Samenvatting van zowel het boek van Herman Paul (Als het Verleden Trekt) als van Popkins voor historiografie (Herodotus to H-Net). Enkel hoofdstuk 8 van Popkins is niet samengevat, maar dat is ook niet opgegeven als tentamenstof (is immers IHW in één hoofdstuk en dat krijg je in het eerste jaar).
Als het Verleden Trekt.................................................................................................................................. 3
Hoofdstuk 1; Wat is Geschiedfilosofie?..................................................................................................... 3
Hoofdstuk 2; Wat is het Verleden?........................................................................................................... 3
Hoofdstuk 3; Relaties met het Verleden................................................................................................... 4
Hoofdstuk 4; De Materiële Relatie............................................................................................................ 4
Hoofdstuk 5; De Esthetische Relatie......................................................................................................... 4
Hoofdstuk 6; De Politieke Relatie.............................................................................................................. 5
Hoofdstuk 7; De Epistemische Relatie (I)................................................................................................... 6
Hoofdstuk 8; De Epistemische Relatie (II).................................................................................................. 6
Hoofdstuk 9; De Epistemische Relatie (III)................................................................................................. 7
Hoofdstuk 10; De Morele Relatie.............................................................................................................. 7
Hoofdstuk 11; Relatiebeheer.................................................................................................................... 8
From Herodotus to H-Net............................................................................................................................. 9
Hoofdstuk 1; What is Historiography?...................................................................................................... 9
Hoofdstuk 2; History in Ancient and Medieval Times..............................................................................10
Hoofdstuk 3; The Historiographical Revolution....................................................................................... 12
Hoofdstuk 4; The Rise of Academic Scholarship and National History.....................................................13
, Afkortingen
EN/En Engeland/Engelsen
GB Groot-Brittannië
DE Duitsland/Duitsers
Fr Frankrijk/Fransen
Sp Spanje/Spanjaarden
NL Nederland/Nederlanders
GL Griekenland
Eu Europa/Europees/Europeanen
EU Europese Unie
HRR Heilig Roomse Rijk
ME Middeleeuwen
E Eeuw(s)
IR Industriële Revolutie
FR Franse Revolutie
WOI Eerste Wereldoorlog
WOII Tweede Wereldoorlog
KO Koude Oorlog
CD Christen Democraat
Cg Consumptie goed(eren)
Vw Vertegenwoordigers
Ec Economie/economisch
SG Staten-Generaal
, Als het Verleden Trekt
Hoofdstuk 1; Wat is Geschiedfilosofie?
Het woord ‘geschiedenis’ kan slaan op Historia res gestae, de historische werkelijkheid, of op de
historia rerum gestarum, de studie van het verleden/wat men erover vertelt. De filosofie over de
historische werkelijkheid is de geschiedfilosofie. Voorbeelden van denkers zijn Hegel of Augustinus.
Voor Hegel was de geschiedenis een evolutionair proces, waarin de scheiding tussen het subjectieve
(de mens) en het objectieve (de wereld) werd opgeheven tot algehele identificatie van de ‘objectieve’
en ‘subjectieve’ geest. Augustinus dacht echter meer in de Bijbelse zin; de geschiedenis was een
toneel van Gods handelen. De geschiedfilosofie gaat ook om de filosofische reflectie op het historisch
denken, de rerum gestarum. Historisch denken gaat om verhalen, verklaring en feiten. Het gaat om
de conceptuele analyse van historisch denken. Deze tweede stroming van filosofie kan worden
gekenmerkt door Ricket, die stelde dat het onderscheid tussen natuurwetenschappers en
geesteswetenschappen lag in de generaliserende of individualiserende onderzoeksmethode. Rüsen gaat
op vijf dimensies in die historisch denken maken, het semantische, cognitieve, esthetische, retorische
en politieke.
De substantiële en analytische geschiedfilosofie onderscheiden zich door hun uiteenlopende
objecten en vragen. Beide stromingen ontstaan door onzekerheid over historisch denken of culturele
conventies. Geschiedfilosofie moet tijdens crises antwoord geven, terwijl het een domein van
meningsverschillen op basis van verschillende wereldbeelden is. Tegelijk is het woord ‘geschiedenis’
zelf ambigue, wat de kruitdamp eromheen alleen maar sterker maakt. Toch moeten de twee domeinen,
de rerum gestarum en res gestae, niet apart gehouden worden. Je kunt niet over de rerum gestarum
nadenken zonder te reflecteren over de res gestae. Ten tweede is dat het historisch denken deel
uitmaakt van de historische werkelijkheid. Als laatste geldt dat de filosofen maar moeilijk in één van
de twee hokjes te plaatsen zijn. Geschiedfilosofie is eerder een traditie met meerdere zwaartepunten.
Het is niet historiografie; deze stroming houdt zich bezig met het historisch denken in een bepaalde
regio of periode, terwijl de geschiedfilosofie zich bezighoudt met wat het denken is.
Hoofdstuk 2; Wat is het Verleden?
De historische sensatie is de onmiddellijke connectie met het verleden. Dat kan opgewekt worden als
het verleden niet langer louter ‘voltooid’ aanvoelt. Het chronologische verleden is de historische
werkelijkheid, de stand van zaken die bestond op een tijdstip dat min of meer lang verstreken is. Als
regel willen historici niet ‘te dicht op het verleden kruipen’. Deze afstand kan temporeel zijn, maar
ook affectief (betrokkenheid) of discursief (grootte van lens). Historici houden zich daarom het vaakst
bezig met het ‘voltooide’ verleden, wat kan worden opgevat als homogene tijdperken of overlappende
en aanvullende lagen. Het idee van tijdperken komen voort uit het historisme, wat staat op het idee dat
iedere periode een ander idee centraal heeft. Anderen zien het verleden liever als een opeenstapeling
van lagen, waarbij sommigen voltooid zijn maar anderen nog in werking. Het vreemde verleden is het
verleden wat wordt gekenmerkt door zijn anders-zijn, wat zelfbewuste mensen als passé verklaren
(Fasolt). Ankersmit ziet het vreemde verleden als gevolg van identiteitscrises, waarin mensen zich
verscheurd voelen met wie ze waren en zijn (gevolg van bedoelingen). Weer anderen menen dat
onbedoelde gevolgen van handelen een breuk teweegbrengen. Als laatste is er het aanwezige verleden,
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nickweerdenburg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,50. Je zit daarna nergens aan vast.