GESCHIEDENIS VAN OPVOEDING EN ONDERWIJS
COLLEGE 1, 21 APRIL 2023
Er zijn veranderingen in opvattingen over gezond eten. Dit komt door de toename van
overgewicht bij jonge kinderen. Die uit zich weer in gezondheidsproblemen en pesten. Ook
bewegen kinderen minder door toename van de technologie.
-> Opvoeding werd niet alleen beïnvloedt door denkers en ideeën, maar ook door de
omstandigheden in de samenleving.’
Ik ben toch zeker sinterklaas niet
Er was een boek, maar daar zaten zwarte pieten in dus dat mag niet meer. ‘Het is een
Nederlandse traditie, het hoort bij ons, dus zwarte pieten hoeven niet weg. Het is er al
eeuwen’.
-> Echter is zwarte piet pas in de 19e eeuw gekomen en vroeger was dat niet zo. Mensen
hadden dus wel gevoel dat het afgenomen is, maar het argument van ja het is al eeuwen zo,
klopt niet.
-> Het was eerst gewoon een opvoedfeest; goed gedragen? Je krijgt een cadeau en anders
werd je gestraft. Vanaf de 14e eeuw werd het al een feest, maar toen ging het echt om
opvoeden. Er was altijd al gezeur ‘sint is een katholieke heilige en dat mag niet’. Zelf
geprobeerd om het te stoppen, maar uiteindelijk niet gelukt. Dit was protestants bestuur en
dus in de 17e/ 18e eeuw. Je mag namelijk niet heilige vereren.
-> Helpers waren in de 14e tot 19e eeuw gedempte duivels. Sint had die getemd en dat
betekende dus dat heilige beter is dan slechte. Dit zodat kinderen zich goed gingen
gedragen. In de loop werd ie afgeschaft, want het schrok kinderen echt af en ging sinterklaas
het alleen doen (geen helper), en in de 19e eeuw kwam die terug als zwarte piet.
->Het ging nu niet meer om bang maken en straffen, maar een hulpje inroepen en geen
enge. Jan schenkman bedacht St Nikolaas en illustreerde het hulpje als zwarte piet (toen
nog knecht). Kwam ook voor het eerst met de stoomboot (begin van die tijd, dus toen heel
modern). Het pakje van zwarte piet, was waarschijnlijk omdat hij schilderijen uit Spanje
nadeed. De zwarte mensen hadden daar exotische kleding aan en dat heeft hij soort van
overgenomen. Ze hadden de kleding aan die we nog steeds herkennen bij pieten. Nog
steeds nog wel beetje met de roe en in de zak meenemen naar Spanje etc.
-> Halverwege 20e eeuw zeiden pedagogen dat je ze niet meer bang moest maken en piet
werd steeds meer een soort clown, beetje dom, etc. Het moest niet meer gaan om straffen,
maar cadeautjes. Het was volgens veel niets discriminerend, maar andere mensen dachten
daar anders over. Daardoor worden tegenwoordig soort van de zwarte pieten ‘verbannen’.
Dit zodat kinderen niet denken dat een witte man heilig is en andere huidskleur minder zijn.
Ook voelen andere huidskleur kinderen zich dan niet buitengesloten; inclusie.
,Bronnen:
Vraag je af over de bronnen: waarom heeft iemand bron gemaakt? Wie heeft het gemaakt?
Wanneer? Hoe betrouwbaar?
Er zaten vaak in schilderijen veel betekenissen / waarschuwingen (hoe je iets niet moet
doen)
Teksten
Afbeeldingen
Artefacten
1. Prescriptieve teksten -> vertellen hoe zij vonden dat je moet leven: stond geschreven
2. Descriptieve teksten -> bijvoorbeeld foto’s, ze zijn beschrijvend. Ze vertellen hoe het was,
maar je moet wel afvragen waarom ze zijn gemaakt, bewaard, gekozen om juist dit te
fotograferen ‘wat staat er niet op’. Voor een tekst kan je denken aan een lijst van kinderen
die in een weeshuis leven. Daar kan je dan informatie over achterhalen, maar geen
meningen of hoe de kinderen het ervaarden
3. Persoonlijke teksten/ egodocumenten -> iemand schrijft zelf op wat hij / zij beleeft en
denkt. Bijvoorbeeld een dagboek; hierin schrijft iemand in wat hij heeft gedaan, wat hij dacht,
wat hij ervan vond etc. Ook blogs en vlogs; denk aan dat ze gemaakt zijn voor een publiek.
Je weet niet wat ze in hun ‘geheime’ leven doen.
4. Literaire teksten -> beeld dat kinderen van volwassenen hebben, want kinderen schrijven
geen boeken. Er wordt soms gezegd dat volwassenen niet meer weten hoe het is om kind te
zijn.
Artefacten:
(Speelgoed) gebruiksvoorwerpen.
Pechvogel: kreeg je als je vervelend was. Moest je terugbrengen naar de meester en dan
kreeg je een tik.
