In deze samenvatting worden de hoofdstukken van het boek 'Psychiatrie voor de sociaal werker' (Blanken, 2016) samengevat. Dit is toetstof voor periode B SPH 3e jaar HU
Psychiatrie voor de sociaal
werker
(Blanken, C. 2016. Psychiatrie voor de sociaal werker. Houten: Bohn Stafeu van Loghum)
Hoofdstuk 1: Het biopsychosociale model
1.1 Historisch perspectief
1.1.1 Op weg naar een biologische psychiatrie
De psychiatrie is het medisch specialisme dat zich bezighoudt met de behandeling van psychiatrische
ziekten. De geboorte van psychiatrie als medisch specialisme vond plaats in de tid van de verlichtng.
Daarvoor werd ‘gekte’ vaak in verband gebracht met bezetenheid door de duivel of ‘beheksing’.
In de achtende eeuw kwam er internatonaal een brede beweging op gang die de krankzinnige als
liider aan een ziekte (patint) zag. Zii wilde patinten vooral menseliik behandelen en eigenliik
heropvoeden.
→ Philippe Pinel: De bekendste persoon van deze beweging. Was arts in Pariis en nam ‘krankzinnige’
op in wat men nu een psychiatrisch ziekenhuis zou noemen.
In deze psychiatrische ziekenhuizen gingen steeds meer artsen werken. Er ontstond behoefe aan
wetenschappeliik inzicht om op den duur tot een ratonele therapie te komen. De gedachten in de
negentende eeuw kwam van de beroemde uitspraak van Duitse psychiater Wilhelm rriesinger:
‘Geestesziekten zijn hersenziekten’.
De methode die werd gebruikt voor onderzoek was het pathologisch-anatomisch onderzoek van de
hersenen na de dood. Men ontdekte met deze methode een aantal neurologische hersenziekten.
Men ontdekte dat voor sommige ziekten specifeke oorzaken bestonden die dan ook om specifeke
therapie vroegen.
→ Het ‘infectieziektemodel’ dat toen werd ontwikkeld kan men een monocausaal model noemen:
men vind de oorzaak voor een aandoening met daarbii behorende afwiikingen in het lichaam en kan
opzoek gaan naar de daarbii passende therapie.
1.1.2 Opkomst van de psychologische benadering
De biomedische benadering bleek haar beperkingen te hebben. Voor veel psychische stoornissen kon
geen afwiikingen in de hersenen en/of infecte het ontstaan ervan verklaren. Twee personen hebben
de psychiatrie uit dit doodlopende pad geholpen door de introducte van twee nieuwe benaderingen
die tot op heden van grote betekenis ziin gebleven.
Duitse psychiater Emil Kraepelin
Hii legde de nadruk op het belang van een nauwkeurige beschriiving van het klinische beeld
en vooral ook het beloop op de langere termiin van psychische ziekten. Hii beschreef
systematsch het ziektebeeld en hield vervolgens bii hoe het met hen afiep. Hii heef op deze
manier de hele psychiatrie in kaart gebracht.
Uit de beschriiving leidde hii een aantal indelingsprincipes af (soort DSM). Hii ontdekte
biivoorbeeld het verschil in beloop tussen schizofrene en manisch-depressieve psychosen.
Daarnaast was hii ervan overtuigd dat er een relate gevonden zou worden tussen
, stoornissen in de hersenfunctes en gedragsstoornissen, maar alleen door gewoon gedrag te
bestuderen. Hiermee erkende hii het belang van het bestuderen van het gewone gedrag.
Oostenriikse neuroloog Sigmund Freud
Hii behandelde patinten ambulant en dus vaak lichtere patinten. Hii ontwikkelde een
behandelingsmethode met passende theorie: de psychoanalyse. Klachten en symptomen
van patinten zouden voortkomen uit onbewust gemaakt innerliike conficten. Zii konden
genezen door deze conficten weer bewust te maken.
De biologische psychiatrie leek nog niet veel geloofwaardige theoriein en therapeutsche
mogeliikheden te hebben opgeleverd. Daarom leek de psychotherapeutsche benadering (o.a.
psychoanalyse) veelbelovend en werd populair. Bovendien was de psychotherapeutsche benadering
veel humaner dan de therapiein waarmee in de eerste helf van de twintgste eeuw werd
geixperimenteerd.
