Middeleeuwen
Key Notes
Points
Vroege middeleeuwen:
Langs Limes, noordgrens Romeinse rijk, overal Germaanse stammen:
o Ostrogoten
o Friezen
o Franken
o Visigoten
Germaanse volken verdedigen vaak grens in dienst van Romeinen
o Foederati: Bondgenoten
Veel invallen van Germanen en Hunnen
o Vandalen onder koning Geiserik in 435: Plunderen Rome
o Hunnen 450-456 onder leiding van Atilla
o Na 476, toen Odoakar de macht greep, geen keizers meer
In 486 breiden Salische Franken onder leiding van koning Clovis macht uit over heel
Gallië.
Brittannië wordt ook langzaam ingevallen door verschillende Germaanse volkeren,
Kelten worden langzaam verdreven naar het westen, deel vlucht naar Bretagne.
Kerkvaders leggen na de val van West-Romeinse rijk langzaam Katholieke leer vast:
o Ambrosius, bisschop van Milaan
o Hieronymus, Latijnse bijbelvertaler
o Augustinus, bisschop van Hippo
Legt basis voor scheiding tussen kerk en staat
Gregorius I de grote legt basis voor pauselijke staat van Rome. Betrekt bisschoppen
in wereldlijk bestuur en mengt zich in geestelijke zaken.
In West-Europa ontstaat monnikendom (cenobitisme)
o Wordt later bepaald door de ascese van Benedictus van Nursia
Ora et labora: lezen, mediteren, handarbeid
Koorgebed: Opus Dei
Benedictijnse leer spreidt zich in verloop van 7 e eeuw over West-
Europa.
Merovingische Rijk:
o Vernoemd naar Merovech, stamvader
o Breidde macht uit vanuit oorspronkelijk gebied
o Breidden uit naar Zuiden maar ook naar Oosten (hedendaags Duitsland)
o Clovis wordt eerste Germaanse koning die zich tot katholicisme laat bekeren
Sloot de godsdienstkloof onder de volkeren in zijn macht en maakte
toenadering Franken met Gallo Romeinen mogelijk
o Onder Merovingen vond erving van de macht plaats, na Clovis verdeling.
o Na Clovis nog enigszins eendracht in rijk, na dood van Clotharius I
voortdurend oorlog tussen leiders van onderverdeelde gebieden.
o Dagobert I was laatste koning onder gehele rijk.
o Pepijn II van Herstal, kleinzoon van Pepijn I van Landen, kroont zichzelf vorst
der Franken
o Zijn zoon Karel Martel (Karolingen) herovert verloren gebieden en start zo
Karolingische rijk.
, Slag bij Portiers, 732, Karel Martel dringt Arabieren terug op tot
Pyreneeën.
o In Brittannië vindt ook opsplitsing van rijk plaats
‘Grote volksverhuizing’ daadwerkelijk niet zo dramatisch als historisch omschreven
o Germanen wouden zich Romeinse beschaving toe-eigenen, niet vernietigen
Clovis werd bovendien door Oost-Romeinse keizer aangewezen als Consul
Germaans koninklijk gezag baseerde zich voornamelijk op militair prestige
Bestuur:
o In steden werd koning vertegenwoordigd door graven, comes, hadden de
macht over belasting en rechtspraak
o Landelijke gebieden werden in graafschappen opgedeeld en graven waren
zowel Germaanse getrouwen als geromaniseerde adel
o Hertog kreeg in sommige gebieden macht over meerdere graven
o Graven deelden macht met bisschoppen, die hadden de macht over
openbare leven
Romeinse recht gold voor alle Romeinse inwoners, Germaans recht was
personaliteitsbeginsel: Gebonden aan afkomst van persoon
o Godsoordeel: Beproevingen die onschuld of schuld bewezen
Adel:
o Romeinse adels families uit de keizerstijd behielden aanzien, leverden veel
bisschoppen
o Germaanse families concurreerden met elkaar voor aanzien van de koning
o Grootgrondbezitters in vroege middeleeuwen resideren op hun villae, niet
in de stad, bisschoppen leven in de stad
Steden liepen sterk terug, terugval naar autarkische samenleving op platteland,
onder bescherming van adel.
Tussen 700-1300 toch landbouwontwikkelingen en weer verhoging productie
Handel met Middellandszeegebied valt rond 600 weg.
Emporia ontstonden: Niet versterkte kleine handelsplaatsen langs rivieren of aan
zee.
Noordwest-Europese handel veelal plaatselijk
Uitbreiding van Katholicisme:
o Kerstening, Germaanse koningen sluiten zich aan bij Romeinse bevolking
o Veelal werk van bisschoppen/missionarissen
Columbanus
Bonifatius
Willibrord
o Koningen en adel stichten bisdommen en kloosters in ruil voor steun
o Bisschoppen en missionarissen respecteren soms Heidense feesten en
houden die in stand, culturen mengen zich
o Oude testament meer geliefd onder Germanen
o Oude geloof en Christendom smelten langzaam samen
o Heiligenverering onder Germanen populair
o Via prediking, liturgie en zielzorg verspreid en verstevigd de geestelijkheid