Week 2 Diagnostiek bij kindermishandeling en uithuisgeplaatste jeugdigen
o Handboek Forensische Orthopedagogiek:
H7, 11, 16 en 17
o Boek Uithuisgeplaatste jeugdigen:
H1, 5, 6, 16 en 17
FO H7 Kernpunten
Etiologie van - Risicofactoren spelen een prominente rol in verklaringen voor
kindermishandeli kindermishandeling
ng en - Vooral het samenspel van factoren op verschillende niveaus is
verwaarlozing bepalend voor de hoogte van het risico op (herhaling van)
kindermishandeling
- Grondige kennis over etiologie ontbreekt door obstakels in etiologisch
onderzoek.
- Toekomstig onderzoek moet zich richten op blootleggen van causale
verbanden tussen risicofactoren en kindermishandeling.
Toekomstig onderzoek (naar causaliteit tussen risicofactoren en kindermishandeling)
moet voldoen aan:
1. Logisch theoretisch verband tussen een risicofactor en kindermishandeling dat
verklaart hoe de risicofactor leidt tot kindermishandeling
2. Een empirisch verband tussen risicofactor en kindermishandeling (statistisch
significant)
3. Logische tijdsvolgorde, waarbij risicofactor (oorzaak) voorafgaat aan het gevolg
(kindermishandeling)
4. Controle voor interveniërende variabelen (covariaten)
Veel onderzoek voldoet niet aan bovenstaande voorwaarden waardoor er
weinig kennis is over etiologie.
Kindermishandeling:
Definitie volgens de Nederlandse Jeugdwet, artikel 1.1 = elke vorm van
voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van
fysieke, psychische en seksuele aard, die de ouders of andere
personen t.o.v. wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid
of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen
Waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden
berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch
letsel.
Passieve vorm van kindermishandeling: in de vorm van fysieke,
emotionele en medische verwaarlozing of het kind getuige laten zijn
van (huiselijk)geweld wat voor het kind een traumatische gebeurtenis
kan zijn
Actieve vorm van kindermishandeling: in de vorm van fysieke
mishandeling, emotionele mishandeling of seksueel misbruik
Heeft ernstige negatieve invloed op ontwikkeling van kind, zowel op
gezonde biologische ontwikkeling als cognitieve en emotionele
ontwikkeling.
1
, Obstakels in etiologisch onderzoek
Gebrek aan eenduidige definities;
Deze verschillen over landen. In NL is bijv. corrigerende tik verboden bij de wet.
Ook verschillen tussen culturen en etnische groepen
Kunnen veranderen met de tijd
Verschillende mishandelingsvormen komen vaak tegelijk voor (poly-victimization )
en sprake van andere problemen zoals armoede en gebrek aan
opvoedvaardigheden etc.
Hierdoor zijn factoren die tot mishandeling leiden moeilijker te achterhalen.
Moeilijk om juist vast te stellen welke kinderen wel en niet slachtoffer zijn van
mishandeling.
Diagnostiek bij (vermoeden van) kindermishandeling is complex, vereist
multidisciplinair onderzoek, maar wordt in wetenschappelijk onderzoek
vaak niet uitgevoerd
Vaak worden registraties opgevraagd, maar hierdoor risico op
onderschatting van prevalentie. (naar schatting wordt meer dan 90% niet
gemeld.)
Zelfrapportage wordt gedaan, maar is retrospectief en dit is minder
betrouwbaar door bijv. vertekende / vergeten herinneringen.
Monocausale Monocausale theorieën (één oorzaak van mishandeling centraal)
theorieën Gehechtheidstheorie (Bowlby & Ainsworth):
slechte ouder-kind relatie zorgt voor veel stress rondom het kindgedrag kan
leiden tot mishandeling van het kind. (nadruk op verstoorde moeder-kind band)
Psychodynamische verklaring (Freud):
afwijkende mentale processen bij de ouder (bv. zelfs mishandeld vroeger) zorgt
voor een verstoorde ouder-kind relatie bij het eigen kind. Dit kan leiden tot
mishandeling van het eigen kind. (nadruk op verstoorde moeder-kind band)
Leertheoretisch perspectief:
Kindermishandeling is aangeleerd disfunctioneel gedrag. Ouders hebben te
weinig adequaat gedrag geleerd in de eigen ontwikkeling en weten niet hoe zij
gedrag aan de eigen kinderen moeten leren.
