Samenvatting Media en Consumptiecultuur
Introduction: what is Consumer Culture?
Consumer Culture staat centraal bij de identiteit van een persoon; het focust zich op
reflexiviteit, lifestyle en keuze. Er is niet één vaste manier om te kijken naar Consumer
Culture, de verschillende kanten worden onderstaand belicht.
Consumer culture
= de beschikbaarheid van een groot aantal type producten die te koop zijn.
= de neiging om steeds meer en meer aspecten van het menselijk leven te maken en
beschikbaar te stellen in de markt.
= de uitbreiding van winkelen als vrijetijdsbesteding.
= de profilering van plekken, platformen en manieren van consumeren
= de toename in aankoop- en consumptielocaties
= de toenemende aantallen van retail chain stores (retailbedrijf die meer dan één merk
verkoopt)
= de verdwijning van dat er beperkingen zitten op het lenen van geld; de betekenis van ‘in
schulden zitten’ verandert.
= de opkomst van merken en hun toenemende zichtbaarheid binnen en buiten de economie.
= het toename van advertising in het dagelijks leven.
= het groeiende belang van verpakkingen en promotie in de productie en aankoop van
consumer goods.
= de opkomst van het gebruik van barcodes.
= de opkomst van toenemende consumer crimes (creditcard fraude/shoplifting).
= de moeilijkheid om geen producten/diensten te kopen, aangezien het geassocieerd wordt
met een ‘lifestyle’.
= de toenemende zichtbaarheid van ‘consumer illnesses’.
H1: Material Culture and Consumer Culture
Consumer Culture is een onderdeel van Material Culture.
Material Culture = cultuur waarbij voorwerpen of dingen worden gebruikt of toegeëigend.
Material verwijst dus naar spullen of dingen in het dagelijks leven. Het zijn niet per se
objecten, maar ook de organisatie van objecten in een omgeving. (Immaterieel is
bijvoorbeeld de uitkomsten van intellectueel arbeid zoals ideeën)
Consumption and consumer culture
Dit boek gaat over consumer culture, niet over consumptie. Het gaat over de waarden,
normen en betekenissen die worden geproduceerd door het bezitten en gebruiken van
(im)materiële goederen.
De relatie tussen consumptie en consumer culture is complex.
- Er is namelijk geen directe relatie tussen econonmische stauts en consumer culture.
Iemand die arm/rijk is, consumeert niet per definitie meer/minder.
- Ook niet alle consumptie is in de vorm van grondstoffen/goederen (materieel).
Om consumptiepatronen en -culturen te begrijpen moet er rekening gehouden worden met
verschillen in relatieve en absolute armoedeniveaus. Om dit te begrijpen moeten waarden,
normen en betekenissen duidelijk zijn.
,The Stuff of Material Culture
Herhaling: het is dus belangrijk om te begrijpen hoe dingen/spullen een rol spelen in het
maken van een cultuur.
Douglas en Isherwood (1979) Consumptie moet zinvol zijn. Consumptie heeft zowel met
betekenisgeving, waarde en communicatie als met de uitwisseling van economische relaties
te maken. Het nut van consumptie hangt af van de culturele context – is een materie
betekenisvol bij sociale relaties? We moeten goederen zien als een communicatiesysteem.
Goederen zijn het ‘visuele gedeelte van de cultuur’.
McCracken (1988) materiële goederen (consumptie) zijn belangrijk bij het rituele proces
van cultuur. De rituelen zijn:
1. Posession/bezit – verzamelen, schoonmaken, vergelijken, opscheppen en
fotograferen van bezittingen. De bezitter streeft naar een persoonlijk bezit.
Verschuiving van individueel verkregen goed naar ritueel die individu helpt om
‘sociale identiteit’ te bevestigen.
2. Gift/geschenk – uitkiezen en presenteren van consumptiegoederen van de ene naar
de andere persoon. De gever kiest een bepaald geschenk omdat het betekenisvolle
eigenschappen bezit. Bij rituele gelegenheden (verjaardag, Valentijnsdag) is dit een
krachtig middel van ‘interpersoonlijke communicatie of beïnvloeding’.
3. Divestment rituals/afstotingsrituelen – betekenis van goed verwijderen/wijzigen
wanneer het wordt overgebracht van de een naar de ander.
a. Wanneer een individu een goed koopt (huis of auto), wordt de betekenis
gewist dat deze verbonden is met de vorige eigenaar.
b. Wanneer een individue een goed verkoopt of weggeeft, wordt de betekenis
die is toegekend door associatie gewist.
