M Staats- en bestuursrecht 16-17 Wetgevingsleer Thuisopdracht I, 12-09-2016
Verdieping Staats- en bestuursrecht Wetgevingsleer I 2016-2017
Inleiding. Wetgevingsleer. Wetgeven in een democratische rechtsstaat. Europeesrechtelijke
aspecten.
Opdracht 1 (week 2)
Inleveren via Blackboard uiterlijk maandag 12 september 2016 om 12.00 uur
In het boek wordt bij de beoordeling van de (juridische) kwaliteit van wetgeving onderscheid
gemaakt tussen het positieve recht, en de rechtspolitieke desiderata van de democratische
rechtsstaat. Beoordeel het hieronder opgenomen (fictieve) koninklijk besluit op het punt van het
positieve recht.
Gebruik voor uw beantwoording maximaal 400 woorden!
Besluit van 20 juni 2016, houdende regels inzake baliekluiven (Besluit
baliekluiven)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 15
juni 2016, kenmerk 135399, directie Subsidies;
Gelet op artikel 3, derde lid, van de Wet veiligheidsregio’s;
De afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 7 mei 2016, nr.
W01.14.0228/1);
Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
van 14 juni 2016, kenmerk 135589;
Hebben goedgevonden en verstaan:
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALING
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder:
a. Onze Minister: Onze Minister voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
b. baliekluiven: zonder enig redelijk doel rondhangen op of aan een brug.