Engels
Samenvatning BBG t/m hoofdsngtuk 14.
Hoofdsngtuk 2 Tijden van ‘to be’
Voltooid tegenwoordige tijd (present perfect): have/has + been.
Voltooid verleden tijd (Past perfect): alle personen, had been.
Hoofsngtuk 3 sngpellining
Na medeklinker, verandert Y in IE. (My Mie)
De L wordt altijd verdubbeld, behalve met klinkers ervoor.
Aardrijkskundige namen geen koppelteken in het Engels. (South Africa).
Schrijfwijze datum: 1 May, May 1, 1st May, May 1st.
Full in samenstelling altijd ful. (Beautiful, wonderful, successful)
Till met dubbele L, maar until met 1 L.
Hoofdsngtuk 4 Woordvolingorde
Woorden van onbepaalde tijd. (Geven aan hoe vaak iets gebeurt.)
Always, never, ofen, sometimes, still, usually, rarely.
Staan:
- Vlak voor het werkwoord: I always get up at 7:30.
- Bij meerdere werkwoorden, na het eerste werkwoord: I have never met her.
- Na een vorm van ‘to be’: She is ofen ill.
- In een vraagzin na het onderwerp: Do you ofen go out?
Woorden van bepaalde tijd. (Geven aan wanneer iets gebeurt.)
Yesterday, next year, two days ago, tomorrow, in 005.
Aan het eind of begin van de zin.
We signed the contract yesterday, Yesterday we signed the contract.
Woorden van plaats. (Geven aan waar iets gebeurt.)
In London, at a fair, in the ofce.
Aan het eind van de zin.
- Plaats voor tijd. (We met him at a fair last month.)
1
, Engels
Hoofdsngtuk 5 De duurvorm/ Contnuousng
Als iets aan de gang of bezig is of was.
BE + werkwoord + ING
Tegenwoordige tijd: I am working
Verleden tijd: I was working
Toekomende tijd: I will be working
Voltooide tijd: I have been working
De eindmedeklinker wordt verdubbeld als daarvoor 1 klinker met klemtoon staat. (Shopping)
L altijd verdubbeld, behalve met klinkers ervoor. Uitzondering: Dialled
Hoofdsngtuk 6 Teingenwoordiinge tjd / Simple Presngent
Als iets nu NIET aan de gang is.
Always, ofen, sometimes, usually, rarely, never, every day, on Sundays etc.
Na medeklinker Y in IE. (My Mie)
Do, go en werkwoorden die eindigen op een sisklank, krijgen ES bij he/she/it.
Watch, Fish, Kiss, Fax
Hoofdsngtuk 7 Verleden tjd / Pasngt tensnge
MOET bij aanduiding verleden tijd. Anders is voltooide tijd ook goed.
yesterday, last week, in 001, when etc.
Werkwoord + ED
Stomme “e” vervalt.
Na medeklinker Y in IE
De eindmedeklinker wordt verdubbeld als daarvoor 1 klinker met klemtoon staat. (Shopping)
Vraagzinnen die met “when” beginnen, krijgen ALTIJD verleden tijd.
Bijv: Wanneer heef u de etikekeen besteld When did you order the labels?
Hoofsngtuk 8 & 9 Onreingelmatinge werkwoorden
Hele werkwoord Verleden tijd Voltooid deelwoord
Ontstaan To arise Arose Arisen
Dragen (kosten/pijn) To bear Bore Borne
Slaan/verslaan To beat Beat Beaten
Worden To become Became Become
Beginnen To begin Began Begun
Wedden To bet Bet Bet
Binden To bind Bound bound