Week 4.1
Kennisclip bloedsomloop en bloedvaten
Bloedsomloop -> bloed komt twee keer door het hart:
- Kleine bloedsomloop: start in rechter boezem van het hart, daar komt zuurstofarm bloed
binnen, dit wordt via de rechterkamer en de longslagader naar de longen gepompt. In de
longen geeft het bloed koolzuur af en neemt het zuurstof op. Vervolgens stroomt zuurstof
rijk bloed naar het hart.
- Grote bloedsomloop: via linkerboezem naar de linkerkamer, dan via da aorta het lichaam in.
Organen gebruiken voedingsstoffen en zuurstof en geven afvalstoffen aan de haarvaten. Het
zuurstofarme bloed gaat naar de aders die terug naar het hart gaat. Dan begint de kleine
bloedsomloop weer.
Soorten bloedvaten
- Slagaders = vervoeren zuurstofrijk bloed vanaf hart naar andere delen van het lichaam.
Slagaders hebben een stevige elastische want, die bestaat uit de buitenste laag, een spierlaag
en een gladde binnenlaag.
Soorten slagaders:
Aorta = belangrijkste, het hart pompt bloed van de linkerkamer naar de aorta die het naar de
rest van uw lichaam vervoert. Vak boven het hart maakt de aorta een bocht naar links,
hieruit komen halsslagaders. Na de bocht gaat de aorta naar middenrif en buikholte, in de
buikholte voorziet de slagader alle organen, darmen en ruggenmerg van bloed. Vervolgens
vertakt de aorta in twee slagaders die uw benen van bloed voorzien.
Longslagader = enige slagader die geen zuurstofrijk bloed bevat, het vervoert zuurstofarm
bloed van uw hart naar de longen.
Halsslagaders = voorzien hersenen en armen van bloed.
- Aders = vervoeren zuurstofarme bloed naar het hart, tegen de zwaarte kracht in, waarbij de
spierpompen helpen. In de benen is de kuitspier het belangrijkste. Kleppen in de aders
voorkomen dat het bloed weer naar beneden stroomt.
- Haarvaten = aller kleinste vertakkingen van slagaders. Hebben een dunne wand en staan in
verbinding met omliggend weefsel, via de dunne wand vind uitwisseling plaats van
voedingsstoffen en zuurstof. De weefsel geven afvalstoffen af, dit wordt naar de aders
vervoert.
Kennisclip hart en vaatziekten algemeen
Hart- en vaatziekten = verzamelnaam voor alle aandoeningen die betrekking hebben op het hart en
de bloedvaten.
De belangrijkste complicaties (die de meeste schade brengen aan de gezondheid):
- Angina pectoris
- Hartinfarct
- Hartfalen
- Hartritmestoornissen
- TIA
- Herseninfarct
- Hersenbloeding
,Hart- en vaatziekten zijn vaak complicaties van Artherosclerose (slagaderverkalking)
Artherosclerose:
- Langzaam, voortschrijdend verouderingsproces van de slagaders (vanaf ca 30 jaar)
- Binnenkant van slagaders is glad, maar daar kunnen op den duur vetophopingen ontstaan
Hart- en vaatziekten = kleine vernauwing in de vaten
- Kleine beschadigingen op het endotheel -> ontstekingsreacties (dit hangt af van gezondheid,
maar gebeurt ook als je ouder wordt.)
- Ophoping van vetachtige stoffen (cholesterol) en witte bloedcellen bij de ontstekingsreacties
-> plaques = ophoping van cellen). Er komt meer druk op het bloedvat.
Infarct = er is een complete vernauwing en er komt geen bloed/zuurstof meer doorheen.
- Als plaque scheurt dan komt de inhoud hiervan in contact met bloed (rode bloedcellen)
- Bloed stolt en bloedstolsels ontstaan -> vernauwing slagader / bloedpropje in bloedbaan
Risicofactoren
- Aangeboren afwijkingen
o Syndroom van down -> grote kans op afwijkingen in het hart, door extra
chromosoom, maar nog niet duidelijk waar het helemaal aan ligt.
o Defecten (niet volgroeit zijn, gaten tussen wand van kamers)
- Genetische factoren
o Hyperlipidemie = veel van een bepaald vet (LDL cholesterol of triglyceriden)
Familiaire hypercholesterolemie: genetische aandoening waardoor
cholesterolgehalte verhoogd is, doordat de lever niet goed werkt.
Erfelijk laag HDL-cholesterol
o Erfelijke vorm van hoge bloeddruk
o Overgewicht (zowel erfelijk als omgevingsfactoren)
- Verworven aandoeningen
o Hypertensie = hoge bloeddruk (te veel zout / natrium, in zeezout zit meer kalium dan
natrium) (metabool syndroom)
o Hypercholesterolemie (metabool syndroom)
o Diabetes mellitus (metabool syndroom)
o Overgewicht (metabool syndroom)
o Weinig lichamelijke activiteit
o Overmatig alcoholgebruik -> weinig drinken kan kans op hart en vaatziekten
verminderen
o Roken -> zorgt eerder voor beschadigingen in bloedvaten
Hart en vaatziekten bij vrouwen
- Tot menopauze lagere kans dan mannen op hart- en vaatziekten -> doordat vrouwen
oestrogeen aanmaken, de endotheel blijft eerder heel.
