Methodologie 1
Hoorcollege 1 (05-09-2022)
Wat is wetenschap?
Division of scientific disciplines:
- Arts (BA): study facets of culture
- Sciences (BSc) (alfa beta en gamma)
o Natuurwetenschappen (beta); material universe
o Sociale wetenschappen (alfa); over mensen en groepen (psychologie)
o Formele wetenschappen (gamma); logica (wiskunde)
Note: formal sciences do not depend on empirical observations
Empirische versus formele wetenschap:
- Empirisch: kennis op basis van observatie (bijv. biologie, geneeskunde, psychologie)
- Formeel: kennis op basis van redeneren
Bronnen van kennis
Wetenschappelijk onacceptabel:
- Volharding (tenacity): op basis van foute aannames
- Intuïtie (intuition): op basis van onderbuikgevoel
- Autoriteit (authority): op basis van een gerespecteerde bron
Wetenschappelijk kritisch:
- Empirisme: systematische observatie
- Rationalisme: formeel correct
Waar komt de huidige wetenschap vandaan?
Plato’s (sterk rationalistische) ideeën (427 – 347 BC):
- Ideeënleer (innate knowledge)
- Observaties moeten worden gewantrouwd
- Nieuwe kennis door te redeneren van andere ideeën
Aristoteles’ (sterk rationalistische, maar beetje empiristische) ideeën:
- Kennis moet komen van ideeën, maar ook van observatie
- Deductie: oude waarheden combineren tot nieuwe kennis
- Inductie: generalisatie van observaties (bijv. alle zwanen zijn wit)
Hellenisme: verspreiden van het Griekse denken over een groot deel van de wereld
Gouden eeuw van Alexandria; wetenschappelijk centrum gesticht in Alexandria met sterk
empirisme en maar weinig rationalisme
Islamitische nieuwe ontdekkingen (700-1000): nummersysteem met het getal 0
Vroege (Europese) middeleeuwen: kennis gebaseerd op de Bijbel
Late (Europese) middeleeuwen: herontdekking van Aristoteles
Wetenschappelijke revolutie: verbeterde observatie door tele- en microscoop en
boekdrukkunst werd uitgevonden
- Nicolaus Copernicus: heliocentrisch zonnestelsel
- Galileo Galilei: experimenteren (systematische manipulatie), juiste observaties
- Johannes Kepler: baan van de planeten rond de zon is ellipsvormig
- Principia door Newton: beschrijft een theorie waarin alle observaties in passen
,Samenvatting
Athene: theoretisch, niet observatief (welke theorie is het beste?)
Alexandria: observatief, niet theoretisch (wat leren we van observaties?)
Moderne wetenschap: theorieën worden getest door observaties
- Zelfcorrectie: zwakke theorieën gaan weg, sterke blijven
Wetenschappelijke publicaties zijn de enige officiële wetenschappelijke bronnen;
- Boeken (niet heel gebruikelijk)
- Recensie-artikel (overzicht van de literatuur)
- Onderzoeksrapport (meest gebruikelijk)
Wetenschappelijke artikelen verschijnen in peer-reviewed tijdschriften
- Verbetert de bijdrage
- Waarborgt een minimumstandaard
Hoorcollege 2 (07-09-2022)
Wetenschapsfilosofie: bestudeert de fundamenten, methoden en implicaties van de wetenschap.
Een aanname is een uitspraak geaccepteerd zonder bewijs
Realiteit en construct
- Observeerbare: data (feiten, fenomenen) die vooral in de ‘Resultaten’ staan
- Niet-observeerbare: constructen; gebaseerd op observaties kunnen we conclusies
trekken over een onzichtbare wereld (bijv. zwaartekracht), deze vind je vaak in de
‘Introductie’ en ‘Discussie’
o Reïficatie: een construct aanschouwen als observatie (alsof ze van de realiteit zijn)
Inductie: van observaties naar iets algemeens gaan (er is geen bewijs, maar de conclusie is aannemelijk
Hypothese: toetsbare verklaring van een verschijnsel
- Om een hypothese te testen moet er een voorspelling gedaan worden
Hypothese en voorspelling verschillen en zijn niet identiek, want:
- Een hypothese is een toetsbaar idee, maar niet direct observeerbaar
- Een voorspelling is een observeerbaar gevolg van de hypothese
Deductie: conclusie trekken uit oude waarheden
Theorie: een systeem van logisch coherente constructen en uitspraken over een bepaald
gebied van de realiteit, regels:
- Geen tegenstrijdigheden tussen de uitspraken
- Van een theorie moet een (deel)hypothese afgeleid worden
- Moet falsifieerbaar en zuinig/efficiënt zijn
Falsifieerbaar: als de theorie onjuist is moet je dat kunnen bewijzen
Zuinig/efficiënt: de theorie met de minste constructen is het beste (de simpelste)
Logische asymmetrie: de uitspraak kan je altijd falsifiëren, maar nooit verifiëren
Argument: redenering die bestaat uit uitspraken die juist of onjuist kunnen zijn
Logisch argument:
1. Voorstel premissen
2. Voorstel premissen
3. N+ … voorstel gededuceerde voorstellen
4. N+m voorstel conclusie
Voorstel: standpunt die juist of onjuist kan zijn
, Voorwaardelijke argument:
- Als Q (antecedent) dan is R (consequent). Als dit klopt dan is dit een valide argument
o Modus ponens (MP) of
o Bevestiging van het antecedent
- Als R dan niet per se Q, dit is een invalide argument: Bevestiging van het consequent
- Als ~Q dan niet per se ~R; invalide argument: Ontkenning van het antecedent
- Als ~R dan ook ~Q; valide argument, bekend als:
o Modus tollens (MT)
o Ontkenning van de consequent
Wetenschappelijk argument:
Wat ideaal is, is een valide argument met een conclusie van H of ~H
Bij falsificatie: Als H dan is P, ~P > ~H, dus MT
H = hypothesis
P = voorspelling
Bij verificatie: Als H dan is P, P > H, dus bevestiging van het consequent (invalide)
- Als ~H dan ~P, als dan blijkt ~~H dan is H (dubbele ontkenning)
Falsificatie
1. Als H dan is P
2. ~P Deductief argument: conclusie ~H is zeker, als de
3. ~H premissen kloppen
Verificatie
1. Als ~H dan is waarschijnlijk ~P
2. P Inductief argument: conclusie H is in het beste geval
3. Waarschijnlijk H waarschijnlijk waar, als de premissen kloppen
Conclusie: falsifiëren kan altijd (deductief), maar verifiëren niet (inductief)
Een goede theorie:
- Biedt veel kansen voor falsificatie
- Brengt unieke en “riskerende” voorspellingen (bold predictions)
o Een voorspelling die uitkomt, biedt een sterke ondersteuning voor een
theorie, omdat die voorspelling van tevoren minder waarschijnlijk was
De ideale situatie:
- Twee sterke theorieën leiden tot verschillende voorspellingen
- Deze voorspellingen worden getest in een ‘kritisch experiment’
Samenvatting
- Een wetenschappelijke hypothese (of theorie) moet falsifieerbaar zijn
- Een hypothese is vooral waardevol als hun voorspellingen:
o Verassend of bold predictions zijn
o Conflicteren met voorspellingen van een andere hypothese
- Een hypothese kan gefalsifieerd worden wanneer een afgeleide voorspelling niet uitkomt
- Maar een hypothese kan niet worden geverifieerd wanneer een voorspelling klopt
Controversie over de wetenschappelijke methode:
Karl Popper: normatieve aanpak; hoe de wetenschap gedaan zou moeten worden