1.1.3 Opkomst van de sociale psychiatrie
Nog vóór de tweede wereldoorlog kwam er naast de biologische en psychologische een derde
benadering: sociale psychiatrie.
Amerikaanse psychiater Adolf Meyer
Wordt beschouwd als de vader van deze benadering. Hii hield zich bezig met de nazorg van
ontslagen patinten en stmuleerde resocialisate (herintreden in de maatschappii).
Vervolgens hield hii zich ook bezig met ziekmakende factoren om deze in een vroeg stadium
te behandelen (prevente).
1.1.4 Na de Tweede Wereldoorlog: drie invalshoeken
Na de tweede wereldoorlog komt de psychiatrie in een stroomversnelling. De ontwikkelingen
voltrekken zich vanuit drie invalshoeken. De biologische, psychologische en de sociale invalshoek.
Wetenschappeliik onderzoek is een steeds grotere rol gaan spelen in de dageliikse praktik.
Daarnaast wroden theoretsche en praktsche benadering steeds vaker gecombineerd.
Biologische invalshoek
De biologische psychiatrie kriig een enorme impuls door de ontdekking van psychofarmaca in
de iaren viifig twintgste eeuw. Er worden niet alleen middelen ontdekt die het gedrag
doeltrefend beïnvloeden, maar ook stofen waarvan men de werking op de hersenen kan
bestuderen en daarmee de relate van hersenfunctes met het gestoorde gedrag. Daarnaast
maken ze gebruik van studie van het gedrag van dieren om inzicht te kriigen in de structuur
van het menseliik gedrag.
Psychologische invalshoek
De psychologische benadering bliikt niet zo doeltrefend als gehoopt. Wel komen thema’s uit
de psychoanalyse nog steeds aan bod (bv. het onbewuste en de hechtng van ionge kinderen)
en bliiken vruchtbare uitgangspunten voor empirisch onderzoek. Er komen wel een aantal
andere psychotherapievormen tot ontwikkeling biivoorbeeld:
- Client-centered therapy van Carl Rogers
- rroepstherapie
- redragstherapie
- Systeemtherapie
, Sociologische invalshoek
Een beweging onder patinten en hulpverleners die voortvloeide uit de actviteiten van
Meyer genaamd ‘antpsychiatrie’ verzete zich tegen inrichtngspsychiatrie. Ze streden voor
rechten van de patint als autonoom individu. De tid dat de psychiatrie primair
inrichtngspsychiatrie was, is defnitef voorbii. Elk mens kan wat biidrage in de maatschappii.
1.2 Biopsychosociaal model: herkomst en betekenis
1.2.1 Typering van het biopsychosociale model
Het ‘biosociale model’ is een concept dat in de internatonale psychiatrie na de Tweede
Wereldoorlog grote invloed heef gekregen. Wat hebben biopsychosociale denker gemeen?
- Ze verzeten zich tegen een eenzijdig ziekteoddel (Het ontstaan van de ziekte gaat
volgens dit model buiten de persoon om, het overkomt iemand). Zii vrezen eenziidig
gebruik omdat dit kan leiden tot een onpersoonliik behandelklimaat waarin de echte
belangen van de cliint niet aan bod komen.
- Ze verzeten zich tegen eenzijdig p sychdldgisch d sdcidldgisch oddel. Ze zullen altid
nauwkeurig nagaan in hoeverre somatsche factoren een rol spelen bii het ontstaan of
voortbestaan van psychische stoornissen.
- Drie invalshdeken cdobineren. Zii gaan ervan uit dat de drie invalshoeken altid van
belang ziin om het ontstaan van gestoord gedrag te begriipen en bii diagnostek en
behandeling te betrekken.
- Ze oaken dnderscheid tussen classifceren en de diagndse van een cliënt. Classifceren is
het onderbrengen van een cliint in een groep op basis van gedeelde kenmerken.
Diagnostceren is het doorgronden van de aard en het ontstaan van de psychische
stoornis van een individuele cliint.
- Ze verdedigen een ‘integrale’ d hdlistsche’ visie dp de p sychiatrie (alles is dnderdeel van
het geheel).
1.2.2 Het biopsychosociale model als vorm van systeemtheorie
De systeemtheorie is in de iaren dertg van de vorige eeuw ontwikkeld door Bertalanffy. Het
organisme werd door hem getypeerd als een ‘systeem’, een zichzelf handhavende unieke organisate
van allerlei chemische en fysische processen. Het heef een georganiseerd karakter en heef
interacte met de omgeving (‘open systeem’). De systemen ziin weer subsystemen van anderen
systemen.
