Samenvatting zinsontledeging
Zinsontledeging:
Persoonsvorm:
Vraagzin maken en pv komt vooraan te staan
Bij samengestelde zinnen, dan twee pv’s. bij ‘en’, ‘dat’ en ‘komma’
Ongerwerp:
Wie/wat + pv?
Loos ongerwerp: het
Herhaledeng ontwerp: dat, die
Pledaatsongerwerp: er
Als er loos onderwerp is, geen onderwerp
Als er plaatsonderwerp is, wel onderwerp
Bij gebiegenge wijs geen ongerwerp!
Voorbeeledg: Laat merken dat u hoge verwachtngen van leerlingen hebt
Werkwoorgeledijk gezegge:
Aledlede werkwoorgen: DOEN
Als ‘zich’ niet vervangbaar is Piet schaamge zich/herinnerge zich/vergiste zich.
Wel vervangbaar is bijv: Karel waste zich: Karel waste ge baby:
Ook vervangbaar is: zich scheren. Zich vervangbaar ander woord. NIET WW gez.
Te hoort bij ww gez.
Ook zich, me, je, ons, als het niet weglaatbaar of vervangbaar is.
Samengesteledge werkwoorgen
Inhalen: halen in, boekhouden; hield boek, wegsterven; sterf weg
Werkwoorgeledijke uitgrukking
Rekening houden, hield rekening, fater slaan, heb fater geslagen, poets bakken, had
poets gebakken.
Naamwoorgeledijke gezegge:
Koppeledwerkwoorg en nw-geeled (woorg(en) gie iets zegt over ongerwerp): ZIJN
Werkwoorgeledijke gezegge = DOEN
Naamwoorgeledijke gezegge = ZIJN (soms fguurledijk taaledgebruik!)
1e vraag: wat + koppeledwerkwoorg + ong = antwoorg: DOEN of ZIJN?????
2e vraag: wat + koppeledww + ong = nw-geeled = nw. gez
Koppeledwerkwoorg: ZWoBBeLS en Het Dronken Vliegtuig
,o Zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen.
o Zou is een koppel ww
o Laatste ww is vaak koppeled ww
o schijnt een bewonder te zijn (koppeled ww) nw gez.
o schijnt modernste te worgen (koppeled ww)
o zou te koop zijn (koppeled ww).
Bestaat uit ww geeled, nw geeled en koppeledww.
Drie echte koppeledwerkwoorgen: zijn, worden en blijven
De angere kunnen aangevuledg worgen met ‘te + een van geze koppeled ww.
o Fred schijnt ziek: Fred schijnt ziek te zijn.
o De directeur leek boos. De directeur leek boos te blijven.
UITDRUKKING, geen pledaats!
o Rudi was in ge woledken (daar was hij NIET) --> fguurlijk taalgebruik! --> nw. gez.
o Het vliegtuig was in de wolken (daar was het vliegtuig/plaats) --> ww. gez.
o Mieke is in de keuken. Is = bevindt is. Dus is = ww. gez
o Mieke is in ge zevenge hemeled. Is in de zevende hemel = is heel blij (dat is ze): nw. gez
Vervangeng koppeledwerkwoorg:
- staan, zitten en valedleden voor ZIJN & raken voor WORDEN.
o Dat STOND nog te bezien (is nog te bezien)
o Lodewijk ZAT om geld verlegen (is geld verlegen)
o Die beslissing VIEL hem moeilijk (was moeilijk)
o De jongens raakten handgemeen (werden handgemeen)
GEEN Koppeledwerkwoorg
Werkwoorgen: zijn, worgen, bledijven, schijnen, enz. zonger nw. geeled, gan geen koppeled
ww, maar ZELFSTANDIG WW!!!!
