Samenvatting Het bestverkochte boek ooit (met deze titel)- Sanne Blauw
H1: Cijfers kunnen levens redden
Het ontstaan van onze cijferwoede
In de 19e eeuw werden cijfers voor het eerst in de geschiedenis op grote schaal gebruikt,
omdat er toen natiestaten ontstonden die verlangden naar informatie over hun burgers;
dodental, geboortecijfer, etc. Er gingen drie belangrijke ontwikkelingen vooraf aan de
cijferwoede in de 19e eeuw.
We gingen standaardiseren
Bij de jagers, verzamelaars en boeren was het nog te overzien wat er onthouden moest
worden, maar toen de landbouwrevolutie plaatsvond en mensen op grotere schaal gingen
samenwerken, werd alles steeds complexer; schuld, belasting, ruilhandel, pacht, etc. Om dit
te bolwerken ontstond het schrift en daarin stonden voornamelijk cijfers.
Men moest het wel eens zijn met de genoemde maten achter de cijfers, zoals de
lengtemaat ‘roede’ uit Groningen. Alleen hadden alle dorpen/regio’s een andere
betekenis voor dezelfde maatstaf, als ze überhaupt al dezelfde gebruikten.
Er was geen gemeenschappelijke cijfertaal.
Na de Franse Revolutie besloten de revolutionairen alle lokale meeteenheden te
verwerpen en stelden ze het metriek stelsel in, wat eenheden bevatten die
wetenschappers toen der tijd gebruikten; bv. kg en meter.
Dit maakten het besturen van een land veel gemakkelijker.
Later zou dit stelsel, nu ‘Internationale Stelsel van Eenheden’, zich
verspreiden naar bijna alle landen in de wereld, met een paar uitzonderingen.
In de 19e eeuw vond er heel veel urbanisatie plaats, wat leidde tot een hoop
problemen, zoals armoede, ziekte, etc. Men wilde weten waar dit vandaan kwam en
hoe het bestreden moest worden. Maar wat betekent ‘armoede’ en ‘ziekte’?
Alleen met een duidelijke definitie kan iets telbaar gemaakt worden.
o “Tellen snakt naar categorieën.”- Hacking.
Er kwam een nieuwe meest gesproken taal ter wereld; de cijfertaal.
We gingen op grote schaal cijfers verzamelen
In de daaropvolgende millennia gingen autoriteiten op grotere schaal cijfers verzamelen,
zoals de volkstelling in het verhaal over de geboorte van Jezus.
In deze periode werden er veel organisaties vanuit de staat opgericht die gericht
waren op cijfers verzameling.
Vandaar het woord ‘staat’ in ‘statistiek’.
We gingen cijfers analyseren
Pas aan het einde van de 18e eeuw werden de staaf- en lijngrafiek bedacht door William
Playfair. Naast deze middelen werd het ‘gemiddelde’ erg populair om cijfers mee te
analyseren, dit kwam in de 19e eeuw, daarvoor werd het al wel gebruikt bij astronomen.
Adolphe Quetelet, een belgische astronoom, ging in 1830 op zoek naar een patroon
in het menselijke gedrag.
Hij kwam met het idee voor de gemiddelde mens: 'l'homme moyen’. Hij
berekende de gemiddelde lengte, gewicht, opleiding, criminaliteit, etc.
Hij bedacht ook de Quetelet Index, nu bekend als de Body Mass Index(BMI).
= een maatstaf om te zien of iemand gewicht ‘normaal’ genoeg was.
, De periode tussen 1890 en 1940 werd door Stephen Stigler de ‘statistische verlichting’
genoemd. Toen bedachten wetenschappers vernuftige manieren om patronen te vinden in
cijfers, zoals verbanden berekenen en experimenten ontwerpen.
In 1747 had Marinearts Lind een van de eerste klinische experimenten uitgevoerd
met mensen die scheurbuik hebben en de invloed van een bepaald dieet daarop.
Onderbuiken, denkfouten, belangen
Waarom zijn cijfers overtuigender dan woorden?
Eminence-based = handelen op basis van de mening van een medische specialist of
een vooraanstaande gezondheidsspecialist als het gaat om gezondheidskwesties.
Evidence-based = handelen op basis van de bevindingen in wetenschappelijke
onderzoeken.
Als onderzoeker moet je soms bepaalde barrières omzeilen:
1. Emotionele barrière; ondanks dat er bepaalde data iets aanwijst komt het niet
overeen met het gevoel dat mensen hebben bij een situatie.
2. Interpretatie barrière; mensen kunnen data zo interpreteren dat het aansluit op hun
overtuiging.
3. Belangen barrière; om bepaalde cijfers te accepteren moeten de belangen die er
meespelen wel dezelfde kant opstaan.
a. Vb. een gezondheidscommissie moet besluiten wat ze doen met een
bepaalde vorm van intense zorg. Het onderzoek wijst uit dat de zorg niet zo
zeer effectief is. Maar de commissie wil hun reputatie niet schaden, wanneer
er blijkt dat het een verkeerde keuze is om de zorg stop te zetten.
Cijfers lijken automatisch objectief.
H2: De domme discussie over IQ en huidskleur
Harvard psycholoog Robert Yerkes wilde in de psychologie dezelfde exactheid als in de
natuurkunde, daarom ging hij zaken zoals ‘armoede’, ‘criminaliteit’ en ‘intelligentie’ meetbaar
maken.
Voor intelligentie bedacht hij een intelligentietest onder mannelijke soldaten, waar
naar voren kwam dat zwarte Amerikanen het laagst scoorden.
“Er is een verschil in IQ tussen volkeren. Dat is wetenschappelijk bewezen”,
aldus Yernaz Ramautarsing. “Ik had ook graag gezien dat het anders was, dat
zwarte mensen hyperintelligent waren […]. Maar het is niet zo.”
Sinds de test van Yerkes is er veel discussie over intelligentie en huidskleur. Yerkes’s
onderzoek laat zien wat de gevolgen kunnen zijn van zulke uitspraken. Dat terwijl zijn
onderzoek niet zorgvuldig en correct was uitgevoerd. Genoeg reden om de resultaten
te verwaarlozen, maar het tegenovergestelde gebeurde.
In die tijd was eugenetica heel populair en deze bevindingen versterkten het al
heersende idee over donkere mensen.
Er werd een quota ingevoerd om Zuid- en Oost-Europeanen uit Amerika te
houden.
En de bevindingen werden gebruikt om sterilisatiewetten te rechtvaardigen.
Tot op de dag van vandaag houdt de conclusie van Yerkes nog steeds stand; ‘mensen met
een zwarte huidskleur behalen gemiddeld lagere scores’. Maar dat betekent niet dat de
uitspraken over huidskleur en IQ kloppen!
Belangrijke kanttekeningen
De steekproeven voor onderzoek over huidskleur en IQ worden getrokken in
Amerika, dus de uitspraken hoeven niets te zeggen over de rest van de wereld.