-> We hebben nu veel meer bronnen dan vroeger. Als wij nu iets willen weten over de 16e
eeuw, hebben we niet veel. Als ze later willen weten, hoe het hier was, weten ze veel meer.
Een historisch pedagogisch debat:
• Evolutionisten <> structuralisten
• 1960, Philippe Aries: L’enfant et la vie familiale
• Zwarte legende: voor de 17e eeuw geen kindertijd, voor 18e eeuw geen intiem gezinsleven
(bronnen: moralistische traktaten, woordenboeken, afbeeldingen, kleding)
• Linda Pollock (1983)
• Witte legende: wel een kindertijd, wel affectief gezinsleven (egodocumenten, andere
manieren van schrijven, bronnen anders interpreteren)
• Kindersterfte, min, straffen, kinderkleding, inbakeren
• Continuïteit (kindertijd en affectie) en discontinuïteit (uitingen van effectie, aandacht voor
kind en opvoeding)
-> Het ging tussen zwarte legendes en witte legendes. Vorige eeuw werden ze
geïnteresseerd hoe een gezin is ontstaan, was het er altijd al? Philippe schreef een boek:
voor de 17e eeuw bestond er nog geen kindertijd en was het kind gewoon een kleine
, volwassenen. En voor de 18e eeuw had je niet een intiem gezinsleven met liefde. Dat was de
zwarte legende. De bronnen die zij gebruikten waren moralistische traktaten,
woordenboeken en afbeeldingen. Ouders straffen kinderen te erg, hoge kindersterfte, weinig
tekenen van rouw als kinderen doodgingen. De evolutisten gingen hier dus uit van een
kindertijd die we nu kennen. Pas toen er meer ruimte kwam qua economie, kwam er tijd en
ruimte voor het houden van kinderen. Ouders konden zich steeds meer veroorloven om van
de kinderen te houden en ze mochten zelf hun partner kiezen. Dan ontstaat er een kindertijd.
Er is dus een verandering volgens hen. Ze keken naar descriptieve
-> Je hebt dan ook de structuralisten (Linda Pollock bijvoorbeeld). Dit was de witte legende;
er was helemaal geen grote verandering. Ouders hielden altijd van hun kinderen. Er was
gewoon geen hygiëne en slechte economische omstandigheden. Ze keken niet naar
dagboeken, want er stond zakelijk dat een kind bijvoorbeeld dood was. Het was echter,
volgens die theorie, gewoon een vorm van schrijven en mensen schreven hun gevoelens
gewoon niet op. Er was een andere manier van schrijven. De schilderijen van kinderen die
hetzelfde droegen, was niet omdat ze hetzelfde waren, maar omdat het een deftig
familieportret was. Harde straffen vielen mee; in de opvoedingsboeken stond het veel erger
dan dat het echt was. Ouders wilden de kinderen echt niet hard straffen. Egodocumenten
keken ze meer naar
-> Niet alleen veranderingen, maar wel wat. Er was altijd wel liefde (continue), maar vanaf de
18e eeuw kwam er wel meer tijd om over kinderen te hebben en affectieve gevoelens. Ook
het uiten hiervan. Er ging anders geschreven worden over kinderen. Het had dus veel te
maken met het lezen / begrijpen van de bronnen.
Kinderen voor kinderen als spiegel van kindbeelden en opvoedstrategieën
Er werd steeds meer met kinderen gepraat over onderwerpen tegen de ouders. Men vond
het belangrijker dat kinderen hun stem konden later horen. Ze moesten serieus genomen
worden. Dit kwam op in de jaren 70; kind was mondig. Soms extreme vormen:
experimenteren met antiautoritair opvoeden: ze mochten alles doen wat ze wilden en ouders
zijn gelijk aan kinderen.
Feike Dietz & Laurens Ham, Universiteit Leiden – Kinderen voor kinderen 1980-12022: De
relatie met ouders’
- 1970 < democratisering van het gezinsleven; onderhandelingshuishouden, anti-autoritair
opvoeden
- ‘Ouders te koop’ 1980: ‘Al die valse lieden spelen vreselijk de baas/We moeten wat
verzinnen om de ouders te ontlopen want al die stomme regels zijn een regelrechte
straf./Kom op we gaan ze vangen en we zullen ze verkopen dan zijn we strakjes lekker van
die hele horde af.’
- Ontplooiing individuele kind, overal over praten, keuzevrijheid, plezier
- ‘Ouders gevraagd’ 2009: ‘Verwacht niet van een kind/Dat het zichzelf opvoedt/Het heeft
een ouder nodig/Die dat voor hem doet/Lieve ouders nodig/Brede schouders nodig/En een
arm om haar heen/Een huis, een tijdelijk thuis/Een kind kan het niet alleen
- Sensitief en responsief opvoeden
- ‘Een gezonde planeet’ 2018: ‘Ik zit er mee in mijn maag/Dit is wat ik je vraag/Werk mee aan
een beter klimaat/Morgen is veel te laat/De toekomst begint vandaag/Werk mee aan een
beter klimaat’
- Kinderen als wereldverbeteraars, hoop van de toekomst, bewuster dan volwassen.