100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Geschiedenis van Sociaal werk €2,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Geschiedenis van Sociaal werk

1 beoordeling
 119 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting studieboek Sociaal werk in Nederland van Jan Bijlsma, Hay Janssen - ISBN: 9789046904558, Druk: 3, Uitgavejaar: - (7 behaald)

Voorbeeld 3 van de 21  pagina's

  • Ja
  • 7 december 2016
  • 21
  • 2013/2014
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (2)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: Fk94 • 7 jaar geleden

avatar-seller
xmieees
Toets stof Geschiedenis van het sociaal werk.
Vragen.
1. In de ontwikkeling van verzorgingsstaten kun je een aantal fasen onderscheiden. In welke
fase krijgen sociale verzekeringen een algemeen karakter?

2. Tijdens welke fase in de ontwikkeling van de verzorgingsstaat geldt het motto ‘van hangmat
naar trampoline’?

3. In het rapport De verzorgingsstaat herwogen kent de WRR een viertal functies toe aan de
verzorgingsstaat. Welke van de onderstaande functies hoort daar niet bij?
A. Verheffen
B. Verzekeren
C. Vereffenen
D. Verbinden

4. Geef voorbeeld van de functie Verzekeren;
A. Minimum inkomen
B. Overbruggen van tegenstellingen binnen groepen
C. Onderwijs
D. Begeleiding

5. Hans Achterhuis had kritiek…… welke en waarom…..

6. Noem het grootste verschil tussen equivalentiebeginsel en solidariteitsbeginsel?

7. De Armenwet van 1854 bepaalde dat:
A. de overheid zich niet met de armenzorg mocht bemoeien alleen als het om de openbare
orde ging.
B. de overheid moest in de tijd van de eerste Armenwet vaak financieel bijspringen op de
bedeling die de kerk aan de armen gaf.
C. A en B zijn beide goed.

8. Een belangrijk lesonderdeel op de School voor maatschappelijk werk was:
A. Methodiek
B. woningtoezicht
C. Vrouwenemancipatie

9. Het doel van het social casework is:
A. Niet te moraliseren maar je als hulpverlener richten op de kwaliteiten van de mensen
zodat ze zelf iets aan de situatie kunnen veranderen. En de mens of het gezin weer kan
functioneren in het groter sociaal geheel.
B. De maatschappij structureel te veranderen en daardoor een oplossing voor het
armoedeprobleem geven.
C. A en B zijn beide goed.

,10. Het zogenoemde ‘multimethodisch maatschappelijk werk’ is volgens Herman de Mönnick
verwant aan:
A. het social casework.
B. de comprehensive approach.
C. Evidence Based Practice.

11. Volgens de kritiek van Hans Achterhuis in zijn boek ‘’Markt van Welzijn en Geluk’’ streefde
het welzijnswerk ernaar:
A. mensen passief en onzeker te maken.
B. mensen tot hun recht te laten komen.
C. hulpverleningsvraag en -aanbod op elkaar af te stemmen.
D. een dam op te werpen tegen de verregaande commercialisering van het welzijnswerk

12. Binnen weeshuizen was de opvoeding gericht op:
A. rust, reinheid en regelmaat
B. zelfontplooiing
C. het aanleren van blinde gehoorzaamheid
D. het aanleren van deugdzaam gedrag

13. Het definitieve einde van de weeshuizen werd ingeluid door:
A. de Algemene Bijstandswet uit 1965.
B. de toenemende populariteit van pleeggezinnen.
C. de kritiek van professionele opvoeders op de regentenbesturen.
D. de aantrekkende economie en het dalende sterftecijfer.

14. De in 1896 opgerichte vereniging Pro Juventute had als doelstelling:
A. zo vroeg mogelijk in te grijpen in geval van verwaarlozing van jongeren.
B. de aandacht van de dader naar de daad te verschuiven.
C. te ijveren voor de oprichting van jeugdgevangenissen.
D. pleegzorg als alternatief voor het weeshuis te propageren.

15. Videohometraining is een vorm van:
A. residentiële hulpverlening
B. ambulante jeugdzorg
C. dagbehandeling
D. semi-residentiële hulpverlening

16. Binnen de semi-residentiële hulpverlening:
A. staat de leefgroep centraal.
B. gaat het om de verbetering van de communicatie tussen kind en gezin.
C. is de pupil als object van zorg veranderd in een cliënt die subject van zorg is.
D. wordt gewerkt aan het voorkomen van een uithuisplaatsing.

17. De Wet op de Jeugdhulpverlening heeft geleid tot:
A. een betere juridische bescherming van weggelopen jongeren.
B. een toename van het aantal ondertoezichtstellingen.
C. een groei van de alternatieve hulpverlening.
D. een sterke groei van de ambulante hulpverlening.

, 18. Volgens de kritische psychiater Thomas Szasz is de psychiatrie:
a. een controlesysteem van de staat dat mensen tot aanpassing dwingt
b. een medische wetenschap die gebruik maakt van de psychologie
c. de wetenschap die onbewuste drijfveren blootlegt

19. In welke van onderstaande antwoorden staan de begrippen in chronologische volgorde (de
oudste eerst):
a. Inrichtingspsychiatrie, kritische psychiatrie, dolhuizen
b. Dolhuizen, inrichtingspsychiatrie, DSM
c. DSM, dolhuizen, inrichtingspsychiatrie

20. Waarom start psychiatrie als doelgroep ‘pas’ in de achttiende eeuw?
a. Pas toen kwamen er financiële middelen beschikbaar om deze mensen te helpen
b. De mensen met een psychiatrische aandoening was tot die tijd verhoudingsgewijs een
kleine groep
c. Voor die tijd werden ze niet als een aparte groep beschouwd maar waren ze samen met
de criminelen, prostituees en armen de ‘onmaatschappelijken. ’

21. Dr. Jean Marc Gaspard Itard vond in 1797 een compleet verwilderde 12-jarige jongen in de
bossen van Frankrijk. Vier jaar lang probeerde hij van deze jongen een sociaal wezen te
maken. Zijn plan mislukte, maar toch wordt dit project als een succes gezien. Waarom?
A. Omdat de jongen vervolgens bij de huishoudster van Dr. Itard mocht blijven wonen en hij
dit veel leuker vond
B. Omdat het zorgde voor een keerpunt in het gedachtegoed over zwakzinnigen
C. Omdat Dr. Itard geen echte dokter was en dit door dit project werd ontmaskerd

22. Carel Muller was in de 70-er jaren directeur van de afdeling ‘Dennendal’ in
zwakzinnigeninstelling Willem Arntsz Stichting. Zijn visie op zwakzinnigen is van groet invloed
geweest. Hoe zag hij zwakzinnigen?
a. Als mensen die opgevoed moesten worden in plaats van opgesloten
b. Als ‘authentieke’ mensen, zonder materialistische drijfveren
c. Als zachtzinnige, vervreemde mensen

23. Bij de overbrugging van een tijdelijke noodsituatie kan de wet BOPZ het inzetten van
middelen en maatregelen toestaan. Welke maatregel hoort daar niet in thuis?
A. Afzondering
B. Fixatie
C. Onthouden van medicatie

24. Hoeveel % is eind 2010 65 jaar of ouder in Nederland?
A. 10%
B. 15%
C. 25%

25. Wat is de geschatte grijze druk in 2040 Nederland?
A. 22%
B. 43%
C. 64%

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper xmieees. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53920 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd