Thema: Werkstress
De student kan de verschillende werkstressmodellen interpreteren aan de
hand van een casus.
Person-Environment Fit Model
P-E Fit Model
Misfit tussen persoon en organisatie
Person-Environment Fit Model: werkstress wordt gedefinieerd als een ‘misfit’
tussen de persoonlijke behoeften en de hulpbronnen in de (werk)omgeving, dan
wel een ‘misfit’ tussen de persoonlijke mogelijkheden en de eisen vanuit de
(werk)omgeving.
Objectieve ‘misfit’: als je een taak niet kan uitvoeren
Verschil tussen de feitelijke toestand waarin de werknemer zich bevindt en de
objectieve kenmerken van de werkomgeving.
Dingen die er echt zijn, daar kan je niks aan veranderen.
Letterlijk matched iets niet. Bijvoorbeeld: taken matchen niet met organisatie dus
misfit.
Beste copingstijl: probleemgericht
Subjectieve ‘misfit’: als je een taak niet wilt uitvoeren.
Verschil tussen de kijk van een werknemer op zichzelf en zijn kijk op de
(werk)omgeving.
Eigen mening, kun je veranderen
Bijvoorbeeld: je denkt dat je je werkt niet kan uitvoeren, dus misfit
Beste copingstijl: emotioneel
Er kan zowel een positieve als een negatieve misfit ontstaan.
Positieve misfit (MO): een werknemer heeft meer persoonlijke mogelijkheden dan
de omgeving vereist.
Negatieve misfit (MS): de persoon heeft minder mogelijkheden dan de omgeving
eist.
Beide leidt tot stressreacties.
In het midden van dit model staan mechanismen waar je je aan kan ontlasten en
dat kan ervoor zorgen dat de misfit die er is tussen persoon en werkomgeving,
minder wordt. Hierdoor ervaar je de misfit minder erg,
, - Sociale ondersteuning (= sociale steun): de waargenomen hoeveelheid
steun van mensen. Deze steun kan subjectieve omgeving beïnvloeden.
- Copinggedrag (actieve coping): probleemgerichte coping, heeft tot doel de
‘misfit’ tussen de objectieve persoon en de omgeving te verminderen.
Kan de objectieve misfit verkleinen.
- Defensiemechanisme (passieve coping: emotionele coping, heeft tot doel
de (waargenomen) ‘misfit’ tussen de subjectieve persoon en de omgeving
te verminderen.
Kan de subjectieve misfit verkleinen
Sociale steun heeft direct invloed op de subjectieve misfit.
Copinggedrag (probleemgericht objectieve misfit. Door probleemgerichte
coping te gebruiken, kan de objectieve misfit verkleint worden.
Defensiemechanisme (emotionele coping) subjectieve misfit. Door emotionele
coping te gebruiken, kan de subjectieve misfit verkleint worden.
Demand-Control-Support Model
DCS Model
Demand-
Control Model: In dit model worden twee psychosociale werkkenmerken
beschouwd als belangrijke determinanten van de gezondheid en het welbevinden
van werknemers: de psychologische taakeisen en regelmogelijkheden.
Psychologische taakeisen: psychologische stressoren in de werkomgeving.
Taken die je moet volbrengen. Het gaat hier om de hoeveelheid werk en de
complexiteit hiervan.
Regelmogelijkheden: de mate van invloed die je hebt op de taken die je uitvoert.
Twee centrale veronderstellingen:
1. Stressreacties worden voornamelijk veroorzaakt door de combinatie van hoge
taakeisen en weinig regelmogelijkheden (veel spanning).
Andersom: Werk met lage taakeisen en veel regelmogelijkheden (weinig
,spanning).
Regelmogelijkheden bufferen de nadelige gevolgen van taakeisen op allerlei
stressreacties.
2. Persoonlijke groei, leer- en ontplooiingsmogelijkheden doen zich voor indien
zowel de taakeisen als regelmogelijkheden hoog zijn.
Oftewel: het werk stelt hoge eisen maar de werknemer heeft veel zeggenschap in
en over het werk, waardoor de eigen kwaliteiten volledig benut worden, en
daardoor ook ontwikkeld kunnen worden.
Lage eisen en weinig regelmogelijkheden zorgt voor passiviteit.
Psychologische taakeisen en regelmogelijkheden hebben invloed op twee
psychologische processen. Het ene proces beïnvloedt de gezondheid van de
werknemer (weinig of veel spanning) terwijl het andere proces de
arbeidsmotivatie en het leergedrag van de medewerker beïnvloed (actief of
passief).
Demand-Control-Support Model
Derde dimensie: sociale ondersteuning in het werk.
Tekortkomingen in sociale steun versterken de negatieve gezondheidseffecten
van werkdruk en regelmogelijkheden.
Demand-Control-Support Model: De interactie tussen taakeisen,
regelmogelijkheden en sociale steun staan centraal.
Sociale steun is leidend of je boven of onder zit.
Een combinatie van hoge taakeisen weinig regelmogelijkheden en weinig sociale
steun zorgt voor een geïsoleerde werksituatie met veel stressreacties.
Als de regelmogelijkheden en psychologische taakeisen boven en onder hetzelfde
zijn, ervaart onder meer stress, want zij hebben ook weinig sociale steun. Ze
zitten in een geïsoleerde werkomgeving.
Als je veel sociale steun hebt (energiebronnen), dan zit je in collectieve
werkomgeving (goede collega’s). Dan ervaar je minder stress want je kan je
eigen kwijt bij anderen.
Weinig sociale steun geïsoleerde werkomgeving.
Dan ervaar je meer stress want je mist dat gedeelte van sociale steun.
Conclusie: je wilt je bevinden in de bovenste blok.
, Effort-Reward Imbalance Model
ERI Model
Effort-
Reward Imbalance Model: Inspanningen op het werk maken deel uit van het
sociaal uitwisselingsproces, waar normaal gezien in onze maatschappij een
aantal materiële en immateriële beloningen tegenover staan.
Onder inspanningen worden allerlei typen taakeisen gerekend zoals tijdsdruk.
Onder beloningen wordt in dit model verstaan:
- Geld
- Waardering
- Zekerheid en carrièremogelijkheden
Het optreden van stressreacties wordt bepaald door een hoge inspanning,
gepaard met een lage beloning. Deze disbalans kan leiden tot allerlei
stressreacties.
1. Herhaalde ervaringen van disbalans kan iemands gevoel van beheersing
van de situatie, op den duur verzwakken.
2. Persoonskenmerken spelen belangrijke rol in de relatie tussen werk en
gezondheid.
Overcommitment.
Overcommitment bevat de volgende kenmerken: streberig gedrag, moeite om
het werk van zich af te zetten en behoefte aan goedkeuring en waardering.
Overcommitment zit bij een bepaalde type persoonlijkheid: type A. Zij willen
namelijk heel hard werken (hoge inspanning).
Hoe hoger overcommitment, hoe hoger inspanning en hoe hoger de beloning die
je zou willen.
Dus: hoe hoger de spanning en hoe lager de beloning hoe hoger de disbalans
en hoe groter de kans op stress.