Goederen zijn een onderdeel van iemand zijn sociale identiteit en communiceren hiermee
een sociale betekenis. Dingen/spullen kunnen marker/drager van een sociale identiteit zijn.
Deze betekenis is overdraagbaar; het kan veranderen als de goederen circuleren. De
uitwisseling van goederen hangt af van de macht en controle in een sociale context.
Totemisme/totemism = de symbolische associatie van planten, dieren of voorwerpen met
individuen of groepen mensen.
Levi-Strauss (1963) relatie tussen natuurlijk voorwerp (kleding) en de symbolische
voorstelling (hoe denkt een stam of sociale groep hierover?).
Motor, drank en kleding zijn ‘totems’ in de moderne wereld – zij communiceren en
identificeren verschillende ‘stammen’.
Daniel Miller (1987) manieren waarop voorwerpen bijdragen tot de organisatie van
sociale groepen en hun materiële cultuur:
1. Function – we doen dingen met objecten, ze hebben een functie voor ons. Of iets
bruikbaar is hangt af van hoe wij leven.
2. Self – het belang van een voorwerp hangt af van de sociale identiteit. Wat is de
betekenis van het voorwerp in de cultuur?
3. Space – objecten kunnen een ruimte maken + ruimte kan de betekenis en waarde van
objecten maken en bepalen.
, 4. Time – voorwerpen zijn een belangrijk middel om een besef van het verleden te
objectiveren.
5. Style – objecten kunnen wel of niet stijlvol zijn. Stijl komt voort uit het proces van
vergelijking met anderen en de vergelijking met je eigen geselecteerde dimensies.
‘massa’ = moderne materiële cultuur = vernederend
Anti-materialisme = overtuiging dat we voor de industriële samenleving via natuurlijke
relaties met elkaar leefden.
Let op! Massaconsumptie in de moderne samenleving is niet één enkel ding, het is een breed
scala aan spelers en relevante factoren.
Material Culture or Consumer Culture
Miller doet zijn best om verschillende vormen van materiële cultuur in kaart te brengen.
Leiss moderne Euro-Amerikaanse samenleving wordt gekenmerkt door de groei van
marktsetting waarbij individuen worden opgeleid als consumenten.
1. Het aantal en de complexiteit van de goederen op de markt neem toe.
2. Individuen neigen welzijn te associëren met hoge consumptieniveaus.
- Lastiger om in kaart te brengen wat de behoeften van de individu zijn.
- Lastiger om behoefte af te stemmen op de kenmerken van de goederen.
- Toenemende milieurisico voor de individu en samenleving als geheel.
Helga Dittmar de moderne consumptiecultuur is een sterk geloof van ‘het hebben’.
Mensen definiëren zich in wat zij bezitten. Materiële bezittingen dienen als symbool voor
persoonlijke kwaliteiten. De zelf-identiteit is een culturele hulpbron, activa of bezit.
Aan de andere kant stelt de consumptiecultuur dat je altijd een keuze hebt.
Personal branding Jezelf definiëren wie je bent en hoe je gezien wilt worden.
Consumer culture draagt bij aan een flexieve relatie tot identiteit.
De consumentencultuur biedt een kennisintensieve omgeving (veel info over bijv. levensstijl,
gezondheid en schoonheid), hierdoor kan de individu zelf een keuze maken en zijn/haar
identiteit versterken. Oftwel, zelf-vorming. Het is een doorlopend en dynamisch proces.
H2: Exchanging Things: The Economy and Culture
Getting and giving
Marcel Mauss (1925) legt uit hoe een gift (geschenkrelatie) centraal staat in de organisatie
van een samenleving. Elk proces met een gift resulteert in een tegengave. De momenten in
een geschenkrelatie zijn:
1. De verplichting om te geven
2. De verplichting om te ontvangen
3. De verplichting tot wederkerigheid.
Enerzijds verkleint de gift de sociale afstand tussen personen – omdat het een vorm van
delen is. Anderzijds vergroot het de sociale afstand – omdat de een nu schatplichtig is aan de
ander.
In een gifteconomie identificeert de persoon zich niet alleen met iets (totemisme), maar het
is een verlengstuk van de persoon, het is bezield.
Levi Strauss is het niet eens met Mauss – de ruilrelatie is een symbolische ruil.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ileenvangurp. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,79. Je zit daarna nergens aan vast.