In dit document is een duidelijke samenvatting gemaakt van het boek Marketing Vastgoed. Alle hoofdstukken worden behandeld behalve H5.
Vooral voor mensen die de opleiding Vastgoedkunde doen is dit handig, volgende week is namelijk de tentamenweek :)
Het is een grote samenvatting van 30 pagina'...
Marketing Vastgoed H1 t/m H4 + H6 t/m H9
H1 samenvatting
Beste manier van marketing bedrijven is die producten aan te bieden die klanten willen hebben:
o Ondernemer behaalt ondernemingsdoelen door de klant centraal te stellen
o Ondernemer kijkt naar behoeften, wensen, verlangens en problemen van de
afnemers
Bedrijven van marketing op de vastgoedmarkt:
Vroeger - Vragersmarkt
Afgelopen jaren – aanbodmarkt
Marketingconcept
Het marketingconcept veronderstelt dat de beste manier van marketing bedrijven, producten aan te
bieden die klanten willen hebben. We zeggen dan ook dat een onderneming die handelt volgens het
marketingconcept haar ondernemingsdoelen zoals winst, bereikt door de afnemer centraal te
stellen.
Een marketingconcept omschrijft wat de basis werkzaamheden zijn van de marketing. Welke kanalen
worden ingezet, ga je focussen op offline of online, wie gaat het doet en wat is het budget?
Bij een afnemer denken we aan een particuliere consument die een huis koopt maar ook aan een
onderneming die bijvoorbeeld kantoormeubilair voor het bedrijfspand koopt.
Marketingstrategie is de manier waarop een onderneming haar lange termijn doelstellingen door
marketing wil bereiken. De strategie geeft richting en is het uitgangspunt van de onderneming. We
kunnen hierbij bijvoorbeeld denken aan een breder assortiment, stel dat een makelaarskantoor
daarnaast ook nog klanten bemiddelt met hypotheken en verzekeringen.
Voor deze marketingactiviteiten formuleert de onderneming marketingdoelstellingen. Deze
doelstellingen zijn weer een afgeleide van de ondernemingsdoelstellingen. Deze stromen voort uit
de missie in H2.
,Marketing in verschillende afnemersgroepen
Consumentenmarketing. Particuliere afnemers staat centraal.
Business-to-business marketing. Hier staat de industriële afnemer centraal. Ondernemingen
in instellingen zijn de afnemer. Deze kopen ten behoeve van hun eigen productie of
dienstverlening proces.
Dienstenmarketing. Dit is het verkopen van iets ontastbaars, bijvoorbeeld taxaties of
verzekeringen.
Overheidsmarketing. Hierbij staat de overheid als klant centraal. Overheidsmarketing past
een organisatie toe als het gaat om overheidsinstellingen als doelgroep zoals ministeries en
gemeenten. Het wordt toegepast in niet naar winst strevende overheidsinstellingen.
Wat breng je in beeld als een marketeer:
Behoeften, hierop inspelen. Bijvoorbeeld door klantonderzoek te doen.
Aantal consumenten.
Aantal aanbieders. Kijken naar concurrenten.
Totale afzet van de markt.
1.5 Markten en vraag
Een markt heeft vraag en aanbod. Binnen de marketing staat de vraagzijde centraal. We kunnen
diverse aspecten van die markt in kaart brengen, zoals het aantal consumenten op die markt, het
aantal aanbieders en de totale afzet op die markt. Een voorbeeld van de vraagzijde binnen
marketing is bijvoorbeeld doordat Ryan Air focust op goedkope prijzen, omdat deze er nog niet
waren.
Vraagbegrippen
Initiële vraag is de vraag naar goederen en diensten door afnemers die het product voor het
eerst aanschaffen. Zoals een wasmachine voor het eerst kopen.
Vervangingsvraag. Wanneer iets kapotgaat dan vervangt de consument deze.
Additionele vraag is de vraag naar een 2e of 3e exemplaar van een product. Zoals een 2e auto
Soortvraag. Wat is de vraag naar een productsoort. Zoals auto’s.
