100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Basisboek Methoden en Technieken €4,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Basisboek Methoden en Technieken

 41 keer bekeken  2 keer verkocht

Samenvatting van het HELE boek Basisboek Methoden en Technieken voor het vak Methoden en Technieken (AOLB2)

Voorbeeld 3 van de 19  pagina's

  • Ja
  • 22 oktober 2018
  • 19
  • 2017/2018
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (4)
avatar-seller
l09
H0: Wat is onderzoek?

0.1 Wat is onderzoeken
Er valt iets op (waarneming)  je ontwikkelt een idee (theorie)  je toets dat idee (onderzoek)
Onderzoek moet antwoord geven op vragen, door het verzamelen van kennis. Taak van de
onderzoeker is niet om het probleem op te lossen, maar om inzicht te verkrijgen met informate.
Vragen stellen wordt niet altjd gewaardeerd: alternatve facts.
Normateve vragen: rechtvaardig, goede, beste / esthetsche vragen: mooi (waarden/normen)
Normateve en esthetsche vragen zijn niet te beantwoorden. (vb: mooi, rechtvaardig, het beste)
Naïeve kennis

0.2 Wat is het verschil tussen naïeve en wetenschappelijke kennis?
Niet alle kennis is gebaseerdop onderzoek  naïeve kennis. Gebaseerd op: gewoontes (het is altjd al
zo), wishful thinking (mensen willen graag gelijk hebben  placebo’s), meningen van autoriteiten,
ideologie (levensopvatngen), intuïte (versus rato).
Traditonele westerse wetenschappelijke kennis is gebaseerd op empirisme en ratonaliteit

0.3 Wat is wetenschappelijk verantwoord onderzoek?
Fundamenteel onderzoek: onderzoek dat ten behoeve van de wetenschap wordt uitgevoerd
Toegepast onderzoek: onderzoek dat ten behoeve van de praktjk wordt uitgevoerd. Gericht op
helpen oplossen van praktsche problemen (wel op wetenschappelijke wijze)
Grens is inmiddels niet meer zo duidelijk: fundamenteel onderzoek kan bijv. erg praktsch zijn.

Verantwoord wetenschappelijk onderzoek:
1. Replicateeeis: bevinding is
niet afankelijk van de
onderzoeker: andere
onderzoekers moeten hetzelfde
kunnen vinden  eerlijk en
controleerbaar
e Rol (on)bewuste
beïnvloeding: vooral bij
toegepast onderzoek
(belangen van
opdrachtgever in strijd
met resultaten van
onderzoek)
e Rol toeval: in termen
van waarschijnlijkheid,
resultaten vallen anders
uit bij herhaling
2. Publicateeeis: onderzoek
moet gepubliceerd worden in
rapport, artkel of boek
3. Systematsch: het volgt de
wetenschappelijke cyclus (empirische cyclus)


0.6 Wat is empirisch kwanttatei onderzoek?
Positvisme: achterliggende ilosoie die zich op de waarneembare feiten baseert  empirisch,
kwalitatef onderzoek. aaar: sociale constructen gecompliceerde begrippen als gezag, motvate etc.


1

,Ecologische validiteit: geldigheid van onderzoeksresultaten in de dagelijkse levenssituate
Realisme: onderzoek in realelife situates, grote ecologische validiteit (verdeeld qua soort onderzoek)




H1: Wat zijn mijn onderzoeksprobleem, doelstelling en onderzoeksvraag?

1.1 Wat is mijn probleemstelling?
Probleemstelling = vaak vormt een praktsch probleem de aanleiding voor onderzoek: vage, globale
weergave van het probleem. Afomstg van opdrachtgever, politek, overheid etc.
Bij toegepast onderzoek: vrijwel altjd praktsch probleem als aanleiding. De onderzoekers lossen de
praktjkproblemen niet zelf op, maar leveren kennis om daarbij te helpen.
Belangrijk: het doel, de mogelijke consequentes, de rol van onderzoeker (informate)
Aantal zaken moeten worden vastgesteld:
1) Wat is het probleem?  Onderzoeksvraag
Geen managemente, beleidse of normateve vragen. Normateve vragen: vragen die je niet
met onderzoek kunt oplossen. Bijv. Wat is de beste? Volgende stap: Wat is er voor kennis
nodig voor beantwoording van de vraag. Volgende stap: voor jezelf bepalen of je mee wilt
werken aan de oplossing van het probleem (ethiek?)
2) Hoe groot is het probleem? Is het de moeite en kosten waard om een nieuw onderzoek te
starten?  Literatuuronderzoek: kijken naar vorige onderzoeken. Vertrouwen in een
positeve bijdrage van het onderzoek? (soms kan het niet)
3) Wat is de aanleiding? Belangrijk om af te spreken aan wie je verantwoordelijkheid af moet
leggen  wie is de opdrachtgever?
4) Voor wie is het een probleem? Voor wie heef het gevolgen? Wie zijn er allemaal bij
betrokken en wat is jouw rol als onderzoeker daarbij? Welke belangen heef iedere partj?
5) Wat zijn de gevolgen van het probleem? Grote gevolgen  grotere last op onderzoeker,
zeker als deze negatef zijn
6) Welk deel moet worden onderzocht en bij wie?
7) Wat moet het onderzoek opleveren?
Doelstelling: doel van het onderzoek.
Instrumenteel onderzoek: het ontwerpen en testen van instrumenten

