CRIMINALISTIEK EN BEWIJSWAARDERING
Definities
Definities forensische wetenschap
- Forensic science is the application of scientific principles and technological practices
for the purposes of justice in the study and resolution of criminal, civil and regulatory
issues.
o Breed bedoeld voor strafrecht, bestuursrecht etc.
- Forensic science is a systematic endeavor to describe how events of legal concern
have happened based on observation, hypothesis formation, and experiment.
o Weer verbinding met het juridische.
- Criminalistics is the science of individualization.
o Terugbrengen spoor naar één specifiek spoor.
- Criminalistiek is terugredeneren.
Definities van criminalistiek
- That profession and scientific discipline directed to the recognition, identification,
individualization, and evaluation of physical evidence by application of the physical
and natural sciences to law-sciences matters.
- That professional occupation concerned with the scientific analysis and examination
of physical evidence, its interpretation, and its presentation in court.
Criminalistiek / forensische wetenschap
Forensische wetenschap is ruimer en omvat discipline die:
- Niet natuurwetenschappelijk zijn, zoals rechtspsychologie en forensische
accountancy;
- Die niet (hoofdzakelijk) op waarheidsvinding gericht zijn, zoals forensische
psychologie en psychiatrie.
In België, Duitsland en VS: ‘criminalistiek’; In VK: ‘forensic science’.
Criminologie = de wetenschappelijke studie van het ontstaan, de correctie en de preventie
van misdaad. onderdeel van het grotere gebied van de sociologie.
De beginselen van interpretatie zijn meer algemeen geldig in de forensische wetenschap
(voor alle disciplines), minder tijdelijk (ze blijven altijd hetzelfde), anders dan ‘normale’
wetenschap en nuttiger voor juristen.
Nederlands Forensisch Instituut
Namens zijn cliënten maakt het NFI gebruik van de
modernste technologie en wetenschap om forensische
diensten van hoge kwaliteit te bieden. Het is gericht op
waarheid, geleid door wetenschap, voor een veiliger
samenleving. Het NFI heeft geen
opsporingsbevoegdheden of -taken en geen
toezichthoudende rol op OM, politie of andere
opdrachtgevers. Het is een onafhankelijke dienstverlener.
Aanvragers zijn wel vrij om een forensische dienstverlener
te kiezen.
Kerntaken
- Onderzoek doen in strafzaken (70%).
- Research and development (15%).
1
, - Centrum van kennis en expertise (15%) – naar externe personen zoals juristen,
rechters, politie (de gebruikers van de output).
Werkzaamheden:
- Medisch / biologisch DNA-analyse, niet-humaan DNA-analyse,
bloedspoorpatroon analyse, leeftijdsschatting van levende personen, forensische
antropologie, forensische geneeskunde, forensische pathologie, toxicologie
(lichaamsvreemde stoffen binnen het lichaam).
- Fysisch / chemisch afvalstoffen & risico’s; brandstichting, technisch en
materiaalonderzoek; explosies & explosieven; werktuigsporen; verkeersongeval
onderzoek; wapens & munitie.
- Microsporen forensische elementen analyse, schotrestenonderzoek, glas,
plakband en lijm onderzoek, chemische identificatie, vezels en textiel.
- Verdovende middelen verdovende middelen onderzoek, onderzoek productie
verdovende middelen, vergelijkend onderzoek verdovende middelen.
- Digitale technologie en biometrie gesloten (handheld, kleinere devices) en open
(computers, laptops) systemen, datacommunicatie, beeldanalyse en biometrie,
gezichtsvergelijking, spraak- en audioanalyse, vingersporen onderzoek.
- Front office forensisch advies / forensische intake, front desk (ontvangst
bewijsmateriaal), Mobiel Forensisch Team (MFT – ondersteuning politie
moordzaken), forensische archeologie.
Het zijn voornamelijk biologische sporen die worden geleverd, maar ook chemische en
fysische sporen, specialistische diensten en expertise, en digitale en biometrische sporen.
Partners:
- Aanvragers, (inter)nationaal OM, politie, rechterlijke macht, Fiscale Inlichtingen-
en Opsporingsdienst, Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding, Nederlandse
Mededingingsautoriteit, Immigratie- en Naturalisatiedienst, VN, Internationale
Tribunalen.
- Samenwerking nationaal en internationaal met: forensische instituten,
universiteiten en hogescholen, kennisinstituten, bedrijven.
Bewijsmateriaal gaat naar het NFI, welke hiervan vervolgens een forensisch rapport maakt.
