In dit document staan de leeruitkomsten week 1 t/m 3 van BOK leren en ontwikkelen uitgewerkt. Hierbij is gebruik gemaakt van alle gegeven literatuur, om elke leeruitkomst te onderbouwen. Het is een uitgebreide samenvatting, waarbij alle informatie, die je moet weten voor het tentamen, duidelijk sta...
,Inhoud
Week 1: Visie op ontwikkelingen en perspectieven........................................................................6
De student kan de aard van de veranderingen tijdens de ontwikkeling onderscheiden en kan deze
herkennen in een korte casus.............................................................................................................6
De student begrijpt wat de relatieve invloed van nature en nurture op de ontwikkeling is...............7
De student kan de verschillende perspectieven op ontwikkeling onderscheiden...............................7
De student kent het bio-ecologisch model van Bronfenbrenner en kan dit herkennen in een korte
casus...................................................................................................................................................7
Week 2: Leren en het geheugen...................................................................................................12
De student weet wat klassieke conditionering is, kent de bijhorende begrippen en mechanismes en
begrijpt hoe dit gedrag beïnvloedt...................................................................................................12
De student weet wat operante conditionering is, kent de bijhorende begrippen en mechanismes en
begrijpt hoe dit gedrag beïnvloedt...................................................................................................14
De student begrijpt hoe vanuit de cognitieve psychologie leren op verschillende wijzen verklaard
kan worden.......................................................................................................................................16
De student weet wat de drie functies van het geheugen zijn en kan deze herkennen in een korte
casus.................................................................................................................................................16
De student heeft kennis van de drie stadia van geheugen en de kenmerken van de verschillende
stadia (functie, wijze van codering, opslagcapaciteit, de duur, structuur en biologische basis)........18
De student kent de begrippen infantiele amnesie, prospectief geheugen, retrograde amnesie en
anterograde amnesie en kan deze herkennen in een korte casus....................................................19
De student weet wat impliciete en expliciete herinneringen zijn.....................................................19
De student heeft kennis van hoe informatie uit het geheugen kan worden opgehaald en kan dit
herkennen in een korte casus...........................................................................................................20
De student begrijpt de zeven manieren van falen van het geheugen en kan deze herkennen in een
korte casus........................................................................................................................................21
De student weet wat mnemonische technieken zijn (methode van loci, kapstokwoorden) en weet
op welke andere manieren leren bevorderd kan worden.................................................................22
Week 3: De babytijd......................................................................................................................23
De student heeft kennis van de prenatale bedreigingen voor de ontwikkeling................................23
De student weet wat een APGAR-score is en wat teratogene effecten zijn......................................24
De student weet wat de fysieke vaardigheden zijn van een pasgeboren baby en hoe de zintuigen
zich ontwikkelen...............................................................................................................................25
De student kent de vier principes van groei......................................................................................25
De student weet hoe de motorische ontwikkeling in de babytijd verloopt en kan de mijlpalen
onderscheiden..................................................................................................................................27
Student kent de cognitieve ontwikkeling in de babytijd volgens de theorie van Piaget, kan deze
herkennen in een korte casus en begrijpt de steun en kritiek op deze theorie................................28
1
,De student begrijpt de informatieverwerkingstheorie van cognitieve ontwikkeling in de babytijd.. 31
De student begrijpt hoe de taalontwikkeling verloopt.....................................................................32
De student herkent hoe de ontwikkeling van emoties en de ontwikkeling van het ik in de babytijd
verloopt............................................................................................................................................33
De student kan de verschillende hechtingsstijlen herkennen in een korte casus en begrijpt de rol
van hechting binnen de sociaal-emotionele ontwikkeling................................................................34
De student begrijpt de persoonlijkheidsontwikkeling volgens Erikson in de babytijd.......................35
De student kan het type temperament bij baby’s herkennen in een korte casus en kent de rol van
temperament in de persoonlijkheidsontwikkeling............................................................................36
Week 4: De peuter- en kleutertijd................................................................................................37
Student kent de cognitieve ontwikkeling in de peuter- en kleutertijd volgens de theorie van Piaget,
kan deze herkennen in een korte casus en begrijpt de steun en kritiek op deze theorie..................37
Student kent de visie van Vygotsky op de cognitieve ontwikkeling in de peuter en kleutertijd en kan
deze herkennen in een korte casus...................................................................................................38
De student begrijpt hoe de taalontwikkeling bij peuters en kleuters verloopt.................................38
De student kan de persoonlijkheidsontwikkeling in de peuter- en kleutertijd volgens Erikson
herkennen in een korte casus...........................................................................................................39
De student begrijpt hoe het zelfbeeld zich in de peuter- en kleutertijd ontwikkelt..........................40
De student begrijpt hoe genderidentiteit en genderdiversiteit zich ontwikkelen en welke factoren
deze ontwikkeling kunnen beïnvloeden............................................................................................40
