Neuropsychologie diagnostiek
Neurologie is de wetenschap die zich bezighoudt met ziektes van het zenuwstelsel. Een
neuroloog is een arts die gespecialiseerd is in de neurologie. Deze doet neurologisch
onderzoek:
Lichamelijke onderzoek
Aanvullend onderzoek zoals hersenmetabolisme, hersenstructuur.
Neuropsychologie onderzoekt de relaties tussen hersenen en gedrag bij zowel intacte als
beschadigde individuen, bij zowel dieren als mensen.
Neuropsychologie = wetenschappelijke discipline.
Klinische neuropsychologie = toegepaste discipline.
De neuropsycholoog is gespecialiseerd in de klinische neuropsychologie of is een
neurowetenschapper (soms beide).
Ontwikkelingsneuropsychologie is 35 jaar geleden ontstaan = jonge wetenschap. Vroeger
viel hieronder Minimal Brain Dysfunction- kinderen of buitenbeentjes. Op dit moment is het
ADHD, ODD, CD, DCD, ETC.
Mark Johnsen 1997 kwam met Developmental Cognitive Neuroscience.
Klinische kinderneuropsychologie richt zich op het leggen van verbanden tussen
problematisch of afwijkend gedrag en disfuncties van de zich ontwikkelende hersenen bij
kinderen en jeugdigen.
Als je het Nederlandse boek met het Engelse boek vergelijkt zijn er een aantal
verschillen:
- Ze gebruiken verschillende theoretische modellen.
- In het Engelse boek ligt de focus op hersenbeschadiging, weinig aandacht voor
ontwikkelingsstoornissen, zoals ADHD, autisme, en specifieke leerstoornissen.
- In het Nederlandse boek ligt de focus op hersendysfuncties, veel aandacht voor
ontwikkelingsstoornissen.
- Beide boeken zijn bruikbaar voor de praktijk, maar om verschillende redenen.
Verschillen tussen volwassen en ontwikkelingsneuropsychologie:
- De volwassen neuropsychologie: kennis vooral gebaseerd op onderzoek bij patiënten.
Op basis van dat onderzoek is er een beeld gevormd over hersenen en hoe ze werken =
modulaire benadering.
o Minder dominant geworden doordat men zich nu realiseert dat deze
zogenaamde modules met elkaar samenwerken. Het hersengebied kan alleen
maar functioneren doordat het is opgenomen in een groter brein netwerk.
,Ontwikkelingsneuropsychologie: er is geen duidelijke 1 op 1 relatie. De hersenen zijn in
ontwikkeling, bepaalde hersengebieden zijn bezig zich te specialiseren, hebben nog geen
duidelijke functie (diffuus).
o Nieuw: sommige grootschalige netwerken zijn al vanaf het eerste levensjaar
aanwezig.
Functionele organisatie hersenen:
Associatiegebieden en gespecialiseerde of projectiegebieden.
o Bv. Fusiform Gyrus > waarneming gezichten,
o Prefrontale cortex is een associatiegebied.
Snelle en langzame routes
o Bijv. visuele waarneming > snel en langzaam
Ventrale en dorsale route:
o Bijv. de waarneming van objecten:
Waar en hoe = dorsale route
Wat = ventrale route
Corticale- subcorticale routes
o Bottom- up: activering, externe prikkels, motivatie, emotie: prikkels die komen
binnen in de hersenen die vragen om aandacht en die worden dan bij jou
bewust.
o Top- down: bewuste controle, onderdrukken impulsen. Je kunt de prikkels
negeren of gehoor aan gegeven. Bijv. je hebt dorst.
, Neurale netwerken (large scale brain networks)
o Bijv. executieve control network, default mode netwerk, salience network.
o Task- positive and task- negative brain networks.
Default mode network wordt geactiveerd bijv. als de aandacht verslapt.
Salience network wordt geactiveerd als je dan weer iets hoort wat je
aandacht trekt, impulsen bijv. je ziet chocolade in de winkel.
Lateralisatie
o Links vs rechtsverchillen hemisferen
Neurotransmittersystemen
o Bijv. serotonerge system, dopaminerge system.
, Celstructuur
Neuron eigenaardige cel. Niet rond of plat maar deze hebben vertakkingen. Korte
vertakkingen zijn dendrieten. Meeste neuronen hebben lange uitloop genaamd Axon. Daaraan
zitten weer uitlopers genaamd ei boompjes.
Grijze stof = structuur met cellichamen en dendrieten
Witte stof = bundels axonen met myeline.
- Myeline verhoogt snelheid actiepotentiaal door het axon.