Over de Grenzen van
Disciplines
Deeltentamen 2
Week 5
Hoorcollege 3: De Rationele Keuzetheorie
Opkomst RKT/game theory model in SW
Model staat tegenover structuralistische visie. Gaat over geisoleerd individu.
Inleiding Poss: game theory/RKT is een van de vier maatschappelijke ontwikkelingen die voor een
omwenteling in het veld van de SW gezorgd heeft. De oorsprong van de rationele keuze theorie ligt in
de economie. De theorie is daarin zo prominent dat hij een Nobelprijs gehad heeft in het
economische veld.
“Een Nobelprijs voor Economie impliceert dat de menselijke wereld net zo valt te beschrijven,
begrijpen en modelleren als de fysieke. Dit is een levensgevaarlijk misverstand omdat het precies de
wegkijkcultuur in de hand werkt die leidde tot de financiële crisis van 2008. Waarom zouden bankiers
nog vragen of een nieuw, lucratief, complex financieel instrument veilig is wanneer ‘de modellen’
zeggen dat dit zo is? Waarom toezichthouders echte macht geven als modellen hun werk kunnen
doen?” – Joris Luyendijk
Economen met hun modellen pretenderen iets wat niet waar is en waarmee je je eigen ondergang
voorbereid
Achtergrond RKT in economische theorieën
Klassieke benadering (18e eeuw): de markt werd gezien als zelfregulerend mechanisme. Hoe
produceer je een markt die in balans is? Een denker was bijvoorbeeld John Stuart Mill (1632-1704).
Hij zei dat de mens een vrij wezen is dat het recht heeft om zijn eigen belangen na te streven. Dit
moet je zien te regelen als staat. Een sociaal contract is de voorwaarde om deze rechten uit te kunnen
oefenen. Dit sociaal contract is gebaseerd op o.a. regels. Het betreffen beslissingen over wat je wel en
niet doet als maatschappij en individu in de maatschappij.
Een andere denker is Adam Smith (1723-1790). Hij schreef de grondslag voor de moderne economie:
Wealth of nations (1776). De mens is rationeel en streeft eigenbelang na. Door dit nastreven van het
eigenbelang dient de mens (ongewild) het belang van allen. De markt wordt gezien als invisible hand
de markt stuurt zichzelf. Er bestaat een evenwicht. Door het nastreven van ons eigen belang dienen
we het belang van de economie. Ik verkoop appels, iemand anders verkoopt deze goedkoper. Ik doe
de prijs omlaag voor mijn eigen belang. Ik krijg meer winst, iemand anders goedkopere appels. Als de
prijs niet meer lager kan loop je tegen de invisible hand aan. Er is geen inmenging van de staat. Als de
staat bijvoorbeeld zegt hoeveel appels minimaal moeten kosten verstoort dit de balans. Af en toe valt
dit om en staat bijvoorbeeld de huizenmarkt onder water.
Marginal thinking: de meerwaarde van de volgende appel wordt kleiner. Hoe meer je van een
1
,bepaald product hebt, hoe minder het volgende product waard is. Je moet nadenken over je
volgende stap, maar dit wordt niet meegenomen in dit model.
Neoklassieke benadering (19e eeuw): de markt als een equilibrium-model
John Mayard Keynes: Je moet oog houden voor sociale en maatschappelijke ontwikkelingen. Een
econonoom moet een wiskundige, historicus, staatsman en filosoof zijn. Hij legt dit uit in General
theory of employment, interest and money (1935): inmenging van de staat wel degelijk gewenst.
Overheid moet in tijden van crisis investeren om de economie op gang te brengen.
Utilitarisme/nutdenken
De mens is vrij om te handelen en in het nastreven van je eigen belang vermijd je pijn en zoek je
geluk. Je wilt een maximaal ‘nut’ bereiken grootste opbrengst voor de minste kosten zoveel
mogelijk appels voor de minste prijs. Utilitarisme heeft een economische en ethische grondslag.
Ethiek wordt teruggebracht tot wat goed is als gevolg voor een handeling. Het gaat om de
consequenties van een handeling. Lukt het om jouw nut te maximaliseren? Ja – dan is het goed. Dan
ben je gelukkig. ‘Goed’ zijn de handelingen die profijt opleveren. Als je uit kan rekenen wat goed is
voor iemand, kan je uitrekenen wat goed is voor iedereen ‘the greatest happiness for the greatest
number’ (Bentham). Hier ligt de basis van de vrije markteconomie. Geen inmenging door de staat,
want dat staat zelfregulatie van de markt in de weg.