De student kan de verschillende perspectieven op genderidentiteit onderscheiden.......................41
De student weet hoe vriendschappen ontstaan in de peuter- en kleutertijd...................................43
De student begrijpt de sociale aspecten van spel en kan verschillende spelcategorieën
onderscheiden..................................................................................................................................43
De student weet wat de theory of mind inhoudt.............................................................................44
De student weet wat autisme inhoudt, hoe vaak het voorkomt en hoe het zich kan uiten..............44
De student heeft kennis van de verschillende opvoedingsstijlen en de effectiviteit ervan en kan
deze herkennen in een korte casus...................................................................................................46
De student kent de morele ontwikkeling volgens Piaget, Kohlberg en de sociale leertheorie en kan
deze herkennen in een korte casus...................................................................................................48
Week 5: De schooltijd...................................................................................................................50
De studenten weet wat ADHD inhoudt, hoe vaak het voorkomt en hoe het zich kan uiten.............50
De student weet wat faalangst is, welke typen faalangst onderscheiden worden en welke
uitingsvormen faalangst heeft..........................................................................................................51
De student weet welke mogelijke oorzaken van faalangst er zijn en weet wat belangrijk is in de
begeleiding van iemand met faalangst.............................................................................................52
De student heeft kennis van de cognitieve ontwikkeling tijdens de schooltijd volgens Piaget en
Vygotsky en kan deze theorieën herkennen in een korte casus........................................................53
2
, De student is bekend met vraagstukken binnen het onderwijs gerelateerd aan de ontwikkeling
tijdens de schooltijd..........................................................................................................................54
De student heeft kennis van de psychosociale ontwikkeling volgens Erikson tijdens de schooltijd en
kan deze theorie herkennen in een korte casus................................................................................55
De student begrijpt hoe eigenwaarde ontwikkelt tijdens de schooltijd............................................55
De student heeft kennis van internaliserende problematiek tijdens de schooltijd en heeft kennis
van gedragsproblemen en hoe deze zich kunnen uiten....................................................................56
De student kent het belang van vriendschappen in de schooltijd, begrijpt hoe vriendschappen zich
ontvouwen........................................................................................................................................56
De student heeft kennis van theorieën rondom pesten en populariteit tijdens de schooltijd..........57
De student begrijpt de invloed van een veranderende thuisomgeving op de sociale en
persoonlijkheidsontwikkeling tijdens de schooltijd..........................................................................57
Week 6: De adolescentie..............................................................................................................58
De student weet hoe de ontwikkeling van het zelfbeeld en eigenwaarde van de adolescent
verloopt............................................................................................................................................58
De student begrijpt de psychosociale ontwikkeling volgens Erikson tijdens de adolescentie...........58
De student weet hoe de identiteit tijdens de adolescentie ontwikkelt volgens Marcia en kan dit
herkennen in een korte casus...........................................................................................................59
De student heeft kennis van de rol van cultuur in de identiteitsontwikkeling..................................61
De student weet op welke manier familieleden een rol spelen tijdens de adolescentie..................62
De student weet op welke manier depressie, suïcidaliteit en criminaliteit een rol kunnen spelen in
de adolescentie.................................................................................................................................63
De student kent de rol van relaties met leeftijdgenoten en kan verschillende type adolescenten
hierin onderscheiden........................................................................................................................63
De student heeft kennis van de seksuele ontwikkeling en de ontwikkeling van genderidentiteit in de
adolescentie.....................................................................................................................................64
De student weet wat fysieke rijping betekent en kan de gevolgen van vroege en late rijping
onderscheiden..................................................................................................................................65
De student heeft kennis van de puberteit........................................................................................67
De student heeft zicht op het effect van fysieke veranderingen op het zelfbeeld van de adolescent.
..........................................................................................................................................................68
De student heeft kennis van de hersenontwikkeling en het denken binnen de adolescentie...........69
De student heeft kennis van mogelijke problemen en bedreigingen die zich tijdens de adolescentie
kunnen voordoen (eetstoornissen, alcohol en drugsgebruik, roken, seksueel overdraagbare
aandoeningen)..................................................................................................................................69
De student heeft kennis van de cognitieve ontwikkeling tijdens de adolescentie volgens Piaget en
kan deze herkennen in een korte casus............................................................................................73
De student kent de begrippen metacognitie, egocentrisme, persoonlijke fabels en imaginair publiek
en kan deze begrippen herkennen in een korte casus......................................................................74
Week 7: De jongvolwassenheid....................................................................................................74
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper DD04. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €12,99. Je zit daarna nergens aan vast.