100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Aansprakelijkheidsrecht (RB0602) €7,39   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Aansprakelijkheidsrecht (RB0602)

 18 keer bekeken  0 keer verkocht

Volledige samenvatting lesstof

Voorbeeld 3 van de 25  pagina's

  • Nee
  • Delen zoals behandeld
  • 15 september 2023
  • 25
  • 2018/2019
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (18)
avatar-seller
kimmhokke
Samenvatting aansprakelijkheidsrecht

Leereenheid 1 Verbintenissen uit de wet: inleiding en samenloop

In beginsel draagt ieder zijn eigen schade. Voor verplaatsing van de schade is een bijzondere
rechtvaardiging nodig.

Voorbeeldbeantwoording samenloop
Hier is sprake van een samenloop van toerekenbare tekortkoming (art. 6:74 BW) en onrechtmatige
daad (6:162 BW). H schiet toerekenbaar te kort in de nakoming van uit de huurovereenkomst
voortvloeiende verbintenissen, namelijk het gebruik maken van het zaaltje voor een ander doel dan
was overeengekomen, alsmede het aanrichten van schade. De onrechtmatige daad bestaat uit het
toebrengen van schade aan het aan V in eigendom toebehorende pand. Of een keuze mogelijk is tussen
contractuele of buitencontractuele/wettelijke aansprakelijkheidsgrond wordt bepaald door criterium of
onafhankelijk van het contract een onrechtmatige daad aan de orde is (arrest Boogaard-Vesta). In
casu is dat het geval. H kan derhalve kiezen op welke rechtsgrond (art. 6:74 BW of art. 6:162 BW) hij
een eventuele rechtsvordering wil instellen.

Leereenheid 2 Aansprakelijkheid voor eigen gedrag; de onrechtmatige gedraging en het
relativiteitsvereiste

Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is
verplicht de schade die de ander lijdt, te vergoeden (art. 6:162, eerste lid, BW), tenzij er sprake is van
een rechtvaardigingsgrond. CROTS

Voorbeeldbeantwoording stap 1: vestigingsfase
In casu is er geen twijfel mogelijk dat er sprake is van onrechtmatigheid, namelijk .. (invullen) zoals:
een doen in strijd met een wettelijke plicht (meerdere verkeersregels verbieden immers de gedragingen
van B) of inbreuk op een subjectief recht (eigendomsrecht (auto) van X of persoonlijkheidsrecht zoals
recht op integriteit van X) of nalaten door B in strijd met het ongeschreven recht in het
maatschappelijk verkeer betaamt.

NB: De opvatting dat een inbreuk op een ander subjectief recht (in casu ….inbreuk op … van X) niet voldoende is voor het
aannemen van onrechtmatigheid, is de leer Smits. Dan is bovendien vereist dat is gehandeld in strijd met hetgeen volgens
ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt.
Deze leer is bij deze vordering niet van toepassing, omdat de enige in aanmerking komende grond (handelen i.s.m.
ongeschreven recht) juist al een beroep is op dit ongeschreven recht maatschappelijk verkeer.
Deze leer is zichtbaar bij een inbreuk op andermans eigendomrecht ex arrest Taxus omdat de betamende zorgvuldigheid van
planten/struiken die giftig blijken te zijn niet zo ver reikt. Aan vereiste onrechtmatigheid wordt dan niet voldaan.

NB: Volgens de HR (arrest Lavrijsen-Staat) is een huiszoeking die voldoet aan de daarvoor geldende regels rechtmatig,
echter dit staat er evenwel niet aan in de weg dat het toebrengen van (niet-nodeloze) schade ex artikel 6:162 BW
onrechtmatig kan zijn. De regel is namelijk dat de onevenredig nadelige gevolgen buiten het normale maatschappelijke risico
niet ten laste van die beperkte groep behoren te komen, maar gelijkelijk over de gemeenschap dienen te worden verdeeld (het
verweer van de Staat is te beperkt en derhalve niet juist).

NB: Niet elk gebruik tegen de wil van eigenaar van de zaak, kan als een inbreuk op een eigendomsrecht worden beschouwd
(arrest Breda-Nijs). Aanvullend hierop stelt de HR in arrest Vermeulen-Lekkerkerker dat als inbreuk op zijn
eigendomsrecht afhangt van de ernst van de hinder en de omstandigheden waaronder deze plaatsvindt.

Keuze voor inbreuk maatschappelijk verkeer
Indien er geen sprake is van een inbreuk op een recht zal dus een beroep worden gedaan op een doen
of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt.
X beroept zich op schending van een ongeschreven veiligheidsnorm door Y, d.w.z. dat Y ten aanzien
van een ander persoon of goed nodeloos een groter gevaar voor een ander in het leven geroepen, dan
waarop een normaal mens beducht moet zijn en daardoor onrechtmatig heeft gehandeld.