Het NFI heeft veel deskundigheidsgebieden
Vuurwapens en munitie
- Vragen Link wapen met kogel en zaken met elkaar; classificatie vuurwapen soort.
- Bewijsmateriaal vuurwapens, kogels, patronen.
- Analyse vergelijkingsmicroscoop; hiermee wordt gekeken naar het kraspatroon op
de wand van de kogel.
- Interpretatie mening van deskundige, databases.
- Bron pistool, revolver, geweer. Hierbij gaat het vooral om de kleinere krasjes die je
ziet op afbeelding referentiemateriaal van spoor terug naar de bron.
Schoensporen
- Vragen Vind bron of link sporen; classificatie.
- Bewijsmateriaal schoenen, schoensporen.
- Analyse microscoop, 2D-afdrukken, 3D-afvormingen.
o Waargenomen kenmerken (slijtage, maat, patroon zolen, onregelmatigheden
productie, schade) + vergelijking kenmerken.
- Interpretatie mening van deskundige: kennis en ervaring + database.
Brandversnellende middelen
- Vragen classificatie, bron.
- Bewijsmateriaal vloeistoffen, brandresten.
- Analyse GC-MS-MS.
2
, - Interpretatie database, mening van deskundige.
Verdovende middelen
- Vragen classificatie, kwantificatie, drugs intelligence.
- Bewijsmateriaal poeders, pillen, vloeistoffen, grondstoffen voor productie van
drugs.
- Analyse 2 stappen: micro-chemische tests (vermoeden soort bevestigen) + GC-
FID, HPLC-UV, GC-MS.
- Interpretatie databanken, mening van deskundige, statistische modellen.
Micro sporen = Glas / vezels / verf / polymeren.
- Vragen bron, overdracht mogelijkheden (PD – verdachte), activiteit.
- Bewijsmateriaal kleding, schoenen, auto’s, voorwerpen, glas.
- Analyse Microscopie (alle), brekingsindex (glas), röntgen fluorescentie – XFR
(verschillende glasbronnen), FT-IR (vezels, verf, polymeren), Py-GC-MS (verf,
polymeren), inductief gekoppeld plasma Massa Spectrometrie – ICPMS (glas).
- Interpretatie mening van deskundige, statistiek.
Verkeersongevallen
- Vragen reconstructie, snelheid.
- Bewijsmateriaal voertuigen, bandensporen.
- Analyse Monte-Carlo simulatie: kijken welke simulatie het dichtstbij het werkelijke
feit komt.
- Interpretatie op basis van ervaring, statistiek en simulaties.
Schotresten (GSR / FDR)
- Vragen Zijn er schotresten (op verdachte/slachtoffer)?; Schootsafstand.
- Bewijsmateriaal Schiethanden (stubs), kleding, munitie, vuurwapens.
- Analyse chemische tests, scanning electron microscope (SEM), röntgen analyse.
- Interpretatie mening van deskundige.
DNA-profilering (Sir Alec Jeffreys, 1984).
- Vragen Vind DNA. Wiens DNA is het? Hoe is het daar gekomen?
- Bewijsmateriaal super divers: textiel, sigaret, tape, mok, lichaamsvloeistoffen.
- Analyse autosomale DNA-profilering (STR), enkelvoudige of gemengde profielen.
- Ook:
o Y-chromosomaal DNA (hebben alleen mannen).
o Mitochondriaal DNA (voordeel: zit ook in de haren, erg robuust, dus ook na
veel jaren terug te vinden. Nadeel: wordt alleen via de moederlijke lijn
doorgegeven).
o RNA (om wat voor celtype gaat het hier?).
o LCN (Low Copy Number) of low template DNA (minimale sporen).
- Vergelijking: komt profiel spoor overeen met profiel van verdachte?
- Interpretatie bron van spoor, random match probability.
o En minder vaak, maar ook in toenemen mate: wanneer werd het spoor
achtergelaten? Hoe is het daar gekomen? Wat voor soort cellen zijn het?
o Context is belangrijk: welk bewijsmateriaal? Waar is het gevonden? Relatie
materiaal en slachtoffer/verdachte/dader.
Beeldonderzoek
- Vragen Wat staat er op de kentekenplaat? Zijn deze beelden gemanipuleerd? Wat
is de snelheid van de auto in de video? Is de persoon in de afbeelding de verdachte?
Kogelbaan reconstructie; 3D-visualisatie.
- Bewijsmateriaal afbeeldingen, video’s, plaats delict.
- Analyse bijvoorbeeld gezichtsvergelijking a.d.h.v. reconstructie.
3