Cognitief georiënteerde verklaringen staan recht tegenover de leertheoretische
verklaringen, omdat daarin niet het mishandelende gedrag van ouders centraal
staat, maar de manier waarop ouders hun kind en zijn/haar gedrag
waarnemen. Als beeldvorming van ouder over kind negatief is, wordt dit gezien
als oorzaak van mishandeling
Tegenwoordig is er overeenstemming dat er meerdere oorzaken zijn voor
kindermishandeling. Veelal ontbreekt in de monocausale verklaringen sociale en
omgevingsfactoren.
Ecologische modellen; houden rekening met interactie, risicofactoren en (sociale)
omgeving.
Risico- en Risicofactoren en protectieve factoren:
protectieve - Causaal verband is voor de meeste factoren niet wetenschappelijk
factoren aangetoond.
- Effecten van risicofactoren niet voor alle mishandelingsvormen
hetzelfde
- Armoede leidt lang niet altijd tot kindermishandeling
2
, Lage SES (omgevingsfactor);
Leidt tot 6,8 keer zo grote kans op kindermishandeling.
Onduidelijk waarom dit zo is. Mogelijk door ouderlijke stress door de
armoede, of lagere fysieke en psychische gezondheid (die in verband staat
met armoede), wat zorgt voor slechte ouder-kind relatie, wat zorgt voor
mishandeling.
Negatieve effect van SES kan worden opgeheven door sterk ondersteunend
sociaal netwerk (protectieve factor)
Ouderfactoren:
agressieproblemen, psychische problemen, middelengebruik, het hebben
van een verstandelijke beperking, intergenerationele overdracht , gebrekkig
pedagogische besef
Risicofactoren voor seksueel misbruik:
Naast ouderfactoren die een rol spelen bij kindermishandeling, spelen hier
kindfactoren meer mee.
Kwetsbaarheidsfactoren zoals een lichamelijke of verstandelijke beperking
bij het kind, seksueel misbruik is minder gerelateerd aan ouder-kind relatie
zoals bij andere vormen van mishandeling
Externaliserende en internaliserende problemen bij het kind:
leiden tot stress bij ouders
Multicausale Sociaal ecologisch model (Belsky, 1980) (gebaseerd op ecologisch model van
theorieën Bronfenbrenner).
brengt risicofactoren gerelateerd aan het kind, de ouders en de sociale omgeving
samen in één theorie.
Benadrukt dat kindermishandeling meerdere oorzaken heeft.
Factoren die dichter bij het kind staan (‘nabijheid’) wegen zwaarder (bv.
psychische problemen bij de ouder) dan factoren die verder weg zijn
Sociaal-ecologisch (overheidsbeleid over mishandeling)
Model van Belsky Het risico op kindermishandeling wordt bepaald door de interactie (balans)
tussen risico- en beschermende factoren op vier verschillende niveaus:
1. Het verleden van de ouders die het kind mishandelen (=
ontogenetische ontwikkeling)
2. Eigenschappen van het kind en het gezin
3. Eigenschappen van het werk van de ouders, de gemeenschap en
mate van sociale steun
4. De houding van de maatschappij t.a.v. kindermishandeling
Transactioneel model (Cicchetti & Rizley) 1981:
Transactioneel Risicofactoren bestaan uit kenmerken van de ouders, kenmerken van het kind en
model Cicchetti & kenmerken van de sociale omgeving van het kind. Dit is dus iets minder
Rizley uitgebreid dan het eerdere model.
De risicofactoren in één sociaal systeem beïnvloeden de uitkomsten en
processen van de andere sociale systemen (= transactie).
Transacties beïnvloeden elkaar wederzijds en zijn bepalend in het risico op
kindermishandeling.
Ook in dit model hangt de kans op mishandeling af van de balans tussen de
factoren:
1. Permanente/langdurige risicofactoren:
bijv. een mishandelde ouder
2. Permanente/langdurige beschermende factoren:
3