Een zeer complete samenvatting van het boek 'basiskennis taalonderwijs', de derde druk (Huizenga & Robbe, 2020). Het bevat alle relevante informatie voor het behalen van de landelijke kennisbasis Nederlands voor de pabo.
Vier invalshoeken:
1. De leerinhoud.
Beschrijft wat de basisschoolleerling moet weten
en kunnen in een bepaald domein - de
kerndoelen en tussendoelen (SLO).
2. De domeindidactiek.
De manier waarop je de leerinhoud van een
bepaald domein aan kinderen onderwijst. Het
gaat om de vaardigheden die een leerkracht
moet hebben om goed onderwijs te kunnen
geven in een bepaald taaldomein.
3. Het fundament.
De achtergrondkennis die nodig is bij elk
domein.
4. Taaldidactiek en taalbeleid.
Taaldidactische principes zijn de verschillende manieren waarop je taalonderwijs kunt
geven of hoe je als basisschool beleid kunt ontwikkelen op het gebied van taal.
Hoofdstuk 2. Taalonderwijs en taal
2.1 Taalonderwijs
Argumenten voor het apart aanbieden van taalonderwijs:
1. Schriftelijke taalvaardigheid leren kinderen niet spontaan.
2. Niet alle kinderen kunnen zich zelfstandig een bepaald niveau van taalvaardigheid
eigen maken.
3. Op school leer je een ander soort taalgebruik dan in het dagelijks leven.
4. Bepaalde taalvormen leer je alleen met behulp van het taalonderwijs.
5. Als je kinderen plezier in het lezen van boeken wilt bijbrengen, dan moet je daar
apart aandacht aan besteden. Boeken bieden kinderen de mogelijkheid om weg te
duiken in de wereld van een verhaal, om kennis te maken met andere mensen, met
andere culturen of om in een spannend avontuur te ontsnappen aan de sleur van de
dag. Ze beleven plezier aan verschillende genres jeugdliteratuur, zoals gedichten,
sprookjes en prentenboeken. Dit kan je alleen bevorderen als de kinderen in
aanraking worden gebracht met boeken. Het plezier in het lezen van boeken kun je
nog verdiepen door gericht aandacht te besteden aan bijzonderheden van teksten.
Daar is apart onderwijs in jeugdliteratuur voor nodig.
,Basiskennis taalonderwijs. Henk Huizenga en Rolf Robbe 2020.
Traditioneel onderwijs: lesgeven met behulp van een methode.
In de Wet op het Basisonderwijs zijn voor het taalonderwijs kerndoelen opgenomen. Hierin
wordt voor het taalonderwijs de volgende onderverdeling gehanteerd:
- mondeling onderwijs;
- schriftelijk onderwijs;
- taalbeschouwing, waaronder strategieën.
In de praktijk en de Kennisbasis wordt er gebruik gemaakt van de negen domeinen. Deze
domeinen hebben vooral betrekking op het taalonderwijs vanaf groep 3. Bij de kleuters wordt
er voornamelijk gewerkt aan de mondelinge taalontwikkeling. De schriftelijke
taalontwikkeling valt onder de beginnende geletterdheid.
Mondelinge taalvaardigheid
Spreken en luisteren en het voeren van allerlei mondelinge gespreksvormen staan centraal.
De kinderen doen ervaring op met bepaalde mondelinge taalvormen, zoals een discussie of
spreekbeurt en leren om bepaalde spreek- en luisterstrategieën te hanteren. Dit domein
wordt ook wel aangeduid als spreken en luisteren.
Woordenschat
Gaat om het aanleren van de betekenis van nieuwe woorden, uitdrukkingen, zegswijzen en
spreekwoorden. Ook leren de kinderen strategieën om achter de betekenis van onbekende
woorden te komen. De ontwikkeling van woordenschat hangt nauw samen met de
mondelinge taalontwikkeling. Door het leren van nieuwe woorden ontwikkelen kinderen ook
hun spreek- en luistervaardigheid.
Beginnende geletterdheid
Geletterdheid betekent het vermogen om de schriftelijke taal te begrijpen en te gebruiken. In
de ontwikkeling van de geletterdheid worden drie stadia onderscheiden:
- ontluikende geletterdheid.
De ontwikkeling van de geletterdheid in de voorschoolse periode van nul tot vier jaar.
- beginnende geletterdheid.
De ontwikkeling van de geletterdheid in de groepen 1 tot en met 3 in de basisschool.
- gevorderde geletterdheid.
De ontwikkeling van de geletterdheid na groep 3.
Aanvankelijk lezen: Het leren lezen in groep 3. Met ‘aanvankelijk’ wordt geduid op een fase
in het leesonderwijs. Speelt zich af in de eerste helft van groep 3.
Voortgezet lezen: Het leesonderwijs na groep 3.
Voortgezet technisch lezen
Bij technisch lezen gaat het om het ontcijferen van de letters en het hardop lezen van
woorden, maar er wordt ook aandacht besteed aan efficiënte leesstrategieën. Het doel van
voortgezet technisch lezen is de vaardigheid van het decoderen van teksten te vergroten.
Het gaat alleen om het vlot en nauwkeurig kunnen lezen van de tekst, niet om het begrijpen
van wat je leest.
Begrijpend lezen
,Basiskennis taalonderwijs. Henk Huizenga en Rolf Robbe 2020.