Merkvraag. Dus welk merk wil de consument? Bijvoorbeeld Rabo Hypotheken.
Uitbreidingsvraag. Optelling van initiële en additionele vraag.
Primaire vraag. Is de vraag naar een bepaald productsoort zoals mobiele telefoons
Secundaire vraag. Is de vraag van een bepaald merk. Oftewel merkvraag. Zoals Apple.
Oorspronkelijke vraag. Is de vraag die de finale consument op de markt uitoefent.
Afgeleide vraag. Is de vraag naar goederen en diensten die nodig zijn voor
productieprocessen.
Latente vraag. Is de vraag behoefte die onzichtbaar aanwezig is bij consumenten. De
consument realiseert zich nog niet dat deze behoefte bestaat. Bijv. Hello Fresh.
Marketing miopia. Dingen van dichtbij zie je goed, van verder weg niet.
,1.6 Model van Abell
De business definition geeft het werkterrein van de onderneming op de markt weer. Deze wordt
algemeen weergegeven aan de hand van 3 grootheden:
Behoefte. ''probleem'' wat de markt ervaart. Een behoefte is een probleem, een tekort dat
de afnemer ervaart. Bijv. auto willen rijden.
Technologie: manier om in de behoefte te voorzien. Huren of kopen, typte huis, ligging van
het huis. Bijv. Auto huren/kopen/leasen
Afnemersgroepen: op welke groepen de onderneming zich richt, zoals
consumentenmarkten, of bijvoorbeeld gezinnen, jongeren of alleenstaanden.
Model van Abell. Dit is de kern van de business definition en wordt ook wel business domain
genoemd. Business definition geeft antwoord op de vraag om welke business het nu gaat en is
daarmee concreter dan de ondernemingsmissie. De onderneming gaat meer in detail in op de drie
grootheden, behoefte, technologie en afnemersgroepen.
Samengevat geeft dit aan met welke activiteiten de onderneming zich op de markt begeeft. De
business function moet passen binnen de ondernemingsmissie. Deze geeft het wezen van de
onderneming weer. De basisstrategie, reden van bestaan en de functie die de onderneming wil
vervullen.
De missie zegt iets over de terreinen waarin de onderneming nu, en in de toekomst actief wil zijn.
We spreken ook wel van domein of scope. De missieformulering verwoordt de visie op de
onderneming voor de komende 10 tot 20 jaar.
, 1.7 Concurrentie
Soorten concurrentie:
Behoefteconcurrentie. De strijd om de euro van een consument. Bijvoorbeeld kiezen voor
een nieuwe keuzen of op cruise gaan. In een economisch slechte periode zal de strijd om de
euro erger zijn.
Generieke concurrentie. Alternatieven binnen dezelfde behoefte. Wonen in een huis, op een
woonboot, in een tent enzovoort.
Producttypeconcurrentie. Concurrentie tussen verschillende typen van een product. Zoals
een twee onder een kap woning en een villa.
Merkenconcurrentie. Concurrentie van merken op productenniveau. Zoals samsung en
apple. Deze vorm van concurrentie is het meest herkenbaar.
1.8 Marketingmodellen
Marketingmix
Product. Wat biedt men aan? Het merkimago telt ook mee.
Prijs. Tegen welke prijs?
Plaats. Ook wel distributie genoemd. Hoe komt het product bij de consument?
Promotie. Alle activiteiten die bedoeld zijn om met de markt te communiceren en hierdoor
de verkoop te bevorderen.
Personeel. Denk aan klantvriendelijkheid.
3 P's voor makelaars:
Plek
Prijs
Presentatie.
3R-Model is relatiegericht
Reputatie. Het beeld dat de afnemer van het merk heeft.
Relatie. Ondernemer wil relatie met de klant opbouwen.
Ruil. Het overeenkomen dat het product wordt aangeschaft door de consument.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Rutgermvdb. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.