- Na de menopauze stijgt de kans op hart- en vaatziekten
- Toch krijgen meer vrouwen dan mannen hart- en vaatziekten -> verandering hormoonspiegel
(anticonceptie, menstruatie)
- Symptomen zoals pijn op de borst en pijn tussen de schouderbladen zijn de mannelijke norm
- Symptomen bij de vrouw lijken op overgangssymptomen, daardoor wordt het ziektebeeld
minder snel herkend: opvliegers, zeurderig en moe, hartkloppingen, vermoeidheid, onrustig
en angstig gevoel.
,Kennisclip beroerte
In NL -> elke dag 125 mensen beroerte -> gevolgen lopen sterk uiteen: herstel, overlijden of rest van
het leven hulp nodig.
Beroerte = verzamelnaam voor herseninfarct en hersenbloeding.
- Herseninfarct = een bloedpropje blokkeert een bloedvat in de hersenen, dit kan ontstaan
door scheuring van plaque. Een deel van de hersenen krijgt te weinig zuurstof.
- TIA = hetzelfde als herseninfarct, maar de prop lost snel weer op, de hersenen hebben
tijdelijk te weinig zuurstof gehad.
- Hersenbloeding = een zwakke plek in het bloedvat barst open, de bloeduitstorting
beschadigd een deel van de hersenen.
Klachten beroerte -> hangt af van de plek van de beroerte:
- Gebied dat spieren aanstuurt > verlammingen in armen of benen of scheve mond
- Gebied dat spraak aanstuurt
- Gebied voor coördinatie en evenwicht (kleine hersenen)
- Dubbel zien, blind zijn, wazig zien.
Meeste klachten -> mond, spraak, arm
In het ziekenhuis -> CT scan na herseninfarct of hersenbloeding -> hoe eerder de behandeling, hoe
minder klachten er over blijven.
Kennisclip hartinfarct
Het hart ontvangt zuurstof uit de kransslagaders die om het hart heen liggen.
Er kunnen beschadigingen ontstaan in de wand van een kransslagader -> daar kunnen klonteringen
van bloedplaatjes, kalk en vetten (cholesterol) aan vast gaan zitten -> vernauwing (plaque).
Plaque scheurt -> bloedstolsel -> wordt het volledig afgesloten = hartinfarct / hartaanval. Duurt dit te
lang, dan sterft het hartweefsel.
Soms ontstaat een hartinfarct door stolsels elders in het lichaam.
Hartinfarct -> beklemmende, benauwende of drukkende pijn midden in de borst of iets naar links. De
pijn kan uitstralen naar armen en kaak.
Het kan gepaard gaan met zweten en misselijkheid en duurt langer dan 5 minuten.
Eerste uren na hartinfarct -> stoornissen in ritme, daarom aan de monitor.
Hartinfarct -> litteken aan bindweefsel -> gedeelte van hart doet niet meer actief mee. De ernst
hangt af van de omvang en de plaats. Ieder hartinfarct is anders en de gevolgen kunnen verschillen.
Kennisclip angina pectoris
Angina pectoris = een onprettig, of pijnlijk gevoel op de borst dat moeilijk te omschrijven is. Het hart
krijgt op dat moment te weinig zuurstof, door vernauwing van de bloedvaten.
, Hartfalen
Hartfalen = het hart pomp het bloed minder goed weg, je organen en spieren krijgen niet genoeg
zuurstof en voedingsstoffen. De bloedvaten raken vol en er lekt vocht uit. Dit gebeurt vooral naar de
longen, buik, benen en enkels.
Symptomen
- Eerste klachten vaak bij inspanning, later ook bij rust
- Kortademigheid
- Sneller moe
- Vocht vasthouden
Ejectiefractie =Een arts achterhaalt welke type hartfalen je hebt. Hiervoor meet de arts hoeveel
bloed de linkerhartkamer bij elke hartslag uitpompt. Een gezond hart pompt 50-70% van het bloed in
de linkerkamer weg.
Vormen van hartfalen
- Hartspier knijpt minder goed
- Hartfalen met licht verminderde knijpkracht
- Hartfalen door een stijve hartspier
Kennisclip hartritmestoornissen
Een gezond hart -> verschillende delen trekken in juiste volgorde samen en ontspannen: eerst de
boezems en vervolgens de kamers, dit gebeurt in een regelmatig tempo. In rust 60/70 keer per
minuut.
Hartritmestoornis -> elektrische prikkels worden in onregelmatige ritme doorgegeven.
Klachten: kloppingen, misselijkheid, kortademigheid, flauwvallen, duizeligheid.
Boezemfibrilleren = de boezems knijpen niet goed meer samen, maar onregelmatig -> soms
elektrische shock of medicijnen.
Kamerfibrilleren = ontelbare elektrische prikkels lopen chaotische door elkaar -> geen bloed meer
naar lichaam en hersenen -> hartstilstand.