ju
, Les 1
Inleiding
Leerdoele
n:
- Kunt intersectionaliteit/kruispunt denken beschrijven en toepassen
met het gebruik van voorbeelden.
BOEK: H1 en H4
Diversiteit is het verschil van mensen.
Je moet de verschillende groepen mensen erg goed leren kennen.
Je moet begrijpen wie jij bent, en wie de ander is.
Maar je moet ook weten hoe de ander leeft.
Intersectionaliteit:
In de samenleving wordt op verschillende niveaus onderscheid gemaakt
tussen mensen (zoals man/vrouw, arm/rijk, jong/oud)
Deze verschillen zijn verbonden met machtsposities in de samenleving,
maar ook met kansen binnen de samenleving.
Machtsverhoudingen vormen de basis van maatschappelijke ongelijkheid,
de ongelijke behandeling en daardoor uitsluiting zoals;
- Gender (mannelijk/vrouwelijk)
- Etniciteit (zwart/wit)
- Levensfase (oud/jong)
- Religie (christen, moslim)
- Klasse (arm, rijk)
- Seksuele identiteit (homo, hetero etc.)
Begrippen:
Superdiversiteit; als je een diversiteit neemt van een diversiteit.
Salience ervaring; een ervaring dat je opvalt omdat je er misschien wat
anders uitziet dan dat we denken wat ‘normaal’ of ‘gewoon’ is. Dit kan als
een buitensluit ervaring voelen.
‘The weel of power’
Een meetinstrument over maatschappelijke
ongelijkheid, dus hoeveel privileges je hebt.
Les 2
Migratieprocessen en superdiversiteit
Leerdoele
n:
- Kunt migratieprocessen van de 20ste en 21ste eeuw beschrijven