Samenvatting filosofie A
College 1: inleiding
Praktische filosofie
Sociale en politieke filosofie
- Hoe moeten we met elkaar omgaan?
- Waar ligt de grens van onze vrijheid
- Wat maakt een samenleving rechtvaardig?
- Mag de overheid zich met ons leven bemoeien?
Ethiek
- Hoe kunnen we goed van kwaad onderscheiden?
Verschil filosofie en wetenschap
Menswetenschap (empirische wetenschap)
- Psychologie
- Sociologie
- Antropologie
- Pedagogiek
- Gaat uit van definities
Filosofie
- Onderzoekt definities
- Stelt fundamentele vragen; wat is het? Bestaat het?
Filosofie wereldwijd
Westerse filosofie: gebaseerd op klassieke Griekse filosofie
Oosterse filosofie: niet gescheiden van religie
- Boeddhistische filosofie, Confucianisme, Hindoeïstische filosofie, Taoïsme
Vroeger tot nu (meer verklaring dan bewijs/rede: geloof, gevoel en instinct)
Oudheid (750 v.C-500 n.C): Socrates, Plato, Aristoteles, Augustinus van Hippo
Middeleeuwen (500-1500): Thomas van Aquino
Humanisme (14e-16e eeuw): Erasmus, Melanchthon, de Montaigne
Verlichting (1650-1800): Comenius, Locke, Rousseau, Kant
Hedendaags: Dewey
Copernicaanse wending: mens is niet langer het middelpunt van het universum
Plato: ‘verwonder je over het alledaags, breek met heersende opinies’
Vroege opvoedingshandleidingen
Vóór de Verlichting voornamelijk door:
- Dichters: romantische ideeën
- Dokters: theoretisch (al dan niet onderbouwd)
- Verloskundigen: praktisch
1e complete opvoedings-theorieën kwamen tijdens verlichting van filosofen
Verklaringen wetenschappers
Copernicus: aarde draait om zon (niet andersom) = Copernicaanse wending
Galilei: ontdekte sterrenkunde, telescoop
Kepler: berekening van planeetbeweging (+ geformuleerde wetten)
Newton: zwaartekracht, snelheid
Gevolg: mens ontdekt zich als autonoom subject, fundament van werkelijkheid/weten