Dit is een andere vorm van voortgezet lezen. Hierbij gaat het om het begrijpen van de tekst,
het achterhalen van de bedoeling. Je kunt erachter komen of een kind een tekst begrepen
heeft, door het stellen van allerlei vragen over de betekenis van woorden en uitdrukkingen,
de verbanden in een tekst of de bedoeling van de schrijver.
Stellen
Gaat om het schrijven van teksten. Kinderen moeten hun gedachten, ervaringen en
waarnemingen kunnen weergeven in de vorm van verschillende soorten teksten. Het is een
vast onderdeel van een taalmethode.
Jeugdliteratuur
Het lezen van literaire teksten staat centraal. Dit wordt vaak aangeduid als jeugdliteratuur.
Het begrip 'literair' moet daarbij ruim opgevat worden. Het gaat om jeugdboeken in ruime zin
en omvat zowel informatieve boeken als fictie. Onderwijs in jeugdliteratuur heeft tot doel om
de kinderen in aanraking te brengen met verschillende literaire genres, hun literaire smaak
te ontwikkelen en ze te laten genieten van het lezen van jeugdboeken. Begrippen als
belevend lezen, waarderend lezen of leesbevordering worden ook gebruikt voor
jeugdliteratuur.
Taalbeschouwing
Hierbij leren de kinderen te reflecteren op de taalvorm, de manier waarop iets is verwoord en
het gebruik van taal. Het gaat erom dat kinderen in de vorm van de taal bijzonderheden en
regelmaat ontdekken. Een belangrijk onderdeel van taalbeschouwing is de traditionele
grammatica waarbij kinderen zinnen moeten ontleden in zinsdelen en de verschillende
soorten woorden kunnen benoemen.
Spelling
Kinderen kunnen de meest voorkomende woorden correct schrijven en de belangrijkste
spellingregels toepassen. Ook het kunnen hanteren van de regels voor de interpunctie
behoort tot het spellingonderwijs.
2.2 Het taalsysteem
De verschillende functies van taal:
- de communicatieve of sociale taalfunctie;
- de conceptualiserende of cognitieve functie;
- de expressieve taalfunctie.
De communicatieve of sociale taalfunctie
Door middel van taal contact kunnen maken met andere mensen. We gebruiken de taal als
een communicatiemiddel. Een spreker wil steeds een boodschap doorgeven aan een
hoorder. We spreken ook wel van de sociale functie van taal. Het gaat om de interactie
tussen mensen. Er zijn verschillende sociale taalfuncties:
- zelfhandhaving: jezelf beschermen en verdedigen.
- zelfsturing: met woorden haar handelen ordenen en plannen aankondigen.
- sturing van anderen: in taal het gedrag van anderen beïnvloeden: ‘Ga je mee?’
- structurering van het gesprek: taal gebruiken om het gespreksverloop te
beïnvloeden.
, Basiskennis taalonderwijs. Henk Huizenga en Rolf Robbe 2020.
De conceptualiserende of cognitieve functie
De taal wordt gebruikt als hulpmiddel om je gedachten te ordenen en greep te krijgen op de
werkelijkheid. Met behulp van taal verwijs je naar betekenissen en concepten uit de
werkelijkheid. Er zijn drie cognitieve taalfuncties:
- rapporteren. Hierbij gaat het over verslag doen van iets wat in de werkelijkheid
voorkomt. Je hebt iets meegemaakt of gezien en vertelt erover.
- redeneren. Je bewerkt de gebeurtenis door een extra denkstap in te bouwen.
Bijvoorbeeld door de gebeurtenis chronologisch te ordenen, conclusies te trekken,
een relatie te leggen tussen middel en doel of oorzaak en gevolg. Ook kan je een
voorstel doen om het probleem op te lossen.
- projecteren. Hierbij probeer je je te verplaatsen in de gedachten en gevoelens van
iemand anders.
De expressieve taalfunctie
Het gebruiken van taal om te experimenteren, gevoelens te uiten, om iets te zeggen dat
anderen nog niet eerder zo gezegd hebben. De taal wordt gebruikt om je van anderen te
onderscheiden of om uitdrukking te geven aan persoonlijke emoties.
Communicatieve competentie: het vermogen om de communicatieve functie van taal te
gebruiken. Deze wordt onderverdeeld in verschillende deelcompetenties:
- grammaticale competentie (linguïstische competentie). Het omvat alle kennis van de
taal en de taalregels die nodig zijn om adequaat te kunnen communiceren.
- tekstuele competentie. Kennis rondom gesproken en geschreven teksten. Weten hoe
een gesprek begint en eindigt, maar ook kennis hebben van de regels voor
schriftelijke teksten.
- strategische competentie. Het vermogen van een taalgebruiker om strategieën te
hanteren om zo bepaalde doelen te bereiken. Het gaat om schrijfstrategieën en
spreek- en luisterstrategieën.
- functionele competentie. Het vermogen van een taalgebruiker om zijn taalgebruik
aan te passen aan een specifieke situatie.
De strategische competentie en functionele competentie worden ook wel pragmatische
competenties genoemd, omdat ze betrekking hebben op de praktijk en het concrete gebruik
van de taal.
De verschillende niveaus van de taal
Niveau Regels voor
Fonologisch niveau Uitspraak
Morfologisch niveau Opbouw van woorden
Syntactisch niveau Volgorde van woorden
Semantisch niveau Betekenis
Pragmatisch niveau Gebruik
Orthografisch niveau Spelling
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper desi_hendriks. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,19. Je zit daarna nergens aan vast.