Hoorcollege 1
Motivatie-> is willen
De desire voor een verandering-> in de zelf als acties gedachten, zelfconcept of in de
omgeving
Soorten motivatie
Intrisieke motatie-> fun and enjoyement
Flow-> Personal challenge -> optimaal je copetnentie challengen
External regulation-> forced to do so
Goal
Waarde (value)-> health benfits
Mogelijke zelf-> inspiratie -> geinspireerd door andere
Achievement strivings 0> pursuit of a standard of excellence-> jezelf overtreffen
Opponent process-> an emotional kick-> runner’s hig
Positive affect-> good mood
Introjection-> verlichting van schuldgevoelens van zelfs n door andere
Personal control-> relieve stress
Relatedness-> hangout with friends
Theorie-> de relaties rondom de variabele, redenen waarom deze relaties bestaan
Theoretical knowledge to pratical know-how
Twee fundamentele vragen rondom the study of motivation
What causes behavior?
Why does behavior vary in its intensity?
Twee grootste gedachten van motivatie -> self-esteem en beloning
, Self-esteem is een effect van motivatie en niet de reden voor een actie
Drie major mechanism om een adaptieve motivationele staat te bereiken (Interne motieven)
(motivational states) -> needs/cognities/emoties (onderliggend) -> interne processen: gedrag
energie->kracht, directie (naar een doel), en persistentie-> volhouden
Needs: als biologisch-> honger, psychologisch-> need to belong,
o Generen wants, desires, and strivings om dat gedrag te doen om de need te satisying
Cognitions: manier van denken,
Emotions: feelings (emotional expierence), aruousal, purpose, expression,
o Zorgen om te overleven
o Adaptieve rol
Fysiologische behoeften
Dorst, honger en seks
o Circkel hc
o In de cirkel kunnen er problemen voorkomen
o Zone of biological indifference-> verzading stage, hier ga je eten
Hier heeft de omgeving invloed hoeveel je gaat eten
Deze zone kan individueel verschillen
Zone wordt kleiner-> invloeden minder, gezonder eten, later honger en
eerder voor (internally regulated
o Emotioneel eten
Je kan beide zowel mindr als meer
Vrouwen meer, maar vooral op het idee (vragenlijsten) vaak biased
Ideeën corresponderen niet met werkelijkheid
Eten om emoties te regulieren
Restrained eater-> zone of indifferende wordt groter, eerder honger en later
vol, cognitieve grens is anders
Cognitive load theory->
intrisic load: complexity of new information ,
germane load: linking new info with currnt,
extraneus load: unneccessary and distracting info
external events and social contexts
external events-> omgeving (bv geld/being praised), sociale (classroom/work climate)
en culturele
niet opzich zelf staant de motivatie, maar door de dopamine relieve dus intern proces
dt voor het gedrag zorgt
influence als iemand iets willen laten doen-> social proces; motivation-> internal proces
motivatie is niet iemand iets willen latn doen, maar aanmoedigen tot energie vastberaden en
directed gedrag
,expression of motivation
behavior gemotiveerd als:
o effort (high)
o persistence (long)
o latentie= duur tot gedrag ( short)
o choice-> hoge kans keuze goede directie
o facial expressions
o bodily gestures
engagement: actief bezig in taak
o behavior engagement: effort/persistence
o emotional engagement: interest/enjoyment/enthusiasm
o cognitive engagement: het willen begrijpen, zelf-regulatie (plannen )etc
o agentic: bijdrragen voor een beter omgeving/expressing prefrencing/asking question
fysiologie
brein activiteiten
self-report
Antecedent-> causal, hetgene vooraf gaan van de actie
Motivatie en emoties helpen ons onze aandacht te generen naar een aspect van de omgeving ander
dan de ander
niet elk aspect krijgt evenveel aandacht, omdat de motivationele staat verschilt en omdat
negatieve stimuli meer aandacht krijgt
motivatie en emotie zijn het onderliggende construct van ‘why’ (mediator)
motieven zijn dynamische, veranderen over tijd en je hebt vershillende motieven tegelijk, het motief
dat op een bepaald moment het hoogst is , is waarschijnlijkst het gedrag wat je uit
motivatie van een gedrag kan onbewust zijn
, Hoofdstuk 2: motivation and emotion in historical perspective
Filosofische origines
plato-> motivatie uit de ziel, appetive aspect: seks en honger, competitive aspect (freud id :
social aspect (superego), calculating aspect: rationeel (ego) (hierharsch van beneden naar
boven)
aristotle: nutritive:impulsive , sensitive:pleasure and pain and rational (hierharisch )
100 jaar later: dualism
Descartes: lichaam: passive agent, the will: active agent
o Ultimalte motivational force-> the will
The will motivates all action
Will
Filosofen kwamen niet uit hoe dit werkt
Instinct (voornamelijk darwin)
Biologische determinisme van motivatie
Gedrag komt voor uit instinct en dat is overerfbaar
James-> instict+ bijpassende stimilus
McDougakk: instics biased perceptie genereerde emoties en zorgde voor het desired goal
Uiteindelijk kwamen ze erachter dat drive reduction niet voor leren zorgt
Drive
Geintroduceerd door woodworth
= komt vort uit een intellectueel klimaat van functionele biologie: functie vn gedrag is om
lichamelijke benodigheden te voorzie
Freud’s Drive theory
Gedrag als benodigheden voorzien, alles was gemotiveerd
Anxiety motiveerd gedrag om deficit tegen te gaan
Drive’s source (bodily defecit)-> Drive’s impetus (psychologische discomfort defecit)->
Drive’s object-> Drive’s aim
Hull’s drive theory
Mate motivatie ligt ten grondslag aan de grote van total bodily need (seks,honger etc)
Drive geeft energie aan gedrag, maar direct het niet, habit wel
(learning/reinforcement bij verlagen drive na gedrag)
Sterkte gedrag= drive X habit strength X K (externe pulls/ waarde doel/environmental
incentive)
D &k -> motivational terms