o Mieke WAS in de kamer zijn = zich bevinden DOEN
o Wat niet is, kan WORDEN worden = ontstaan DOEN
o Zon SCHIJNT fel schijnen = licht geven DOEN
o Emmy BLIJFT vanavond blijven = vertoeven DOEN; ww
WEL koppeledwerkwoorg
, o De voorzitter schijnt ziek = ZIJN/is
o Emmy blijf boos vanavond = ZIJN/is
DIT GOED DUIDELIJK MAKEN DOOR: pv vervangen goor infniief (helede ww)
o Zon SCHIJNT fel schijnen = licht geven = DOEN
Het fel/felle schijnen van de zon --> ZELFST.WW
o De voorzitter schijnt ziek = ZIJN/is
Het ziek/zieke schijnen van de voorzitter (kan niet!) --> NW.GEZ
o Emmy blijf lang vanavond. = DOEN
Het lang/lange blijven van Emmy --> ZELFST. ww
o Emmy blijf boos vanavond. = ZIJN/is
Het boos/boze blijven van Emmy (kan niet!) --> NW. GEZ
Verschiled ww gez. en nw. gez: DUBBELZINNIGHEID!
o Alie en Ed zijn gisteren getrouwd
Vergelijkbaar met: Alie en Ed trouwde gisteren (ww. gez)
o Alie en Ed zijn sinds gisteren getrouwd
Vergelijkbaar met: Alie en Ed zijn sinds gisteren echtgenoten (nw.gez)
Bij nw. gez het ww verangeren goor woorg van toestang
Ook guigeledijk goor: aleds pv achteraan staat verschiledledenge voledgorgemogeledijkhegen
- Ww. gez: 2 voledgorgemogeledijkhegen
- Nw. gez: 1 voledgorge mogeledijkhegen
o Ik weet dat Loes gisteren vertrokken is. DOEN
o Ik weet dat Loes gisteren is vertrokken: ww. gez
o Ik weet dat Loes ziek is. ZIJN
o Ik weet dat Loes is ziek. (KAN NIET!): nw. gez
o Hij merkte dat de soep met veel kruiden was bereid. DOEN
o Hij merkte dat de soep met veel kruiden bereid was (ww.gez)
o De luitenant zei dat het peloton bereid was. ZIJN (was bereid; zegt over peleton)
o De luitenant zei dat het peloton was bereid (KAN NIET!): nw. gez
, Nw geeled zegt iets over het ongerwerp
Voorbeeledgen van nw. Gez:
o Mijn vader is vijftig jaar nw gez.
Vijfige jarige vader
o Mijn vader is op zijn studeerkamer ww gez.
o Op zijn kamer zegt niks over mijn vader.
o Zuid-Korea en Singapore zijn voorledopers op technologisch gebied.
o Nw. Gez: zijn voorlopers koppelwerkwoord en woord dat iets zegt over ond.
Tip:
Als je koppelww ziet, dan checken of nw gez. Is gaat het over het onderwerp?
ZIJN
Bij nw deel nooit tjdsbepaling (in korte tjd, eeuwig) of plaatsbepaling
Stap 1: zie je koppeledww?
o Ja kijken of het nw gez is? Zegt het iets over het onderwerp? ZIJN
o Nee ww gez. En lijdend vw. DOEN
Bij nw gez. geen bijwoorden: zoals uiteindelijk, echter, allerminst
Lasige zinnen:
Letterledijk en fguurledijk:
o Johannes is in zijn achtertuin: ww gez door plaats, zegt niks over onderwerp: ZIJN
o Johannes is in zijn knoledledentuin: nw. gez door knollentuin (fguurlijk: tevreden ZIJN)
o De kamer is gisteren behangen door de buurman: ww gez: letterlijk taalgebruik DOEN
o De kamer is sinds gisteren behangen: nw. gez: fguurlijk (decoratef) ZIJN
o Die beslissing is hem moeiledijk gevaledleden: nw. gez (fguurlijk). Beslissing niet echt
gevallen. Zegt iets over onderwerp: ZIJN
o Willem is van de trap gevallen: ww. gez (letterlijk) DOEN
DOEN (ww.gez) EN ZIJN (nw gez)
o De bloemen zijn door Andrea heel artstek geschikt: ww. gez: DOEN
o De bloemen zijn niet voor begrafenissen geschikt: nw gez: ZIJN; over de bloemen
o Dat boek is niet voor kinderen bestemg: nw: koppelww en zegt iets over boek ZIJN.