Openbaar Bestuur en Bestuurswetenschap
Inhoudsopgave:
Deel 1.1: Introductie
Deel 1.2: Decentralisatie
Deel 2.1: Het Nederlandse Openbaar Bestuur
Deel 2.2: Het Huis van Thorbecke
Deel 3.1: De Europese Unie
Deel 3.2: Staat en Maatschappij
Deel 4.1: Beleid 1
Deel 4.2: Beleid 2
Deel 5.1: Organisatie
Deel 5.2: Management
Deel 6.1: Politiek & Bestuur 1
Deel 6.2: Politiek & Bestuur 2
SamenvattingenUL 1
, Deel 1.1: Introductie
Doelstelling Cursus:
Inzicht in functioneren openbaar bestuur
Beschrijvend (hoe werkt het openbaar bestuur)
Verklarend (waarom werkt het openbaar bestuur zo)
Normatief (in hoeverre voldoet het openbaar bestuur aan eisen als
doeltreffendheid en responsiviteit)
Prescriptief (hoe kan het openbaar bestuur beter functioneren; vergelijk ‘een
krachtige en dienstverlenende overheid’, motto kabinet Rutte-Asscher)
Toetsing:
75% tentamen
25% werkgroepcijfer
Foto’s:
Max Weber - Paul ’t Hart - Herbert Simon
Complexe issues, cruciale besluiten:
Migratieproblematiek
Klimaatverandering
Vergrijzing / toekomst zorg
Kloof hoger en lager opgeleiden
Terrorisme en andere veiligheidsvraagstukken
Identiteit
Europese integratie
SamenvattingenUL 2
,Levensverwachtingen:
Hoogopgeleiden leven langer dan laagopgeleiden
Gezonde levensverwachting:
Hoogopgeleiden leven langer in goed gezondheid dan laagopgeleiden
Problemen bij herinrichting wijkpark:
Er zijn allerlei randvoorwaarden: juridisch, technisch en politiek, zoals de
ecologische zone, het bomenbeleid, het verkeersbeleid en het onderwijsbeleid,
met alle bijbehorende procedures
Er zijn allerlei uiteenlopende meningen, ook onder bewoners, over bijvoorbeeld
honden en fietspaden
Het stadsdeel en de centrale stad zitten niet altijd op één lijn
Besturen (I):
Activiteit: richting geven, koers uitzetten, voorbereiden, tot stand brengen en
uitvoeren van beslissingen (Bovens en anderen, pagina 19)
Bestuurbaarheidsprobleem: de mate waarin men bij machte is een doel te
bereiken of een probleem op te lossen
Vergelijk besturen auto: van belang zijn vaardigheden ofwel competenties
bestuurder, kwaliteit auto (beleidsinstrumentarium), kwaliteit weg en
weersomstandigheden (omgeving) en gedrag andere weggebruikers (actoren)
Besturen (II):
Wie besturen er?
Besturen van verenigingen en stichtingen, Raden van Bestuur, Colleges van
Bestuur, gemeentebesturen, provinciebesturen, regering
Maar: andere actoren sturen mee én tegen (leden / medewerkers / ambtenaren,
medezeggenschap en vakbonden, (social) media, belangenorganisaties)
Automobilisten moeten een rijvaardigheidsbewijs hebben, maar bestuurders
hoeven geen examen af te leggen
Bestuurders:
Opereren in een krachtenveld
Moeten onverenigbare eisen verenigen (bijvoorbeeld daadkracht versus
draagkracht, zorgvuldigheid versus flexibiliteit, maatwerk versus gelijke
behandeling)
En hebben te maken met uiteenlopende omstandigheden (crisissituaties,
vijandige of welwillende omgeving, leiding geven aan professionals of laag
opgeleiden)
De beste stuurlui staan aan wal
SamenvattingenUL 3
,Het openbaar bestuur:
Verwante begrippen: publieke sector, (semi-)overheid en staat
Neemt beslissingen met een bindend karakter voor leden samenleving op een
bepaald grondgebied (geweldsmonopolie, publiekrechtelijke bevoegdheden)
Omvat politieke gezags- of ambtsdragers, ambtelijk apparaat (samen overheid
ofwel staat) en zelfstandige publieke organisaties (bestuursorganen die niet
rechtstreeks ondergeschikt zijn aan politieke gezagsdragers)
Publieke sector: openbaar bestuur en particuliere organisaties zonder
winstoogmerk die (deels) publieke taken vervullen
Twee ‘dichotomieën’ ofwel tweedelingen: politiek - bestuur en publiek - privaat
Politiek - Bestuur (I):
Goodnow: ‘’Politics has to do with policies or expressions of the state will’
Administration (dat wil zeggen: het bestuur) has to do with the execution of these
policies’’
Politieke ambtsdragers:
Leden van Gemeenteraad, Provinciale Staten, Tweede Kamer en Eerste Kamer
Ministers en staatssecretarissen
Burgemeesters en Commissarissen van de Koning
Wethouders en gedeputeerden
Leden van het Europees Parlement en de Europese Commissie
Politieke ambtsdragers hebben een politieke kleur, anders dan ambtenaren
SamenvattingenUL 4
, Het politieke krachtenveld:
Bestaat niet alleen uit politici, maar ook uit belangengroeperingen, media,
individuele burgers en anderen die de politieke besluitvormingen proberen te
beïnvloeden; ook ambtenaren doen dat (bureaupolitiek)
Het bestuurlijke domein:
Is het terrein van ambtenaren, die het uitvoerende werk doen, en politieke
ambtsdragers (Europese Commissie, ministers, het college van burgemeester en
wethouders, Gedeputeerde Staten), die verantwoordelijke zijn (uitvoerende
macht)
De Commissie, Ministers, het college van burgemeester en wethouders en
Gedeputeerde Staten zijn hiervoor verantwoording verschuldigd aan het
Europees Parlement, de Staten-Generaal, gemeenteraad en provinciale staten,
die dus het bestuur controleren
Publiek (openbaar) - Privaat:
Algemeen: publiek of openbaar = algemeen toegankelijk (vergelijk openbare weg,
openbare school, openbare financiën en openbare toiletten VS eigen weg,
bijzondere school, privé inkomsten en uitgaven en privé-toiletten)
Verschillende criteria: juridisch en economisch (Bovens en anderen, pagina 22)
Juridisch: bevoegdheden en rechtsvorm
Economisch: eigendom en bekostiging
Verschuivingen (verzelfstandiging, privatisering)
Bestuurskunde als wetenschap:
Interdisciplinair (‘basisdisciplines’ economie, politicologie, rechten, sociologie)
Toepassingsgericht
Niet alleen empirisch en descriptief maar ook normatief en prescriptief
Bijdragen basisdisciplines:
Economie: efficiency en effectiviteit, openbare financiën, calculerend handelen
Politicologie: politiek bestel, macht en invloed, conflicten
Rechten: formele organisatie en regels, rechtmatigheid, juridische context
Sociologie: organisatietheorie, groepsprocessen, stabiliteit en verandering
Doel Bestuurskunde:
Inzicht in functioneren openbaar bestuur (begrip, reflectie, ‘aanbeveling’)
Inzicht in (verticale en horizontale) relaties binnen en tussen verschillende
bestuurslagen en sectoren: lokaal, provinciaal, nationaal, internationaal +
functioneel bestuur + semi-overheid + deel maatschappelijk middenveld (publieke
taken; multi level governance)
Belangrijk is: vergelijking!
SamenvattingenUL 5