Basisboek marketingcommunicatie
Auteur: Esther de Berg
ISBN: 9789046903803
Samenvatting door: sabined
Hoofdstuk 7 – Winkelcommunicatie
Paragraaf 7.1 – Inleiding
Winkelcommunicatie, ook wel in-store communication, is alle ondersteunende
communicatie die op het verkooppunt worden aangeboden. Winkelcommunicatie heeft
een belangrijk rol, want het is de laatste vorm waarbij de aanbieder direct contact/invloed
heeft met en op de klant voor de keuze van een product of merk. In de winkel kan dit
bijvoorbeeld zichtbaar zijn aan: inrichting, etalage en vormgeving.
Ondanks dit bestaan, bestaat er ook online winkelen. De omzet hiervan is de afgelopen
jaren flink gestegen. Deze aankopen waren door zowel laptops, smartphones als tablets
geplaats. De online versies van winkels zorgen ervoor dat de omzet van bedrijven flink
blijft stijgen.
Sinds de opkomst van online shops bestaan er drie soorten winkels
1. Bricks and mortar (backstenen en cement)
= winkel zonder webshop (lokale bakker)
2. Click and mortar (kliks en cement)
= winkel en webshop (hema, H&M)
3. Click only (alleen kliks)
= alleen webshop (Bol.com)
Dit hoofdstuk zal gaan over de winkelcommunicatie als onderdeel van de
marketingcommunicatiemix. Hierbij zal de focus op zowel de fysieke winkel als de online
winkel liggen.
7.2 Doelgroepen
7.2.1 Offline
Winkelcommunicatie richt zich op fysieke winkels en de winkelende consumenten. De
winkels leveren producten voor persoonlijk gebruik.
Runshoppen en funshoppen
Een professionele inkoper in een groothandel doet aan runshoppen, ook wel functioneel
winkelen. Hij komt voor een specifieke aankoop en gaat doeltreffend erop af. Een
funshopper daarentegen is een winkelende consument als vrijetijdsbesteding. Zo wordt
bijvoorbeeld de dagelijkse boodschap gezien als runshoppen. Daarom proberen
supermarkten van runshoppen funshoppen te maken door bijvoorbeeld het plaatsen van
leuke activiteiten in de winkel. Denk hierbij aan stands waarbij er dingen kunnen worden
geproefd.
7.2.2 Online
Zelfs in online shops bestaat runshoppen en funshoppen. De Albert Heijn website, dus
weer de dagelijkse boodschap via een online bestelservice, staat gelijk aan runshoppen.
Funshoppen is vergelijkbaar aan de offline versie. Shoppen om je vrije tijd zo te besteden.
Zo proberen online webshops het funshoppen nog realistischer te maken met het gemak
van thuis op de bank. Dit doen ze met de ontwikkeling van virtueel passen. Dit maakt de
twijfel kleiner en de aankoopaantallen hoger.
7.2.3 Omnichanell
Als alle kanalen, zowel online als offline, geïntegreerd met elkaar samen worden
aangeboden, spreken we van een omnichannel (betekent; alle kanalen). Zo kunnen de
kanalen bijvoorbeeld in elkaar overlopen met als centraal punt de klant. De klant kan
Hoofdstuk 7 - Winkelcommunicatie
, hierbij zelf kiezen welk kanaal hij wilt en welk tijdstip en plaats en behoefte hij eraan
verbind.
Een voorbeeld hiervan is de Bijenkorf. Online staat de voorraad van producten per alle
vestigingen in Nederland. Zo kan je dezelfde of andere dag naar de winkel gaan, omdat je
weet dat jouw gewenste product er is, om het vervolgens te bekijken en aan te schaffen.
Omnichannel als strategie
Een winkel kan dit ook als strategie doorvoeren. Bekende warenhuizen proberen
bijvoorbeeld in de fysieke winkel ook de online versie en wifi aan te bieden. Dit doen ze
zodat het gewenste product meteen, mits het op voorraad is, online besteld kan worden.
Zo hoeft de consument niet te wachten tot ze thuis zijn.
Paragraaf 7.3 – Doelen
Winkelcommunicatie heeft een aantal doelen
- Klanten trekken
- Klanten vullen
- Klanten binden
7.3.1 Klanten trekken
Het doel van zowel online als offline winkels is klanten trekken. Hierbij kunnen vormen
van marketingcommunicatie in worden gezet, waarvan winkelcommunicatie er één van is.
De etalage
Het trekken van klanten begint bij de buitenkant. Een etalage moet ervoor zorgen
dat de klanten zich geneigd voelen om naar binnen te lopen.
Online klanten trekken
Ook online is het doel meer klanten te trekken. Ook dit kan via de
marketingcommunicatie. Dit kan bijvoorbeeld offline starten, via social media of
affiliatemarketing. De landingpage, dus de pagina waar de klant op terecht komt,
moet daarom ook heel aantrekkelijk zijn. First impressions count, je wilt de klant
overhalen om te blijven.
7.3.2 Klanten vullen
Als de klant eenmaal binnen is, is het de bedoeling dat hij met een volle tas naar buiten
gaat. Dit noem je ook wel conversie; de bezoeker moet koper worden.
Winkelcommunicatie maakt het winkelen makkelijker, omdat het duidelijke informatie
verschaft. Dit doen ze voor de klant, maar ook om de aankopen te bevorderen. Hoe
langer de klant binnen is, hoe groter de kans tot aankoop bestaat. De
winkelcommunicatie moet eraan bijdragen dat de klant zich fijn voelt in de winkel.
Online klanten vullen
Webwinkels proberen ook klanten te vullen, door bijvoorbeeld suggesties te geven
bij een bepaald product. Zo zie je vaak een kopje ‘’ook interessant’’ om te laten
zien wat er mogelijk nog meer in het interessegebied van de klant valt.
Page stickiness
De mate waarin de klant op de pagina blijft hangen. Als bezoekers kort op een
website blijven kan dat twee dingen betekenen:
1. De website biedt niet wat de klant wil
2. De website trekt de verkeerde bezoekers aan
Impulsaankopen
Klanten die niet van te voren bedacht hebben wat ze willen kopen, kunnen beïnvloed
worden door impulsaankopen. Dit zijn vaak kleine producten die bij de kassa liggen die
verleidelijk zijn om ook te kopen.
Hoofdstuk 7 - Winkelcommunicatie