1

,Daarbij doet niet reeds de enkele mogelijkheid van een ongeval (dus verweer dat ondubbelzinnig blijkt
dat gedraging onrechtmatig is, is onjuist) wat leidde tot verwezenlijkt gevaar, dat dit gedrag
onrechtmatig is (arrest zwiepende tak).
Of Y een ongeschreven veiligheidsnorm heeft geschonden / dus of er sprake is van een onrechtmatige
gevaarzetting moet worden beoordeeld aan de hand van de Kelderluikarrest factoren te weten:
1. aard van de gedraging
2. ernst van de gevolgen
3. kans op schade
4. bezwaarlijkheid van de voorzorgsmaatregelen (in casu niet van belang).
NB: De kelderluikfactoren zijn ook te herkennen in de volgende voorwaarden voor aansprakelijkheid wegens zuiver nalaten:
- concrete kennis van een gevaarlijke situatie
- dreiging van ernstig geestelijk of lichamelijk letsel
- de mogelijkheid en de noodzaak om daadwerkelijk iets te doen (waarschuwen of helpen)
- reële verhouding tussen moeite en kosten en het gevaar

Voorbeeldbeantwoording kelderluikfactoren
In casu heeft Y een ongeschreven veiligheidsnorm geschonden door het onvoldoende treffen van
voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat bijvoorbeeld (zie arrest Ziekenhuis De Heel – Korver)
partij P tijdens zijn narcose uit bed zou vallen (1), dat te voorzien was dat een val uit bed onder
narcose ernstige gevolgen kan hebben (2), en grote kans op (letsel)schade met zich mee zou brengen
(3), en dat voor het ziekenhuis het plaatsen van onrusthekken een aangewezen voorziening zou zijn
geweest en dat dit ook van Y kon worden verlangd, nu de kosten van een dergelijke
voorzorgsmaatregel voor een ziekenhuis relatief gering zijn (4). Conclusie: Y heeft onrechtmatig
jegens P gehandeld, er is derhalve geen sprake van een ongelukkige samenloop van omstandigheden.

Toevoeging gevaarlijk terrein ja/nee
Voldoet de schuur aan de eisen die men in de gegeven omstandigheden mag verwachten. Bij de
beantwoording zijn de kelderluikfactoren voor onrechtmatige gevaarzetting van belang. Er moet wel
rekening gehouden worden met dat aan degene wie de zorg heeft voor een gevaarlijk
terrein/bouwwerk zware eisen worden gesteld om ongelukken te voorkomen (arrest Veenbroei) en dat
niet iedereen steeds de nodige voorzichtigheid en oplettendheid zal betrachten (arrest Bussluis).

Toevoeging beroepsaansprakelijkheid ja/nee
Aansprakelijkheid van een beroepsbeoefenaar (bijvoorbeeld arts) kan berusten op een tekortkoming in
de nakoming van een verbintenis die uit een contractuele relatie voortvloeit (geneeskundige
behandelingsovereenkomst, art. 7:446 BW), maar is ook op grond van onrechtmatige daad (art.6:162
BW) mogelijk. Zowel binnen een contractuele verhouding (art. 7:453 BW) als daarbuiten (arrest
Speeckaert-Gradener) geldt als norm dat de beroepsbeoefenaar jegens zijn cliënt de zorgvuldigheid in
acht moet nemen die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden
verwacht. Het verweer van de arts dat hij in redelijkheid tot zijn diagnose en verrichtingen heeft
kunnen komen, is derhalve te beperkt. Een ziekenhuis en de daaraan verbonden artsen moeten zich
houden aan door henzelf opgestelde en in een protocol neergelegde voorschriften met betrekking tot
verantwoord medisch handelen. Afwijking van die voorschriften is slechts in het belang van een goede
patiëntenzorg aanvaardbaar. Het is dan aan de arts om aan te tonen dat afwijking van de regels van het
protocol in dit geval terecht was, aldus de HR in het Trombosearrest, een omkering van de bewijslast.
Conclusie: de arts is jegens A ex art. 7:446 of evt. 6:162 aansprakelijk. Een naar billijkheid vast te
stellen schadevergoeding voor de door A geleden pijn is ex 6:106 lid 1 sub b mogelijk. Op grond van
7:462 (centrale aansprakelijkheid) kan en zal in de praktijk de vordering tegen het ziekenhuis worden
ingesteld.

Toevoeging sportsituatie
De vraag of een deelnemer aan een sport onrechtmatig heeft gehandeld, wordt minder snel
bevestigend beantwoord. Deelnemers hebben tot zekere hoogte gevaarlijke gedragingen waartoe het
spel uitlokt van elkaar te verwachten (terwijl deze gedragingen buiten het spel niet aanvaardbaar
worden geacht).



