Samenvatting
The Psychology of Attachment
Periode 1
Opvoeding en onderwijs in de 21e eeuw
Master orthopedagogiek
, Hoofdstuk 1
Bronnen van de gehechtheidstheorie
De gehechtheidstheorie is gebaseerd op 4 bronnen:
★ Psychoanalyse: Bowlby was aangetrokken tot de psychoanalyse omdat binnen deze benadering het
belang van familie relaties voor de psychologische ontwikkeling een centrale focus had. Dit omvat het
belang van familie relaties voor een persoon zijn emotionele stabiliteit en gevoel van eigenwaarden.
○ Anna Freud gebruikte de term ‘attachment’ al; dit werd gebruikt om te verwijzen naar de sterke
waarde die kinderen hechten aan hun relaties met bepaalde verzorgers.
Ondanks de raakvlakken die Bowlby opmerkte met de psychoanalyse waren er ook dingen die
Bowlby zorgen baarde:
○ De psychoanalyse heeft een zwakke relatie met de natuurlijke wetenschap; veel van de ideeën
binnen de psychoanalyse zijn niet empirisch getest.
○ De psychoanalyse legde te veel de nadruk op de patiënt zijn verbeelding in het vormen van
symptomen (bijv. moeilijkheden in het beheersen van agressieve gevoelens had volgens de
psychoanalyse te maken met de verbeelding door anderen aangevallen te worden). Volgens
Bowlby wordt het belang van een kind zijn daadwerkelijke ervaringen van verzorging in de
vorming van de ontwikkeling onderschat in de psychoanalyse.
1
,★ ‘Learning theory’: Bandura, de grondlegger van de ‘learning theory’ stelde dat mensen zich ontwikkelen
door gedrag van anderen te kopiëren (‘modeling’) en door middel van feedback. Als bepaald gedrag leidt
tot tevredenheid zal het herhaald worden en als gedrag leidt tot ongenoegen, zal het gedrag niet
herhaald worden.
Bowlby had wel 3 punten van kritiek op deze theorie:
○ De theorie impliceert dat mensen het ene gedrag net zo makkelijk aanleren als het andere
gedrag. Er wordt dus niet gekeken naar de rol van de geschiedenis van de menselijke evolutie,
die ‘biases’ vormen in het leren van gedrag dat bijdraagt aan overleving en voortplanting.
○ De sociale leertheorie stelt dat hechtingsgedrag een aangeleerde respons is. Bowlby was het
hier niet helemaal mee eens.
○ De sociale leertheorie stelt ook dat gehechtheid belangrijk was, maar pas kwam na voeding.
Terwijl Bowlby gehechtheid net zo primair/belangrijk acht als honger.
★ Cognitieve wetenschap: Bowlby vond de cognitieve wetenschap interessant omdat zij nadachten over
hoe de opvoeding, het kind zijn verwachtingen over intimiteit en vertrouwen, vormt. Deze wetenschap
suggereert dat mensen ‘mental models’ ontwikkelen, gebaseerd op ervaringen over tijd en dat mensen
reageren vanuit deze ‘mental models’ bij nieuwe situaties.
Bowlby concludeerde dat interacties met de verzorger invloed hebben op hoe het kind over zichzelf en
anderen denkt en gedurende de ontwikkeling leidt tot relatief stabiele ‘mental models’. Deze modellen,
vormen weer verwachtingen en voorspellingen over sociale interacties in de volwassenheid.
Aaron Beck (grondlegger van CGT) stelde dat onze ‘mental models’ ook invloed hebben op hoe we nieuwe
informatie filteren. We zijn meer vatbaar voor informatie die overeenkomt met onze ‘mental model’,
waardoor deze mental models niet snel zullen veranderen en bestaande assumpties bekrachtigd worden.
Kritiek van Bowlby:
○ Bowlby vond dat er onvoldoende aandacht was gegeven aan de rol van de ontwikkeling van het
kind in het vormen van mental models tijdens de volwassenheid.
○ Ook vond Bowlby dat emotionele mental models waarschijnlijk verschilde van modellen over
neutrale feiten.
2
, Bowlby stemde in, dat mental models veranderd kunnen worden als herhaaldelijk wordt bewezen dat ze
niet helpen, en er dus nieuwe mental models kunnen ontstaan. Bowlby stelde echter wel dat de oude
assumpties nog steeds op de loer lagen en af en toe nog kunnen verschijnen wanneer een persoon snel
moet handelen en geen tijd heeft om te reflecteren.
★ Evolutionaire biologie: De belangrijkste bron in de ontwikkeling van de gehechtheidstheorie is de
evolutionaire biologie geweest. Specifiek was Bowlby geïnspireerd door een tak binnen deze studie,
genaamd de ethologie. Deze tak focust zich op gedragsreacties en hun evolutionaire basis.
○ Een pionier van de ethologie, Lorenz, vond een “following response" bij kuikens voor het eerste
object dat zij zagen, waarschijnlijk de moeder gans. De kuikens die waren uitgebroed in de
incubator onder verzorging van Lorenz, hadden een “following response" bij hem.
Evolutie en ethologie
Bowlby heeft bij de ontwikkeling van de gehechtheidstheorie nauw samengewerkt met die etholoog, Robert
Hinde. Zij concludeerde dat de “following response” is geëvolueerd omdat het het kind hielp om dicht bij de
verzorger te blijven, die hem kon beschermen tegen gevaar.
Ze stelde dat de “following response” geactiveerd zou worden bij baby’s door gevoelens van alarm. Door
bijvoorbeeld een onverwachte scheiding van de verzorger, wat gezien de evolutionaire geschiedenis, een
bedreiging zou zijn voor de baby.
Harlow en Zimmerman gebruikte de zin “haven van veiligheid” (“haven of safety”) om te refereren aan de manier
waarop baby’s hun alarm en motivatie voor nabijheid van de verzorger beëindigd wanneer de nabijheid tot de
verzorger bereikt is.
Bowlby en Hinde stelden dat de “following response” beëindigd kan worden wanneer een baby niet meer bang is,
dat is wanneer de bron van angst verdwenen is of er een verzorger is die dient als veilige haven.
Bekende verzorgers zijn enorm belangrijk
3