OMGAAN MET AGRESSIE
Drs. Geuk Schuur
Hoofdstuk 2 : Vormen van agressie en geweld
2.1 Agressie door beperkingen
Als mensen tegen grenzen of beperkingen oplopen, reageren ze verschillend.
Er zijn mensen die zich niet/nauwelijks bewust zijn van de situatie of zich er apathisch bij neerleggen.
Kenmerken van deze situatie: gevoelens van neerslachtigheid, pessimisme en zinloosheid.
Anderen accepteren de opgelegde grenzen of beperkingen niet en worden strijdbaar, agressief of
gewelddadig.
Het willen verleggen van grenzen is vergelijkbaar met het willen scheppen van meer persoonlijke
ruimte: vergroting van levensruimte door het mobiliseren van levensenergie.
Agressieve uitingen hangen vrijwel samen met:
Zich psychisch en/of fysiek niet goed voelen; de oorzaak kan liggen in onwelbevinden door
stemming, probleem of ziekte;
Gedachten die onaangenaam zijn of zelfs pijn doen, zoals jaloezie, pathologische
achterdocht, gedachten die bepaald worden door traumatische ervaringen en depressiviteit;
Omgevingsfactoren, zoals lawaai of het ontbreken van privacy;
Gedragingen van anderen: zowel medecliënten als personeel.
Onder invloed van alcohol of drugs kan het gemakkelijk komen tot agressief-gewelddadige uitingen
ofwel geweldpleging jegens anderen. Probleemdrinkers zijn vaak geweldplegers (vaak mishandelen
ze gezinsleden). Langdurig stevig alcoholgebruik vergroot de kans op agressief-gewelddadig gedrag.
Bepalende factoren daarbij zijn: rol die de agressie en geweld in de opvoeding hebben gespeeld en
de aard van de persoon (normen en waarden, stemming en verwachtingen van de persoon).
De mate waarin alcohol en drugs aanleiding kunnen geven tot geweldpleging hangt samen
met de opwindingstoestand. Hierbij spelen de volgende factoren een rol:
Is iemand nog aanspreekbaar?
Het belang dat in het geding is (nervositeit): om aan spul te komen moet er iemand beroofd
worden of de dealer wil geld zien, en dergelijke;
De mate waarin bedreiging of aantasting van de persoon een rol speelt: dit laatste is
bijvoorbeeld in het geding als het om wraak gaat.
Wat niet vergeten mag worden is dat geweld ook een ‘roeseffect’ kan hebben, vooral in
groepsverband. De heftigheid van de agressieve uitingen en de stijl waarin deze geuit worden zijn
talrijk: schelden, vloeken, slaan, schoppen, spugen, manipuleren, provoceren, bedreigen, etc.
2.2 Territorium
We houden meer of minder afstand ten opzichte van anderen, zowel in ruimtelijk als in
psychosociaal opzicht. Voor een verpleegkundige kan de ruimtelijke afstand ten opzichte van een
cliënt heel klein zijn, terwijl de beroepshouding tegelijkertijd afstandelijk is. Dit ‘dichtbij’ en ‘veraf’