1.2 Is er al iniormate aanwezig?
1.2.1 Is er bestaande informate?
Vraagstelling  Oriëntate  Is er al bestaande informate of zelfs onderzoek? Goede bron:
proefschrifen: volledig overzicht van stand van zaken op het terrein + referentelijsten.
Als tjdens het bronnenonderzoek blijkt dat er al relatef veel informate is, kun je de opdrachtgever
nogmaals de vraag voorleggen of het onderzoek gezien deze informate nog relevant is.


2

, 1.2.2 Wat is het nut van gebruik van bestaande informate?
1. Inzicht in kennis over thema (waar baseren anderen zich op?)
2. Wat voor opzet (methode) gebruiken anderen?
3. Hoe deiniëren anderen vergelijkbare kenmerken (variabelen)?

1.2.3 Hoe ga je op zoek naar informate?
1. Vertalen en deiniëren van onderzoeksbegrippen  (vak)woordenboeken, thesaurus (ofciële,
brede, smalle, verwante zoektermen). Descriptor: ofciële vaktermen die als labels aan publicates
worden gehangen. Keywords: minder gebonden aan ofciële zoektermen (meer, minder relevant)
2. Waar ga je zoeken? Zoekmachines met wetenschappelijke artkelen of met wetenschappelijke
boeken en rapporten. Voordeel Google Scholar: cited by, related artcles. Grijze publicates: bijv.
Rapporten van ministeries en overheidsinstantes (vaak goed overzicht)  GLIN (Picarta)
3. Wat is mijn zoekstrategie?
4. Hoe controleer je of je volledig bent geweest? aeest recente artkel: 8% van bronnen verwerkt.
Stappen: doel, begrippen, ofciële zoektermen, overzichtsliteratuur, recente literatuur,
vakgerelateerd zoeken met namen en zoektermen, relevante boeken, grijze literatuur

1.3 Wat is mijn onderzoeksvraag?
Informate die bij kan dragen aan oplossing van praktjkprobleem  onderzoeksvragen
Stappen: voorlopige onderzoeksvraag e sube of deelvragen – is het een vraag? – is het een gesloten
vraag? – alternateve formuleringen (smaller/breder) – deiniteve onderzoeksvraag
Kwanttatef onderzoek: bedoeld om zaken vast te stellen. Heef iets efect? (gesloten vraag)
Kwalitatef onderzoek: bedoeld om dingen te ontdekken (als het helpt, waarom zou het helpen?)

1.4 Wie oi wat zijn de onderzoekseenheden?
Eenheden: op wie heef de vraag betrekking? Over wie/wat wil je uitspraken doen? Groepen,
bedrijven, organisates, situates. Niet altjd gelijk aan respondenten! Kenmerken of eigenschappen:
ziekteverzuimpercentage.
Populate: verzameling van eenheden waar je uitspraak over wilt doen  steekproeven: selecte uit
de eenheden in de populate waarover je een uitspraak wilt doen.
Externe validiteit: in welke mate kun je de onderzoeksresultaten genereren naar de beoogde
populate?
Splitsingstechniek: breedste concept telkens splitsing (subpopulates?)

1.5 Wat zijn de kenmerken en wat is hun onderlinge relate?
Kenmerk: abstracte eigenschap van de eenheden in een steekproef (concept) (VB: geslacht/leefijd)
 wat ga je meten bij de onderzoekseenheden?
Variabele: kenmerken dat in meetbare termen is geformuleerd
Construct (Engels): ingewikkelde kenmerken als motvate of depressiviteit, aantrekkelijkheid)

1.6 Ethisch verantwoord onderzoek
Eisen betrefende de respondent:
1. Geen nadelen ondervinden (soms lastg in te schaten)
2. Op basis van vrijwilligheid: Informed consent: goedkeuring van de proefpersoon (passief of actef)
3. Juiste voorlichtng over doel en werkwijze onderzoek
4. Anonieme/vertrouwelijk verwerking gegevens

Eisen ten aanzien van de onderzoeker:
1. Eerlijk en wetenschappelijk verantwoorde methode (fraude)
2. Publicate: onderzoek is repliceerbaar (replicateeeis) en geen plagiaat



3

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper l09. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73918 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49  2x  verkocht
  • (0)
  Kopen