 jaar.
Er ontstaat een typisch samenleving in West-Europa en Noord-
Amerika dat volkomen afwijkt van het algemeen menselijk patroon.
Tweede revolutie
- Tegenovergestelde van de traditionele samenleving (moderne
democratische samenleving gebaseerd op het beginsel van
gelijkheid)
Europese afwijking, de rest van de wereld blijft traditioneel.
Door technologie zoals internet komen alle inwoners van de aarde in
aanraking met de moderne democratische samenleving. Veel
mensen vinden dit verleidelijk. Radicale islam is bijvoorbeeld
reactie hierop.
Tocqueville vergelijkt het dominante patroon met het moderne
(aristocratie versus democratie | status versus contract)
Tocqueville doet iets belangrijks, hij levert ons het analytisch
kaderbegrip apparaat dat ons niet alleen de mogelijkheid geeft om
het verschil tussen ons en onze voorouders te begrijpen, maar ook
het verschil tussen het Westen en de traditionele resten van de
wereld. Werkt twee kanten op:
1. Westen denkt over traditioneel van heel slecht.
2. Traditie denkt over westen oh dat is kant van de duivel
(voorbeeld Qatar)
Tocqueville in arabia: in Qatar werd het westen eindelijk begrepen.
Er is sprake van een tweedeling (traditioneel versus democratisch)
Tocqueville overstijgt de partijdigheid. Hij kijkt er nuchter naar. “In
mijn hart prefereer ik de aristocratie, maar in mijn hoofd ben ik
democraat.” Democratie heeft veel positieve kanten, maar heeft ook
problematische kanten. (Voorstanders van moderniteit willen dat
niet zien). Het is belangrijk om deze problematische kanten goed te
analyseren, zodat de democratie niet ontaard in de een of andere
vorm van tirannie. (Tocqueville denkt namelijk dat dit kan) De
meeste mensen zijn partizanen en kunnen of willen de zwakke
kanten van hun partij niet zien.
Wat verstaat Tocqueville onder aristocratie en democratie?
- Niet alleen benaming voor staat, maar ook benaming voor
maatschappelijke samenleving. Het kans als karaktereigenschap
zijn, een soort persoonstype.
- Psychisch niveau
- Sociaal niveau