Part 1 Foundations
Hoofdstuk 1 Information systems and organisations
1.1 A dependence on information
Het nodig hebben van informatie reflecteert op het feit dat organisaties open systemen zijn, die
reageren op hun omgeving. = input en output.
Vb: informatie over inputs kunnen kosten en beschikbaarheid van materiaal of personeel zijn,
informatie over transformatie kunnen levertijd of kwantiteit zijn, informatie over output kunnen
aanbiedingen of klantentevredenheid zijn.
- Data = Gegevens = wijzen naar geregistreerde beschrijvingen van dingen, evenementen,
activiteiten en transacties, bijvoorbeeld de grootte, kleur, kosten etc. Kan wel of niet
informatie naar een mens overbrengen
- Informatie = een deelverzameling van gegevens dat iets betekent voor de persoon die het
ontvangt, die zij zelf nuttig, betekenisvol of belangrijk beoordelen. Het komt uit verwerkte
gegevens dus het heeft waarde voor de ontvanger. Informatie is subjectief: kan voor de een
nuttiger zijn dan voor de ander.
- Knowledge = Kennis = de kennis die is gebaseerd op informatie die uit de gegevens is
gekomen. Kennis is een eigenschap van mensen die hen aanmoedigt om op een bepaalde
manier te handelen.
Het verschil is dat we kennis gebruiken om beter gebruik te maken van middelen, kennis zorgt ervoor
dat we kunnen reageren op informatie en data, en ze kunnen door dit inzicht beslissingen maken.
Een informatiesysteem is een verzameling van mensen, procedures en middelen dat samen
gegevens verzamelt en het transformeert en verspreidt. Computer-bases informatiesystemen
verlaagt de kosten van het verwerken van gegevens en informatie aanzienlijk. Het koppelen van
computers aan telecommunicatiesystemen maakt het uitwisselen van informatie over afstand sneller
en goedkoper. (denk hierbij aan de ontwikkeling van mobieltjes).
1.2 The technology infrastructure
De informatietechnologie infrastructuur heeft 5 aan elkaar gekoppelde componenten: computer
hardware – computer software – data management technology – networking en
telecommunications technology – technology services.
- Computer hardware: de technologie voor het verwerken en opslaan van gegevens, en het
verzamelen en afleveren als output. Dit kan gebeuren in alle soorten computers en
mobieltjes, usb, dvd etc.
- Computersoftware: een verzameling van instructies dat de werking van de computer regelt.
- Datamanagement technology: herkennen van waarde, veel systemen leggen koopgegevens
van een klant vast en sturen het naar mensen door die het kunnen gebruiken (winkelhouders
bijv.). Dit doen ze door databases te creëren – een groep met bestanden van gegevens die in
verband staan met elkaar. Data warehouse- wanneer een database is ontworpen voor
zakelijke objecten (koopgedrag). Data mining – het gebruiken van gegevens om
gedragspatronen te ontdekken.
- Networking and communications technology: het mogelijk maken om te kunnen
communiceren tussen mensen of organisaties over afstand. Het combineert hardware en
software dat kan worden verzonden en ontvangen tussen twee verbonden computers.
- Technology services: er is personeel nodig om de componenten van de IS infrastructuur te
beheren en runnen. Ze maken vaak deel uit van de IS afdeling, maar kunnen ook lokale
experts zijn.
1