2

, Toevoeging hinder
Hinder is niet per definitie onrechtmatig. Of hinder onrechtmatig is hangt af van ´de aard, de ernst en
de duur van de hinder en de daardoor toegebrachte schade in verband met de verdere omstandigheden
van het geval, waarbij onder meer moet worden rekening gehouden met het gewicht van de belangen
die door de hinder toebrengende activiteit worden gediend, en de mogelijkheid, mede gelet op de
daaraan verbonden kosten, en de bereidheid om maatregelen ter voorkoming van schade te nemen´
(arrest Aalscholvers). De daarbij in casu relevante gezichtspunten zijn (afzonderlijk relevant maar niet
doorslaggevend): plaatselijke omstandigheden (bijv. H en I zijn directe omwonenden), wie zat er het
eerst (de casus geeft geen aanwijzing), de betekenis van een vergunning (de casus bevat geen
informatie) en het aantrekken van de belangen van de schadelijder (de casus bevat geen informatie of
het voor de gemeente redelijkerwijs mogelijk is om de gevolgen van de hinder te beperken).
Conclusie: voor onrechtmatigheid op grond van hinder geldt dat B (door het doen van….) door T
grotere schade toebrengt dan ter plaatse normaal het geval is. De gehoudenheid om schade te
vergoeden op die grond strekt in beginsel niet verder dan tot vergoeding van het verlies dat door die
hinder wordt geleden (arrest Bijenspat).

Voorbeeldbeantwoording stap 2 vestigingsfase
De vraag is vervolgens of B zich ten opzichte van G op een rechtvaardigingsgrond kan beroepen,
namelijk .. (invullen) zoals overmacht (drang waaraan men geen weerstand kan bieden) of
risicoaanvaarding.

De HR heeft een beroep op risicoaanvaarding als zelfstandige rechtsfiguur in die zin dat zij de
onrechtmatigheid van een gedraging en daarmee ook de aansprakelijkheid opheft, afgewezen in het
Natraparrest. Een beroep op risicoaanvaarding gaat volledig op in de vraag of de gedraging
onrechtmatig is in de gegeven omstandigheden en dit toegerekend kan worden.

NB: In sport en spelsituaties laat de Hoge Raad de aard en ernst van de overtreding meewegen. Hoe groter het risico op
blessures, des te sneller zal het gedrag als onzorgvuldig worden aangemerkt (zorg voor deelnemers training - Disloquerende
turnster).

Voorbeeldbeantwoording stap 3 vestigingsfase
Benoem vervolgens dat is voldaan aan de overige vereisten voor aansprakelijkheid ex art. 6:162
namelijk:

* Relativiteitsvereiste 6:163: “strekt de door B geschonden norm tot bescherming van de schade zoals
E die heeft geleden? Er is hier sprake van een handelen in strijd met … (invullen) zoals het
ongeschreven recht namelijk de maatschappelijke zorgvuldigheid omschrijft.
B heeft immers de verplichting om ervoor te zorgen dat weggebruikers (gedrag jegens) geen schade
(soort en wijze van ontstaan moet onder strekking van de norm vallen) van de verlichting kunnen
ondervinden (arrest Duwbak Linda).
NB: de geschonden norm kan niet leiden tot bescherming indien hij zichzelf niet conform die norm heeft gedragen ( arrest
Zeilongeval)

* Toerekenbaarheid 6:165: wordt een schending van een ongeschreven rechtsnorm aangenomen dan is
daarmee de toerekenbaarheid van de dader ook gegeven.
NB: Volgens artikel 6:165 BW vormt een lichamelijke of geestelijke tekortkoming geen beletsel om
gedraging aks onrechtmatige daad aan een dader toe te rekenen.
NB: Ook indien B persoonlijk geen verwijt kan worden gemaakt (schuld in subjectieve zin) blijkt uit
arrest Meppelse Ree dat geobjectiveerd dient te worden naar wat een normaal mens verweten kan
worden. Onder de gegeven omstandigheden (naar de berm kunnen uitwijken of remmen) kan niet
worden geoordeeld dat B rechtens geen enkel verwijt valt te maken. Ook verdedigbaar is dat het
ongeluk aan B kan worden toegerekend, omdat de oorzaak van het ongeluk krachtens de in het verkeer
geldende opvattingen voor zijn rekening komt (art. 6:162, derde lid, BW, laatste zinsnede).

* Schade: Er is zaakschade aan de auto van A.

3

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kimmhokke. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,39. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67474 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,39
  • (0)
  Kopen