Rationele-keuzetheorie (RKT)
Ieder mens…
- Streeft nutsmaximalisatie na (utilitarisme)
- Heeft geordende voorkeuren (A verkiest x boven y, en y boven z, en dus verkiest A x boven z)
- en de voorkeuren determineren de keuze (pindakaas liever dan kaas, hagelslag liever dan
pindakaas, etc)
- Is geïnformeerd over de wereld
- Kan op rationele wijze beredeneren welke strategie het goedkoopst/beste is om een doel
bereiken of voorkeur (x) te realiseren
De RKT/game theory gaat uit van:
- Gaat uit van een abstracte representatie van de werkelijkheid
- Maakt mathematisering van relaties mogelijk het realiseren van het nut tegen acceptabele
kosten
- Actor is het centrum van de handeling: methodologisch individualisme
- Interactie tussen actoren als zetten in een spel
o Herhaalde zetten = sociale norm [game theory] spreken we met elkaar af omdat we
geloven dat de zetten onze mogelijkheden vergroten
o Equilibrium: evenwicht dat bereikt wordt na herhaalde zetten stabiliteit in de markt,
geeft voorspelbaarheid
2
,Voorbeeld: prisoner’s dilemma twee mensen plegen een moord. Als ze allebei bekennen krijgen ze
10 jaar straf en als ze allebei niet bekennen krijgen ze 2 jaar. Als de een bekent en de ander niet, gaat
degene die niet bekent vrijuit. Ze bekennen beiden omdat dat de beste optie is.
Voorbeeld 2: tragedy of the commons omgeving met voor iedereen toegankelijke bronnen (of
goederen). Dit wordt door iedereen beheerd op basis van rationele keuzen. Resultaat is uitputting van
de gemeenschappelijke bronnen. Dit gaat in tegen het eigenbelang van het individu.
De uitputting van de grond gaat tegen mijn belang in, maar mijn belang zegt ook dat ik mij schapen
hier neer moet zetten (direct voordeel). Individueel belang beschadigt collectief belang. Er is geen
uniforme oplossing voor open access resource problems, maar restrictie of het delen van de kosten is
al een begin.
Vooronderstellingen:
- Iedere actor handelt rationeel met gegeven (vaste en onveranderlijke voorkeuren)
- De wereld waarin gehandeld wordt is open en transparant (geen macht of politiek)
- Het moment waarin gehandeld wordt is het hier en nu
Mensbeeld RKT:
- Individualistisch / atomistisch
- A-historisch
- Onveranderlijk
Kritiek RKT:
- Niet de mathematisering is het probleem, maar de veronderstellingen
- Mensen handelen niet onder alle omstandigheden rationeel vrijwilligerswerk is bv niet leuk en
levert je niets op
- Besluitvorming niet via vergelijking alternatieven je kiest niet altijd wat het beste is voor je
- Niet iedereen is enkel uit op profijt
- Informatie over de wereld is alles behalve compleet
Samenvatting kritiek mensbeeld RKT:
- Er bestaat geen ‘vrije uitwisseling’ tussen actoren
- Een ‘vrijwillige handeling’ wordt altijd beperkt door de sociale omgeving
- Mensen handelen vanuit overtuigingen die historische wortels hebben
Conclusies:
- Economische model plaatst individuele actor in het centrum
- RKT biedt mathematisering van menselijke gedragingen
- Sociale wetenschappen: verklaringen wel zoeken bij handelingen van personen, maar niet
opgevat als atomistische a-historische individuen.
Meerkeuzevragen:
De rationele keuze theorie gaat over het maken van keuzen. Waarover moet een actor volgens de RKT
beschikken om een keuze te kunnen maken?
a) Sociaal en economisch kapitaal
b) Set van geordende voorkeuren
c) Mathematisch model van de werkelijkheid
3
, d) Vrije markteconomie
Werkgroep 5
Artikel Hardin: tradegy of the commons. Hoe voorkomen we dat rationele subjecten/actoren de
‘commons’ (het gemeenschappelijk goed) leegplunderen? Bestaat er een rationele/technische
oplossing voor overbevolking? We hebben te veel mensen, hebben we nog wel genoeg middelen?
Welke restricties moeten we onszelf opleggen als het probleem niet op te lossen is? Mensen die
rationele actoren zijn die gemeenschappelijk goed leegtrekken. Dit is goed voor het individu, maar
slecht voor de groep. Een gemeenschappelijk goed is van iedereen en kent geen eigenaar,
voorbeelden: lucht, water etc.
Rationele keuze theorie: iedereen maakt gebruik van de commons, maar hoe worden ze niet
leeggevreten? Een bron die van iedereen is moet doelmatig gebruikt worden
Kan asielbeleid in Nederland op dezelfde manier als overbevolkt bij Hardin bekeken worden: namelijk
als een probleem van ‘the commons’ (een gemeenschappelijk goed dat in het geding is)?
Welke commons zijn in het geding?
o Ruimte: ruimte wordt ingeperkt
o Belastinggeld: opvang moet betaald worden
o Eten: primaire levensbehoefte
o Veiligheid: criminaliteit
o Cultuur: wij-zij gevoel
o Onderwijs: te weinig leerkrachten
o Burgerschap: als burger wordt je gegarandeerd van bepaalde voorzieningen. Het is
een gemeenschappelijk goed voor alle Nederlanders.
o Gezondheidszorg: primaire levensbehoefte
o Sociale woningbouw
Welke oplossingen zijn voorhanden?
o Grotere AZC’s: het begint bij een goede opvang, mensen moeten zich veilig voelen
om überhaupt te integreren. Verantwoording is hierbij erg belangrijk.
The Tragedy of the Commons
In onze huidige samenleving wordt de populatie steeds groter en komen we steeds meer in contact
met technische ontwikkelingen.
Wat zullen we maximaliseren?
Een persoon heeft behoeften en wensen, maar wat is het maximale wat goed is voor een persoon?
Tragedie van vrijheid van gemeenschappelijke goederen
4