→ George Engel onderscheidt een groot aantal systeemniveaus. De persoon is met ziin gedrag en
beleving, van centrale betekenis.
1.2.3 Praktische betekenis van het model van Engel
Met het biopsychosociale model kan men een manier van denken trainen die voor zowel de praktik
al voor wetenschapsbeoefeningen belangriik ziin.
Praktik
Bii ziekte is er vaak een primaire stoornis op een bepaald systeemniveau aantoonbaar. (bv.
bii demente is het een stoornis in de geheugenfuncte, dus op niveau van het zenuwstelsel).
Met de systeemhiërarchie van Engel is het hoofd, wordt duideliik dat de geïsoleerde
functestoornis op een bepaald systeemniveau tot allerlei verstoringen leidt op hogere
systeemniveaus. (bv. de dementerende zal als persoon gehandicapt ziin omdat hii dingen
vergeet, als partner wordt hii onberekenbaar, en als lid van de leefgemeenschap kan hii ziin
, taken niet goed meer vervullen. Het gevolg is dat het systeem zich gaan aanpassen, hii kriigt
biivoorbeeld hulp of wordt aan ziin lot overgelaten).
→ Als hulpverlener kriig ie dus niet iemand met een bepaalde stoornis binnen, maar tevens
de gevolgen daarvan van iemand zelf en ziin omgeving.
→ Met het biopsychosociale model kriigt ie inzicht in de keten van gebeurtenissen die aan
een ziekte voorafgaan of erop volgen.
Wetenschapsbeoefening
Alle verbanden die worden gelegd binnen een systeem moeten wel door betrouwbaar
wetenschappeliik onderzoek worden aangetoond. Het systeemdenken in de vorm van het
biopsychosociale model leidt dus niet ‘automatsch’ tot kennis. Het zorgt er wel voor dat
mogeliike verbanden niet over het hoofd worden gezien, maar het zet ook aan tot
wetenschappeliik onderzoek.
1.3 Het biopsychosociale model in de praktijk: diagnostiek
In deze paragraaf worden de consequentes van het biopsychosociale model voor de praktik van
diagnostek besproken. Deze worden besproken in volgorde waarop ze in praktik worden toegepast.
1.3.1 Informatieverzameling
Voor de sociaal werker betekent een toepassing van het biopsychosociale model dat hii naast de
specifeke gegeven van de cliint steeds moet proberen de essentile informate te verkriigen over
iemands actuele situate. De hulpverlener verzamelt de volgende informate
- De belangriikste somatsche gegevens en eventuele lopende behandelingen.
- De wiize waarop iemand met ziin ziekte omgaat (ziektegedrag). Liidensdruk, motvate,
ontkenning etc.
- De sociale context. De leef- en woonsituate, werk, familie, vrienden, kennissen, cultuur
etc.
1.3.2 Classifcatie
Het bepalen welke ofcieel erkende ziekte de cliint heef. Men doet dit aan de hand van een
algemeen erkend classifcatesysteem. Er worden twee systemen hiervoor gebruikt:
1. De World Health Organization (WHO of ICD).
2. De Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM). Door de precieze omschriiving
van de stoornissen en heldere criteria begriipt iedereen wat men bedoelt. Spraakverwarring wordt
hierdoor beperkt. Echter is de diagnostek binnen de psychiatrie sterk onder invloed van cultureel-
maatschappeliike invloeden (er bestaat nou eenmaal geen tests om een ziekte vast te stellen). De
DSM helpt wel met de indeling van de cliint in een groep, maar daarmee is er nog geen diagnose
zoals nodig is om een individueel behandelplan te maken.
1.3.3 Structuurdiagnose
Bii structuurdiagnose bedoelt men het komen tot een formulering van hoe de stoornis bii deze
individuele cliint tot stand is gekomen en waarom deze bliif bestaan. De biopsychosociale
benadering biedt een kader waarmee men systematsch alle mogeliike factoren kan ‘nalopen’, en
deze in verband kan proberen te brengen. Een structuurdiagnose is een soort hypothese en moet dus
tidens het behandelingsproces getoetst worden op geldigheid.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper laurem. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,48. Je zit daarna nergens aan vast.