Organisatie en management handboek – Marcus & van Dam
Beknopte samenvatting
Inhoudsopgave
1. OMGEVINGSINVLOEDEN.................................................................................................................................1
2. STRATEGISCH MANAGEMENT.........................................................................................................................2
10. BESTUDERING..............................................................................................................................................10
11. STRUCTURERING.........................................................................................................................................11
12. CULTUUR.....................................................................................................................................................21
1. OMGEVINGSINVLOEDEN
1.1 Organisaties:
Omgeving: partijen en belanghebbende (afnemers, leveranciers, concurrenten)
Omgevingspartijen hebben invloed op organisaties
Organisaties hebben ook invloed op de partijen (reclame, informatie, voorlichtingen)
Omgevingsinvloeden of omgevingsfactoren: door organisatie zelf te beïnvloeden, zijn van groot
belang (economische-, technologische ontwikkelingen)
1.2 Invloed van partijen (machtsposities):
1. Afnemers:
Oefenen vraag uit naar producten, diensten (bestaansrecht van organisatie)
Organisatie moet rekening houden met behoeftes
Op de hoogte blijven de verandering binnen de behoeftes
Invloed klanten = van levensbelang
2. Leveranciers:
Organisatie stelt eisen aan producten/diensten van andere (kwaliteit, prijs, levertijd)
Eigen producten zijn van deze producten afgeleid
Verandering keuze leveranciers: voorheen lokaal, nu internationaal
Klant wil steeds minder voorraad ‘just-in-time’ leveringen zijn gewenst
3. Concurrentie:
Bepalen de speelruimte die organisaties hebben op de markt van aanbod, prijs-kwaliteit,
distributiekanalen
Van belang om concurrentie te traceren en te analyseren naar marktpositie
4. Vermogensverschaffers:
Goede relatie onderhouden (aandeelhouders, financiële instellingen, overheid)
Wanneer vermogensverschaffer ontevreden raken geldkraan dicht
Bij grote ondernemingen vertegenwoordigd binnen raad van commissarissen
5. Werknemers:
Belangrijkste kapitaal van organisatie (kritische succesfactor)
Spelen een steeds grotere rol (21e eeuw: hoger opgeleid, geëmancipeerd,
individualistischer)
Medezeggenschap: invloeden uitoefenen op keuze van organisatie, moet rekening mee
worden gehouden
6. Belangorganisaties:
, Organisatie & management
Behartigen belangen van bepaalde groep (werknemers: FNV, werkgevers: VNO & NCW)
7. Overheidsinstellingen:
Beïnvloeden organisatie doordat ze toezien op naleving van regels door overheid
8. Media:
Media richt zich op alles wat zich in de samenleving afspeelt (social media, nieuws)
Noodzakelijk om kritisch te kijken naar nieuws (nepnieuws)
Media hebben grote invloed op publieke unie
2. STRATEGISCH MANAGEMENT
2.1 Strategisch management:
Het zorgdragen voor een juiste afstemming op de omgeving
Het permanent op peil houden en ontwikkelen van bekwaamheden, die nodig zijn om
eventuele noodzakelijke wijzigingen in de strategie te verwezenlijken
Het gaat om het vaststellen van een strategie door het management
Strategische keuzes hebben te maken met hoe een organisatie een bepaalde groei wil behalen
door middel van:
o Autonome groei
o Kiezen voor samenwerking
o Aangaan van fusies of organisatie over te nemen
Strategie:
Een plan waarin staat aangeven wat een organisatie wil doen om haar doelstellingen te
behalen
Plannen is een van de belangrijkste taken in het management
2 benaderingen van strategisch management:
1. Klassieke inrichting (Porter):
Strategisch management = een strategische planning
Onderneming vindt door strategisch plannen een evenwicht tussen de middelen, sterkte
en zwakte binnen de onderneming en kansen en bedreigingen vanuit omgeving.
2. Nieuwe of moderne inrichting (Mintzberg):
Strategisch management = strategisch denken
Huidige turbulente omgeving laat zich niet meer in kwantitatieve analytische modellen
vatten
2.1 Klassieke bandering strategisch management:
De organisatie richten op de omgeving (analyseren van sterke en zwakke gebieden en
scannen naar bedreigingen of kansen)
Proces bestaat uit 3 fasen:
1. Situatieanalyse
2. Strategie vorming
3. Planning en implementatie
2.2.1 Situatie analyse:
Strategische audit of SWOT analyse
Vaststellen van huidig profiel van organisatie intern en extern
Bestaat uit:
, Organisatie & management
1. Definitie van huidige visie, doelstellingen en strategie
2. Intern onderzoek
3. Extern onderzoek
(1) Definitie van huidige visie, doelstellingen en strategie:
Visie:
Algemeen gedachtebeeld/voorstelling van de toekomst van een organisatie
Missie + principes = visie
Visie als operationeel management instrument heeft invloed op bedrijfsvoering door:
o Motiveren werknemers
o Focussen op medewerkers op relevante activiteiten
o Scheppen van kader zodat medewerkers weten hoe activiteit moet worden doorgevoerd
en past binnen het groter geheel
o Zorgt voor samenhang en sturing van overige instrumenten
o Elementen zijn herkenbaar en komen tot uitdrukking in visie
Missie:
o Bestaat uit beschrijving van product-markt-combinaties
o Manier waarop structureel concurrentievoordeel kan worden gerealiseerd
Principes: berekening op normen en waarden met de aspecten:
o Kwaliteit komt eerst
o Klant komt eerst
o Wij zijn betrouwbaar en integer
o Onze medewerkers zijn onze kracht
o Persoonlijke ontplooiing staat voorop
7S-model analyseert visie als managementinstrument:
1. Structuur: beschrijving van organisatie, organisatieschema, arbeidsverdeling, kan op
tijdelijke basis worden veranderd
2. Systemen: informatie- en communicatiestromen, formeel en informeel, binnen organisatie
3. Stijl van management: gedragspatronen die karakteristiek zijn voor topmanagers in
organisatie, heeft grote invloed
4. Staf: aandacht voor totale human resources binnen organisatie
5. Sleutelvaardigheden: vaardigheden waarin onderneming uitblinkt en onderscheid
6. Strategie: plan waarin staat hoe organisatie doelstellingen wil realiseren
7. Significante waarde: de visie
Organisatiedoelen:
Worden gedefinieerd op basis van visie
Geven relatie aan tussen organisatie met omgeving en werknemers
Inhoud is belanghebbend voor organisatie (vermogensverschaffers)
Is van belang om strategieën op af te stemmen en te toetsen
Betrekking op een of meer onderwerpen:
o Belangenevenwicht: betrouwbaar voor klanten, personeel, leveranciers, etc.
o Winstgevendheid: streven naar winst voor klanten en onszelf
o Kwaliteit: leveren van foutloze, perfecte producten en op tijd
o Effectiviteit en efficiency: aanmoedigen van personeel, vaststellen en plannen van targets
o Imago: toonaangevende leverancier van producten en diensten
o Gedragsregels: gedisciplineerd en houden ons aan ons woord
Strategie:
Wordt gekozen na analyse doelstellingen
Belangrijk om te zien in welke mate doelstellingen met strategie zijn bereikt
Is huidige strategie succesvol?
(2) Intern onderzoek:
Bedrijfsdiagnose
Zwakke en sterke kanten ontdekken van organisatie